Over de nadruks-n en de opkomst van rare regels in taaldoor Suzanne AalberseAls mijn dochters iets heel duidelijk willen maken, dan gebruiken ze de –n: “Bedoel je dit boek, neehee, dezeN!” “Wie wil er een ijsje? IkkeN!”, “Is Maaike je oom? Nee dat is mijn tanteN. “Meestal is het alleen na de sjwa (de –e), maar het kleintje kan de –n nog breder toevoegen, bijvoorbeeld: … [Lees meer...] overWie wil er een ijsje? Ikken!