Pronomina in de Nederlandse lyriek (18) De bundel Parkplan van Wout Waanders is in allerlei opzichten een boeiend experiment. Hij laat zien dat we nog lang niet alle kanten van het begrip dichtbundel hebben begrepen, dat je een dichtbundel ook kunt begrijpen als een kaart van een pretpark, waarin de gedichten de attracties zijn. De bundel bevat zo'n kaart, door de dichter … [Lees meer...] overIedereen hield het idee vast dat we jou snel zouden vinden
pronomina
we hebben al genoeg van jullie
Pronomina in de Nederlandse lyriek (17) In de debuutbundel doe het toch maar van spoken-wordartieste Babs Gons staat een gedicht dat gaat over jullie. Het is een beetje lang om helemaal te citeren, het gedicht beslaat twee pagina's, maar hier zijn vier representatieve strofes van 'zou je woensdag zwart willen zijn?' hallowij willen je uitnodigenop ons podium als … [Lees meer...] overwe hebben al genoeg van jullie
Weg met hij, leve zij
In de discussie over persoonlijk voornaamwoorden zijn er twee partijen: de een vindt dat alles bij het oude moet blijven, er zijn twee persoonlijk voornaamwoorden voor de derde persoon enkelvoud, hij en zij en dat moet altijd zo blijven. De andere groep vindt dat de verzameling voornaamwoorden moet worden uitgebreid met bijvoorbeeld hen of die, om niet-binaire mensen mee aan te … [Lees meer...] overWeg met hij, leve zij
‘dan richt ik me op, mobiliseer ik al’
Pronomina in de lyriek (14) Door Marc van Oostendorp "Poëzie is tot alles in staat", schrijven Annelie David, Moya de Feyter en Saskia Stehouwer in de inleiding van hun bundel 'klimaatpoëzie' Zwemlessen voor later. "We worden gedreven door woorden en zijn gericht op transformatie. We willen inspireren, verontrusten en mobiliseren" schrijven de klimaatdichters bovendien … [Lees meer...] over‘dan richt ik me op, mobiliseer ik al’
Ik heb taal dus ik
Door Marc van Oostendorp Mensen kunnen over zichzelf praten. Ze kunnen bijvoorbeeld zeggen 'de ondergetekende', of naar zichzelf wijzen en dan zeggen 'de spreker', of tandenknarsend tegen zichzelf zeggen 'gij ongelukkige'! En ze kunnen persoonlijk voornaamwoorden als ik of mij gebruiken: de 'eerste persoon'. … [Lees meer...] overIk heb taal dus ik
De aanhalingstekens bij Marsman
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (6: H. Marsman, Ik die bij sterren sliep. Verzamelde verzen) In de bundel Tempel en kruis (1940) van H. Marsman bestaat, net als in veel van zijn andere werk, een correlatie tusen het voorkomen van persoonlijk voornaamwoorden in de eerste of tweede persoon en aanhalingstekens om de hele tekst van het gedicht. De meeste … [Lees meer...] overDe aanhalingstekens bij Marsman
Je ligt ver weg met je vriendinnetje te rollebollen
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (7: Erik Bindervoet, De droom van Eb inkt diervoer) Erik Bindervoet is, samen met Robbert-Jan Henkes, misschien wel de taalvaardigste spreker van het Nederlands van dit moment. De twee toonden dat met vertalingen van onder andere James Joyce, Shakespeare, Bob Dylan en de Beatles, Bindervoet laat het ook zien met zijn … [Lees meer...] overJe ligt ver weg met je vriendinnetje te rollebollen
‘ben jij ook, heeft hij jou ook’
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (6: K. Michel, & rol door) Als ik de lezerspost mag geloven, raak ik met deze reeks iets aan dat reëel is, terwijl het nauwelijks besproken wordt. De keuze van persoonlijk voornaamwoorden in gedichten – voor geen van de bundels die ik tot nu toe besprak heb ik recensies gevonden die er iets over zeiden –, maar ik heb van … [Lees meer...] over‘ben jij ook, heeft hij jou ook’
Iemand zegt dat ze haar kind niet bij het vuilnis mocht smijten
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (3: Esther Jansma, rennen naar het einde van honger) Rennen naar het einde van honger is een voornaamwoordelijk feest. Bijna alle persoonlijk voornaamwoorden komen er in voor, en omgekeerd worden personen bijna allemaal aangeduid met voornaamwoorden en niet als Marietje of de dame met de gele hoed. … [Lees meer...] overIemand zegt dat ze haar kind niet bij het vuilnis mocht smijten
‘ik kom u redden met uw welnemen’
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (2: Alfred Schaffer, Wie was ik) De tweede persoon haalt in de klassieke poëzie de dode of het levenloze dichterbij. Omdat we alleen iets of iemand aanspreken als we een reactie verwachten, wordt ineens de mogelijkheid geopend dat de pijnboom of de kleine moeder reageert en, dus, leeft: … [Lees meer...] over‘ik kom u redden met uw welnemen’
Als ik nu met jou spreek, wanneer moet ik dan met een ander spreken?
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (1: Nachoem Wijnberg, Joodse gedichten) Van de drie klassieke hoofdgenres – lyriek, epiek, dramatiek – spelen persoonlijk voornaamwoorden de intrigerendste rol in het eerste genre. In toneel is vrijwel altijd volkomen duidelijk wie er met ik of jij bedoeld wordt: degene die nu aan het woord is, degene tot wie de spreker … [Lees meer...] overAls ik nu met jou spreek, wanneer moet ik dan met een ander spreken?