Door Marc van Oostendorp Het suffix -esk is soms object van spot en hoon. De ANS vindt het meer iets voor intellectuelen. Toch zijn er ook wel mensen die er graag mee spelen een heus genootschap zet de vorm zelfs op een troon. De woorden met dit suffix klinken licht frivool: terwijl clownesk, burlesk, carnavalesk wel gaan, spreekt niemand van zijn pauperesk … [Lees meer...] overSuffixsonnet: –esk
suffixsonnet
Suffixsonnet: –air
Door Marc van Oostendorp Celibatairs doen iets met celibaat. Een miljonair doet iets met een miljoen, een legionair iets met een legioen. Men 'doet iets met' als -air aan 't einde staat. De oorsprong is Latijn. Ja, weliswaar is het tot ons via 't Frans gekomen maar dat heeft -arius overgenomen dat ook het -aar werd in ons molenaar. Die èè in -air laat de oorsprong … [Lees meer...] overSuffixsonnet: –air
Suffixsonnet: –ster
Door Marc van Oostendorp 't Is kerst. Hier is hij weer, uw brave suffixzanger die ieder jaar, begeleid door fraaie harpakkoorden, suffixsonnetten zingt over de vorm van woorden. Vandaag: in taal zijn vrouwelijke woorden langer. Zie hier een man. Echt wat je noemt een wandelaar., maar zijn vriendin beslaat maar liefst vier letters meer: een wandelaarster - lange dame, … [Lees meer...] overSuffixsonnet: –ster
Be en ig
Door Johan Rooryck Het verbaal suffix –ig is niet bepaalbaar Als ‘voorzien van iets’, wél doet het ondergaan: wie pijnigt past pijn toe, of brengt iets aan, zoals kruisigen: een kruis op een barbaar zo zoenig je dan niet je lief omdat zij niet aan zoenen onderworpen wordt bezoenen daarentegen is in ‘t kort ‘s liefs lijf met zoenen overladen, schat. Matigen … [Lees meer...] overBe en ig
Suffixsonnet: –gewijs
Door Marc van Oostendorp Een suffix is een onderstam van taal: Een woord waarvan betekenis en vorm Zijn afgesleten in de eeuwige storm Der tijd. Van 't woord bleef slechts een kaal Onooglijk stompje waarop je met vlijt En met morfologische instrumenten Zorgvuldig 'n ander woord zou kunnen enten Dat dan weer zelf mag strijden met de tijd. Soms is een onderstam best … [Lees meer...] overSuffixsonnet: –gewijs
Suffixsonnet: –iteit
Door Marc van Oostendorp Sommige woorden – zeg, eenvoudigheid – Zijn simpel, saai, en strak. Niets aan te snappen. Andere woorden zijn gestolde grappen Dat geldt bijvoorbeeld voor de stommiteit. De woorden op -iteit zijn meest Romaans; hun bases ook: frivool, absurd of raar. Die woorden hebben we dus kant en klaar Geleend uit Frans, Latijn of Italiaans. Zo … [Lees meer...] overSuffixsonnet: –iteit
Een nieuw sonnet over –ig
Door Jenny Audring Zeg schat, wil jij die jurk wel zeker aan? Hij spant wat bij de taille en de bips Hou jij je adem in? Je ziet een beetje pips Een groot’re maat zou je vast beter staan. Zeg jij nou dat ik dik ben, echtgenoot? Niet dik, mijn duifje, dikkig slechts een beetje. Wat mollig, stevig, ferm, gezellig, weet je En verder zijn je botten ietsje … [Lees meer...] overEen nieuw sonnet over –ig
Antwoord op de twee sonnetten van Marc en Johan
Door Peter-Arno Coppen O Marc en Johan die in wakk're verzen zich Verwond'ren over 's mensen taalvermogen, Is dit, ondanks 't prijzenswaardig pogen Wel de manier om iets te leren over -ig? Gedegen websitebronnen zijn er waarlijk tig Zo heb je ANS en Taalportaal als pedagogen Die ons in held're en volledige vertogen Vertellen dat je gélig zegt en soms gelíg. Is dit … [Lees meer...] overAntwoord op de twee sonnetten van Marc en Johan
Antwoord op het ig-sonnet
Door Johan Rooryck Wat -ig is dan wel niet mag betekenen Met hoeveelheid heeft het niets vandoen 'groenig' lijkt alleen maar ietwat groen en hoe is 'bloedig' te berekenen? -ig lijkt dat veeleer waaraan het zich hecht te involveren: angstig'gaat gepaard met angst, en talig heeft van taal de aard: van veelheid is hun semantiek onthecht Groenig betrekt de kenmerken … [Lees meer...] overAntwoord op het ig-sonnet
Suffixsonnet: adjectivaal –ig
Door Marc van Oostendorp Hoe moet een morfoloog zijn werk toch doen? Het is wat men ook zegt echt niet vanzelfsprekend Wat of een suffix nu precies betekent. Bijvoorbeeld: groenig is een vorm van groen En je kunt zeggen dat -ig nuanceert. Zo gaat het vaak als 't aan een adjectief Gehecht wordt. Lievig is een beetje lief Maar bij een nomen gaat 't dan … [Lees meer...] overSuffixsonnet: adjectivaal –ig
Suffixsonnet: –schap
Door Marc van Oostendorp Het broederschap: het leven in abdijen In ziekenhuizen, op de ambulance. De broederschap (fraternité in 't Frans): Ideaal voor gelijken en voor vrijen. Het -schap met de hecht zich bij allerlei Woorden en woordsoorten aan de rand: Van eigen eigenschap, blijdschap van blij, Van weten wetenschap, landschap van land. Hoewel het Nederlands … [Lees meer...] overSuffixsonnet: –schap
Suffix-sonnet: werkwoordelijk –ig
Door Marc van Oostendorp Wanneer je iemand van iets wilt voorzien - Van pijn, van kruis, van einden of van stenen - Houd krachtig in gedachten dat misschien Het suffix -ig zich voor zoiets laat lenen. Want wie een ander pijnigt geeft hem pijn En wie hem kruisigt, geeft hem houten balken, Wie eindigen wil vindt het einde fijn Gestenigd worden is stenen … [Lees meer...] overSuffix-sonnet: werkwoordelijk –ig
Suffix-sonnet: -erij
Opgedragen aan prof. dr. Matthias HüningToen ooit het Franse achtervoegsel -ie aan woorden zoals becker werd gehaakt,waar aldus beckerie van werd gemaakt,verrijkte dit onze morfologie.-Er en -ie smolten samen tot -erijzodat men smederij in orde vondalhoewel smeder niet als woord bestond.Zo kwamen er steeds nieuwe vormen bij.Toen werd ook de betekenis verbreed:een boeverij was … [Lees meer...] overSuffix-sonnet: -erij
De eerste repliek in sonnetvorm, met voetnoot
Door Johan Rooryck Marc maakt markant misbaar over het suffix –baar De regel die hij baart stelt dat transitieven Zich geredelijk van –baar kunnen gerieven 'Telbaar', 'rekbaar', 'plooibaar': en toch, niet zonneklaar Hij geeft het toe, zo zijn 'ontvlambaar', 'wankelbaar' Gevallen die alle regelmaat doorklieven: “Voorwaar niet transitief”, klinken daar de grieven een … [Lees meer...] overDe eerste repliek in sonnetvorm, met voetnoot
Suffix-sonnet: -er en -aar
De woorden met een achtervoegsel -aarbetekenen ‘degene die zo handelt’ –een wandelaar is een persoon die wandelt,en wie voortrijmelt heet een rijmelaar.Nu is er ook een 'allomorf' van -aarwant -er haalt haast hetzelfde trucje uit:een fluiter ben ik altijd als ik fluit,een ruimtevaarder als ik ruimten vaar. -Aar kies ik als de laatste lettergreepvan het werkwoord een stomme … [Lees meer...] overSuffix-sonnet: -er en -aar
Suffixsonnet: -baar
Een suffixsonnet is een sonnet dat iets vertelt over een suffix. Dit is het eerste suffixsonnet ooit.Door Marc van OostendorpHet suffix -baar, dat maakt 'n adjectiefvan werkwoorden als vragen, schrijven, roepen,maar niet van klagen, kijven of van snoepen.Dat komt, de eerste drie zijn transitief:een x-baar y is 'n y dat zich laat x-enwaarbij y voor het lijdend voorwerp … [Lees meer...] overSuffixsonnet: -baar