Bij uitgeverij Verloren verscheen als deel 7 in de reeks Artesliteratuur in de Nederlanden:
Orlanda S.H. Lie and Willem Kuiper, The Secrets of Women in Middle Dutch. A bilingual edition of Der vrouwen heimelijcheit in Ms. Ghent UB 444. (Translation by Thea Summerfield). Hilversum 2011. ISBN 978-90-8704-215-8. 166 p. € 17,00.
Der vrouwen heimelijcheit is de (vroeg) veertiende-eeuwse vertaling van een niet zo heel veel oudere Franse tekst Les secres des dames, die weer een bewerking is van het Latijnse tractaat De secretis mulierum, dat wordt toegeschreven aan pseudo-Albertus Magnus. Der vrouwen heimelijcheit bleef bewaard in een bescheiden papieren handschrift dat mogelijk in (West-)Vlaanderen werd afgeschreven in de eerste dagen van april 1405 [1406 volgens onze jaartelling als de kopiist de paasstijl hanteerde]. Der vrouwen heimelijcheit wordt gerekend tot de Artes-literatuur: (middeleeuwse) teksten met een wetenschappelijke inhoud.
De eerste en tot nu laatste handelseditie van Der vrouwen heimelijcheit verscheen omstreeks 1843 en werd bezorgd door jonkheer Philip(pe) Marie Blommaert (1809-1871): Der vrouwen heimelykheid, dichtwerk der XIVe eeuw. Gent z.j. [1843?]. Maetschappy der Vlaemsche Bibliophilen. Serie 2; no. 3. In elk geval in Amsterdam en Leuven zijn kritische edities vervaardigd als onderdeel van een doctoraal c.q. master scriptie, maar deze edities zijn evenals een door prof. dr. Ria Jansen-Sieben aangekondigde editie niet in boekdruk verschenen.
In De secretis mulierum legt de ene geestelijke een andere geestelijke uit wat vrouwen zijn en hoe zij in elkaar zitten. In Les secrets des dames richt een medicus zich tot een vrouw en vertelt haar in haar moedertaal wat de grote geneeskundigen over de vrouw gezegd en geschreven hebben. In Der vrouwen heimelijcheit is een ‘minnaar’ aan het woord die het verzoek van een jonkvrouwe inwilligt om haar in boekvorm inzicht en kennis te geven van de geheimen van de vrouw. Maar zijn vreugde slaat om in verdriet als zij meer dan afstandelijk reageert op zijn onthullingen. Deze liefdesgeschiedenis is door de tekst verweven in 24 lyrische intervallen, voorafgaand aan een lombarde en gemarkeerd met een paragraafteken. Gelukkig wordt aan het slot van deze 1785 versregels tellende tekst de vrede weer getekend. Dankzij deze lyrische intervallen kon de auteur in de lombarden een acrostichon vlechten, en zo weten wij dat deze tekst bestemd was voor ene Margareta Godevertse uit Uedem (nabij Kleef, aan deze kant van de Rijn), over wie niets bekend is evenmin als over de anonieme auteur / vertaler.
Om een internationaal publiek te interesseren voor deze bijzondere tekst hebben de editeurs ervoor gekozen deze editie van een synoptische Engelstalige regel-voor-regel vertaling te voorzien. De eveneens Engelstalige cultuurhistorische inleiding, die geen specialistische voorkennis vereist, is van de hand van Orlanda Lie.
Behalve Der vrouwen heimelijcheit bevat deze uitgave ook een editie (met regel-voor-regel vertaling in het Engels) van een Middelnederlandse bewerking van een aan Aristoteles toegeschreven tractaat over fysiognomie: wat zegt het uiterlijk over het innerlijk? Deze tekst volgt in het handschrift UB Gent 444 op Der vrouwen heimelijcheit en telt 288 niet altijd even begrijpelijke versregels. Deze tekst lijkt geschreven te zijn door dezelfde auteur als die van Der vrouwen heimelijcheit.
De editie is opgedragen aan de nagedachtenis van Mieke van Doorn, die in verschillende fasen van haar leven met beide editeurs substantieel onderzoek heeft verricht naar deze tekst.
Laat een reactie achter