Vanaf vandaag presenteert Neder-L af en toe en met onregelmatige tussenpozen afleveringen van de Klankencyclopedie van het Nederlands: we gaan alle klinkers en medeklinkers van onze taal stuk voor stuk behandelen. Omdat ik geen idee heb welke systematiek ik zou moeten volgen om een volgorde te bepalen, doe ik dat ook willekeurig. Daar gaan we. Ik schrijf de klankvorm van klinkers en medeklinkers in het Internationaal Fonetisch Alfabet op tussen vierkante hakken [a]; de corresponderende spelling schrijf ik cursief. In de loop van de tijd zal ik hyperlinks toevoegen van de ene klank naar de andere, maar deze eerste keer valt er natuurlijk nog niks te linken.)
[u] De [u]-klank (oe) komt in twee vormen: lang en kort. Voor een [r] (r) is de [u] langer dan voor een andere klank: boer heeft een langere oe dan boek, boet, boef of boei. Alleen in sommige Franse leenwoorden (rouge) maken sommige Nederlanders ook zo’n lange [uː].
Je maakt een [u] ruwweg door je lippen te ronden en de achterkant van je tong vrij hoog op te tillen. Met dezelfde ronding van de lippen en de tong iets minder omhoog krijg je een [o]-klank (oo); de tong nog iets verder omlaag geeft een [ɔ] (oh).
De [u] is in veel opzichten één van de minst bijzondere klinkers die we hebben: heel veel talen hebben hem. Er zijn talen met maar drie klinkers – daar zit dan bijna altijd de oe bij. Dat komt waarschijnlijk doordat het een extreme klinker is (met die geronde lippen en die heel hoge tong). De andere extreme klinkers ([a] / aa en [i] / ie) komen ook in de meeste talen voor.
Dat we de [u]-klank in het Nederlands schrijven met
Er is nog een klank waarmee de [u] affiniteit heeft: de [w]. Als er op een [u] een andere klinker volgt, vullen sprekers van het Nederlands bijna automatisch zo’n [w] in (dou[w]ane). Dat komt doordat de [w] bijna op dezelfde manier gemaakt wordt als de [u] – hij is er als het ware de medeklinkervariant van. Omgekeerd lijkt de [w] juist weer niet graag vóór de [u] te staan. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat je wel kwaad, kweel, kwispel, quotum, kwijl en allerlei andere woorden kunt zeggen die beginnen met kw, maar dat er geen Nederlandse woorden zijn die beginnen met kwoe-.
Peter-Arno Coppen zegt
In sommige Nederlandse dialecten, zoals het Weerts, wordt onderscheid gemaakt tussen de verlengde 'oe' (als in 'hoês' "huis") tegenover een tweeklankachtige variant, waarbij de 'oe' wordt gevolgd door een soort sjwa (als in 'hoeës' "(wind)hoos"). Ik heb sterk de indruk (ik spreek zelf Weerts) dat die eerste 'oe' de klank is van 'rouge,' terwijl die tweeklankachtige variant aansluit bij 'boer.' In mijn beleving zijn dat ook in het Nederlands twee verschillende klanken.
Marc van Oostendorp zegt
Ik denk dat je gelijk hebt: in mijn spraak (nog nooit in Weert geweest, bij wijze van spreken) is er ook een verschil tussen de klank in 'rouge' en die in 'boer'. De laatste heeft een soort 'toonloze e' aan het eind die bij de eerste lijkt te ontbreken. Ik geloof niet dat de literatuur daar tot nu toe iets over gezegd heeft.
Peter-Arno Coppen zegt
Over dat verschil tussen de klank in 'rouge' en 'boer' ongetwijfeld niet, maar die tweeklank in het Weertse 'hoeës' is wel opgemerkt in een artikel van Linda Heijmans en Carlos Gussenhoven (dat hier staat: http://www.let.ru.nl/gep/carlos/weert.pdf ). Daar wordt overigens wel de opmerking gemaakt dat die tweeklank vóór R in het Weerts niet voorkomt, wat niet strookt met mijn intuïtie. In het woord 'woeërd' ("woord") zit hij naar mijn gevoel wel.
Marc van Oostendorp zegt
Zeker. Er zijn ook andere Nederlandse dialecten die verschil maken tussen een korte [u] en een lange [uː]. Vermoedelijk zijn daar ook dialecten bij die voor de [r] zo'n tweeklank maken. Min of meer zoals het Engels dat doet bijvoorbeeld bij [tajm] vs. [fajər]. Zal voortaan af en toe ook wat meer over dialecten opnemen in de encyclopedie.
Henk zegt
In het Fries heb je hetzelfde verschil, daar bestaan zelfs drie oe-achtige fonemen: de korte [u], de lange [u:] en de tweeklank [uə]. Het verschil tussen een- en tweeklank wordt deels ook in de spelling weergegeven, vgl.
pûn [pun] (pond)
poen [puən] (poon)
Opvallend is dat jongere sprekers vocaallengte als fonematisch verschijnsel laten vallen. De lange [u:] wordt bij hen vaak vervangen door de tweeklank. Wat soortgelijks gebeurt met de lange [y:] en de lange [i:]. Daardoor horen ze geen verschil meer tussen bijvoorbeeld:
"hoed" (hoed) [huət]
"hûd" (huid) [hu:t] -> [huət]
Peter-Arno Coppen zegt
@Henk: ja die drie vormen heb je in het Weerts ook: bijvoorbeeld [rut] "roet," [ru:t], "ruit" en [ruət] "rood." Maar ook in [wis] "wijs, melodie" [wi:s] "wijs, geleerd" en [wiəs] "wees." Ook bij de [y] (de "uu") heb je drie opposities, maar ik heb nog geen vorm kunnen vinden die in alle drie de varianten voorkomt.
RHCdG zegt
Erg leuk initiatief, deze encyclopedie, ik ga het met belangstelling volgen! De keuze voor de oe als eerste klank lijkt ook vanzelfsprekend. In Hanlo's Oote start de spreker zijn onderzoek ook met de oe, nadat hij een poging het alfabet te volgen al vrij snel opgeeft. Ik citeer het begin:
Oote oote oote
Boe
Oote oote
Oote oote oote boe
Oe oe
Oe oe oote oote oote
A
A a a
Oote a a a
Oote oe oe
Oe oe oe
Oe oe oe oe oe
Oe oe oe oe oe
Oe oe oe oe oe oe oe
Oe oe oe etc.
Oote oote oote
Barbara zegt
Als de [w] dan toch vóór de [u] komt te staan krijgen wij woede. Omdat de [w] daar niet van houdt?
Robert zegt
In enkele Limburgse dialecten is het onderscheid tussen de 'korte' en de 'lange' oe betekenisvol. Zo betekent 'boek' met een korte oe 'buik' en 'boek' met een lange oe 'boek'.
elsware zegt
Grappig bedacht! en dan heb je nog woei (waaide), woel, woeker, woest en woef …