Bevond zich het linguïstisch miniatuurtje in de afgelopen twintig jaar nog tussen slechts twee andere columns, tegenwoordig is er een hele verzameling van zichzelf blogpost noemende Neder-L-bijdragen, waartussen het miniatuurtje een in elk geval kwantitatief bescheiden positie inneemt. Deze constructie kan ons op een merkwaardige manier iets leren over de semantiek van het voorzetsel tussen.
Wat de meeste mensen niet weten is dat het linguïstisch miniatuurtje een voorloper had, in de vorm van een rubriekje dat ik schreef in een nieuwsbrief van de toenmalige opleiding Taal, Spraak en Informatica. In een van de afleveringen daarvan (dat moet dus ongeveer twintig jaar geleden zijn) schreef ik over het verschil tussen tussen twee dingen en tussen beide dingen. De eerste combinatie klinkt beter dan de tweede, hoe kan dat?
Mijn speculatie destijds vertrok vanuit het verschil tussen twee en beide: het eerste kun je collectief opvatten, het tweede alleen distributief. Als je zegt Twee mensen bezitten een huis, dan kan er sprake zijn van een gezamenlijk bezit. Bij Beide mensen bezitten een huis is het noodzakelijk dat ieder van die beiden een huis bezit. Waarom is dan tussen in combinatie met beide slechter? Omdat tussen ook distributief is. Het zoekt naar een meervoud om tweetallen in te onderscheiden.
Een zwakke echo van deze analyse hoorde ik deze maand in een discussie die op het taalprof-weblog ontstond naar aanleiding van een stukje over de grap Wat is het verschil tussen een dood vogeltje? Al speculerend over wat nou precies de grap was (wat op zichzelf eigenlijk al komisch was) merkte de taalprof op dat je bij tussen altijd een nevenschikking (tussen A en B) of een meervoud (tussen twee dingen) verwacht, en dat je bij het verschil tussen een dood vogeltje in die verwachting gefrustreerd wordt.
In die observatie werd de taalprof echter meteen gecorrigeerd door de Nijmeegse taalkundige Helen de Hoop, die wees op gevallen als tussen je boterham en tussen het gepeupel. Er ontstond een kleine discussie waarin geopperd werd dat in elk geval enkelvoudige niet-telbare woorden (tussen het zand) ook mogelijk zijn, tenminste als je ze kunt opvatten als een aanduiding van een verzameling afzonderlijke elementen. Bij tussen het zand denk je aan zandkorrels, en bij *tussen de melk is zoiets niet mogelijk. Maar het lijkt nog ingewikkelder, want Hij stond tussen een verzameling gekken is best acceptabel, maar Wat is het verschil tussen een verzameling gekken? lijkt weer slecht. Wat is daar nu weer aan de hand?
Tijd dus voor een iets langere adem, en niet bang zijn voor een paar vaktermen: dat moeten we behandelen in een miniatuurtje. Hoe zit het met de semantiek van tussen?
Om te beginnen wil ik graag de idiomatische gevallen erbuiten laten, zoals tussen je boterham, tussen de deur, waarbij op het eerste oog dingen zijn weggelaten. Die zijn sterk beperkt, want je kunt niet zomaar spreken van tussen je broodje of tussen het raam, terwijl je daar ongeveer dezelfde constructie zou hebben. Die zitten dus echt vast aan de woorden boterham en deur.
Het gaat dus alleen om de echte constructies. Daar heb je er dan twee van: tussen met een nevenschikking (tussen hoop en vrees, tussen goed en fout) en tussen met een zelfstandig naamwoordgroep. In het eerste geval heb je meestal een nevenschikking van twee elementen (alhoewel Hij stond tussen zijn vader, zijn moeder en zijn broer in nog wel mogelijk is), en in het tweede geval heb je dus zoals gezegd een meervoud (tussen pilaren) of een niet-telbaar zelfstandig naamwoord dat een verzameling afzonderlijke elementen aanduidt (tussen het gepeupel, tussen het zand). Je kunt misschien ook wel een telbaar groepsaanduidend woord hebben, maar dan toch bij voorkeur met een meervoudig zelfstandig naamwoord erbij (liever tussen een verzameling mensen dan tussen een verzameling, liever tussen een groep mensen dan tussen een groep). Maar let op: al die enkelvoudgevallen zijn gek bij het verschil tussen. Je kunt makkelijk zeggen: De erwten lagen tussen het zand, maar slecht is Wat is het verschil tussen het zand? Hoe kan dat?
Volgens mij ligt het antwoord in de twee interpretaties die tussen toelaat. Neem tussen A en B. Dat heeft een locatieve betekenis, maar die heeft twee gezichten: in Een punt C tussen A en B heb je een zogeheten existentiële kwantificatie over de punten in een bepaalde ruimte. Enigszins technisch gezegd houdt dat in: Er is een punt C binnen de ruimte die door A en B gedefinieerd wordt. De andere betekenis krijg je bij De afstand C tussen A en B. Nu heb je een soort universele kwantificatie: het gaat om de afstand die bestaat uit alle punten in de ruimte die door A en B gedefinieerd wordt.
Simpel gezegd: bij tussen A en B gaat het om plaats of afstand. Als ik het goed zie bestaat hier al een syntactisch verschil. Bij de plaatsbetekenis heb je meer mogelijkheden. Je kunt best een plaats innemen tussen vijf huizen, maar bij de afstand tussen vijf huizen hapert er iets in de interpretatie. Dan moet je denken aan iets als de gemiddelde afstand tussen die vijf huizen, waarbij je er telkens twee bij elkaar neemt en dan het gemiddelde uitrekent. Theoretisch kan ik ook nog wel verzinnen dat je een route bedenkt waarbij je die vijf huizen aandoet en dan de totale afstand neemt, maar iets in mij verzet zich tegen die interpretatie.
Ik denk dat mijn taalgevoel bij de afstandsbetekenis van tussen sterk de neiging heeft om tweetallen bij elkaar te nemen. Dat is niet zo heel vreemd, omdat de oorspronkelijke betekenis van tussen met tweetallen te maken gehad moet hebben (tussen is etymologisch verwant met twee). De plaatsbetekenis met meer dan twee elementen moet een latere ontwikkeling zijn, evenals de syntactische mogelijkheid van enkelvoudige, niet-telbare zelfstandige naamwoorden.
Het lijkt erop dat de combinatie het verschil tussen aansluit bij de afstandsbetekenis en niet bij de plaatsbetekenis van tussen. Dat betekent dat je bij een verschil zoekt naar de vergelijking van tweetallen. Misschien dat je dat nog net kunt behappen bij het verschil tussen drie personen, maar bij het verschil tussen een miljoen zandkorrels of het verschil tussen het zand stort je voorstellingsvermogen compleet in elkaar.
Samengevat: tussen heeft een plaats- of afstandsbetekenis (overeenkomend met existentiële of universele kwantificatie) die oorspronkelijk op tweetallen gebaseerd moet zijn. Alleen in de plaatsbetekenis zijn de mogelijkheden in de loop van de tijd uitgebreid naar meer-dan-tweevouden, waarbij de existentiële kwantificatie zich uitstrekt over een meerdimensionale ruimte die bepaald wordt door alle elementen van het meervoud. Bij de afstandsbetekenis is deze uitbreiding vooralsnog te lastig.
Het linguïstisch miniatuurtje kan dus wel een plaats innemen tussen al het blogpostgeweld, maar daartussen mag absoluut geen verschil gemaakt worden.
Peter-Arno Coppen
Laat een reactie achter