De Schrijfwijzer van Jan Renkema is misschien wel hét Nederlandse boek over taal van deze tijd: er zijn in de afgelopen 30 jaar 450.000 exemplaren van verkocht. Deze week verscheen een nieuwe editie, mét een website. Ik wil de komende weken die Schrijfwijzer en die website eens gaan uitpluizen, hier op Neder-L. Wat is dat voor boek? Wat vertelt het ons over de taal aan het begin van de 21e eeuw? En klopt dat wel?
Om met dat laatste te beginnen: ik denk dat de Schrijfwijzer inmiddels veel te ouderwets is – dat de revisies niet geholpen hebben, dat het boek een toon aanslaat en adviezen geeft die in de afgelopen dertig jaar achterhaald zijn en dat belangrijke nieuwe vragen niet beantwoord worden. Het is bang voor de elektronische media, het is bang voor oude zeurkousen, bang om iets uit te leggen. Het is een bang boek.
Houd u vast, dit wordt een zomerserie en ik heb acht afleveringen voorzien (nou ja, misschien eentje meer, misschien eentje minder), die ik over de komende twee weken zal verspreiden naar gelang zich nog andere zaken voordoen. Volgende week zal ik beginnen met het boek, deze week wil ik me richten op het materiaal op de website – dat kan iedere bezoeker van Neder-L in ieder geval meteen volgen zonder meteen naar de boekwinkel te rennen.
Zo staan en er op de site enkele video’s die goed illustreren wat voor problemen er volgens mij aan de Schrijfwijzer kleven. Neem bijvoorbeeld het volgende filmpje met de wat kneuterige maar veelzeggende titel Goed geprobeerd maar het werkt niet:
Goed geprobeerd, maar het werkt niet from Boom Schrijfwijzer on Vimeo.
Er wordt een verzonnen kaartje getoond van een verzonnen gemeente met een verzonnen tekst waarover vervolgens op een nogal populistische manier wordt geklaagd (“ja, dat is de gemeente verplicht, wij moeten ook belasting betalen!”). De tekst wordt kritisch onder de loep genomen, maar eigenlijk niet zo erg op de stijl, zoals je van een Schrijfwijzer verwacht, en meer op de inhoud. Vooral spreekt er veel wantrouwen uit tegen de overheid en tegen moderne media. (We zullen zien dat dit wantrouwen tegen de nieuwe media een van de wonderlijke rode draden is in deze nieuwe Schrijfwijzer: een tekst die niet op papier staat is geen echte tekst.)
Renkema’s toon vind ik onaangenaam. Aan iedere zin wordt de onvriendelijkste interpretatie gegeven en die wordt de arme tekstschrijver onder de neus gewreven. Dat je daar niet aan had gedacht dat je ook nog wel eens op die manier begrepen zou kunnen worden! Zo wordt de mededeling ‘de meest gestelde vragen plaatsen wij op de website‘ geïnterpreteerd als een opdracht om als vragensteller zelf te bepalen of jouw vraag een veelgestelde vraag is omdat je dan geen persoonlijk antwoord krijgt, maar alleen op de website kunt kijken. Verder wordt de schrijvers verweten dat je via de e-mail moet corresponderen terwijl ieder normaal mens natuurlijk wil bellen, waarbij dan ook nog een draaischijf wordt getoond. Alsof er inmiddels niet een nieuwe generatie is die juist niet wil bellen, maar wel wil mailen!
Wat mij hieraan stoort: de kijker van deze video wordt bang gemaakt, bang om iets te schrijven. Er kan namelijk altijd ergens een ouwe zeurkous opstaan die zijn teksten ook zo onvriendelijk leest – en die iemand krijgt van Renkema gelijk. (Verderop in deze serie zullen we zien dat Renkema ervan uitgaat dat dit de houding is van de ‘gewone taalgebruiker’: voortdurende ergernis. Ook dit is volgens mij een achterhaalde gedachte.)
Maar het wordt nog erger. Morgen meer.
coen zegt
Ik verheug me op de hele serie. Bij de vorige editie had ik al het idee dat Renkema wat narriger was geworden (http://members.home.nl/c.peppelenbos/renkema.htm).
janien zegt
Dat heet verlekkeren op … Ook ik verheug me al op de serie!
Renkema's "Schrijfwijzer": we namen hem op in het leerplan Nederlands (VVKSO – Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs), zo'n standaardwerk ook, Nederland gidsland toch. Dat is wel goed tien jaar geleden, ik was lid van de leerplancommissie.
Renkema's editie 2002 werd geannoteerd als
"Een naslagwerk dat inzicht , praktische hints en schrijftips biedt voor wie vragen heeft bij het schrijven
van teksten: tekstkwaliteit, leesgemak, taalkwesties, leestekens en opmaak."
Verder oriënterend. Onder 'Taalbeschouwing – Inzicht in taalgebruik en tekst' kreeg Renkema een plekje tussen Pander Maat en Eva Tol-Verkuyl (alfabetische rangschikking).
http://ond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Nederlands-2006-008.pdf
Marc van Oostendorp zegt
Dank je. Ik denk niet dat ik er nog aan toe ga komen om deze editie met eerdere te vergelijken, maar het soort zaken dat je in die recensie signaleert kom je nog steeds tegen: dat er in een bepaalde kwestie een keuze wordt gemaakt, dat die keuze eigenlijk niet gemotiveerd wordt (er wordt niet uitgelegd waarom die keuze anders uitvalt dan bij anderen).
Hans Koevoet zegt
Marc, ik kan het maar gedeeltelijk met je eens zijn (ik heb het nu even over de video, niet over het boek). Je hebt gelijk dat de toon van het commentaar wat zeurderig en populistisch is. En ook dat veel van die op- en aanmerkingen meer gaan over de inhoud van de foldertekst dan over het taalgebruik ervan. Wat Renkema mijns inziens echter wel goed doet, is juist dat hij de kijker zich ervan bewust maakt dat het schrijven van zo'n foldertekstje zo makkelijk nog niet is. Dat is geen bangmakerij, dat is het bijbrengen van een kritische houding. Daar doet hij goed aan, want veel schrijvers worden niet zozeer geplaagd door schrijfangst, maar door gemakszucht. En zeker aan teksten van openbare lichamen als gemeenten mag je best wat eisen stellen.
Anoniem zegt
Je kunt het inderdaad bang noemen, maar dan is elk adviesboek een bang boek. Een adviesboek bevat tips die je ter harte kunt nemen om onvoorziene en ongewenste gevolgen te ontwijken. Daardoor is het onvermijdelijk dat er op die vervelende gevolgen gewezen wordt. Om bang van te worden!
Ik denk dat uw kritiek op de Schrijfwijzer kan opvatten als kritiek op het adviesboek in het algemeen. Of het nu om taaladvies, beleggingsadvies of advies voor het voorkomen van muggenbeten gaat, dat maakt dan niet zo veel uit.
Marc van Oostendorp zegt
Mij lijkt taaladvies wel degelijk mogelijk, en op een andere toon. Zulk advies zou moeten gaan over welke manier van doen het doel beter doet bereiken – het moet niet zelf eerst allerlei problemen creëren, zoals in dit filmpje gebeurt. Renkema stelt echter niet het effectief communiceren centraal, maar het voorkomen van 'taalkritiek'.
Bovendien moet goed advies gebaseerd zijn op objectieve voorlichting. Dat gebeurt veel te weinig (eigenlijk niet) in de Schrijfwijzer, waar je alleen wordt voorgelicht over de smaak en voorkeuren van de auteur; je krijgt nooit te horen wat andere bronnen ervan denken.
Overigens: als je dit type 'taaladvies' vergelijkt met een advies om muggenbeten te voorkomen, is de muggenbeet in kwestie: 'taalkritiek'. Een uiterst effectief middel is in beide gevallen: de hand vlak houden, en slaan.
Marc van Oostendorp zegt
Ik weet niet of dit nu wel zo'n effectieve manier is om mensen van hun eventuele gemakzucht af te helpen. Gegeven de nadruk op de inhoud lijkt het filmpje ons vooral te willen leren: denk na voor wie je boodschap bedoeld is, en kom die doelgroep tegemoet? Maar als dat de boodschap is, en de tekst is gericht op potentiële schrijvers, komt zo'n Duckstad-voorbeeld dan wel de doelgroep tegemoet?
Anoniem zegt
Beste Marc, ik kan me heel moeilijk vinden in de punten die je maakt. Ik heb het gevoel dat je iets essentieels mist en verwart met 'bangmakerij': Renkema kijkt kritisch naar taal. Je zult hem nooit horen zeggen 'doe dit, doe dat, en als je A niet doet ben je fout bezig'. Door deze filmpjes, en de Schrijfwijzer in het algemeen, zet hij me juist aan het denken. En daarmee is zijn doel volgens mij bereikt.
Het moge duidelijk zijn dat Renkema uitgaat van een pragmatische visie op taal en daarom niet snel zal spreken over taalverloedering, eerder over taalverrijking (het tegenovergestelde van 'bangmakerij' toch?). De punten die hij noemt zijn bedoeld om de lezer kritisch te laten kijken naar zijn eigen tekst, en niet meer dan dat (bijvoorbeeld het afkeuren van een tekst).
Jouw toon lijkt eerder 'afbranden van'. Het is heel makkelijk om bij ieder zinnetje een noot te plaatsen; dat kan iedere lezer ook bij jouw stuk ("Alsof er inmiddels niet een nieuwe generatie is die juist niet wil bellen, maar wel wil mailen!" – zie jij een emailadres staan? nee, je moet hopen dat jouw vraag 'speciaal' genoeg is en maar wachten op een mail, en anders zelf op zoek gaan bij de veelgestelde vragen: een telefoonnummer is hier geen overbodige luxe – zo, één zin gehad).
Desalniettemin kijk ik uit naar je volgende 'afleveringen'. Want kritiek is altijd te geven en leuk om te lezen. Ik hoop echter dat je op een iets hoger niveau kan gaan zitten. De huidige kanttekeningen vallen in het niet wanneer wordt gekeken naar het groter geheel.
Marc van Oostendorp zegt
Beste Anonymus,
Dat is jammer – het zou mij juist leuk lijken als jij wel bij ieder zinnetje van mij kanttekeningen zou plaatsen, terwijl ik bij ieder zinnetje van Renkema kanttekeningen plaats, die op zijn beurt weer zin voor zin de tekstschrijver van de gemeente Nieuwstad bespreekt. En dan moet er ook weer iemand komen die jouw commentaren van voetnoten voorziet… is een seculiere Talmoed.
Marc van Oostendorp zegt
Ah, daar brak ik te snel af.
Ik hoor in ieder geval in dit filmpje niet iemand die 'de lezer [ik neem aan dat je bedoelt: de schrijver] kritisch te laten kijken naar zijn eigen tekst, en niet meer dan dat'. Ik hoor hier toch echt alleen maar gemopper en weinig constructiefs.
Stefan zegt
Het filmpje lijkt wel een karikatuur van een serieus origineel. Bijna hilarisch. Hij is bang om zijn e-mail adres te geven omdat hij denkt allemaal aanbiedingen van de gemeente te krijgen. Pfff, eerder het risico dat je nooit antwoord krijgt..
Klaas zegt
Het boek was beter, zeg je meestal als je net de film hebt gezien. Ik hoop van harte dat dit hier ook het geval is. De filmversie is namelijk niet geweldig, maar dat kan ook aan de regisseur liggen.
Zoals Coen schrijft over de eerdere editie, is het fijn om een degelijk taaladviesboek te hebben waarop je kunt vertrouwen (zoals het ook fijn is dat Nederland een Groene Boekje heeft).
Dit boek verdient daarom een volwaardige recensie, zonder het bij voorbaat af te schrijven. Ik ben dan ook benieuwd naar wat in de volgende stukjes naar voren komt.
Marc van Oostendorp zegt
Zeker, het boek komt nog aan de orde. Ik wilde beginnen met de website omdat wat ik daarover zeg voor iedere lezer controleerbaar is. Wanneer ik het zodadelijk over het boek ga hebben, zouden mensen eerder kunnen denken dat ik selectief te werk ga. (Ik heb het boek zaterdag gekocht, ik denk dat dit zo'n beetje de eerste dag was dat het in de winkel lag.)
Anoniem zegt
Inderdaad, de toon van het advies is in deze voorbeelden duidelijk meer gericht op het voorkomen van kritiek dan op het effectief communiceren. Het is een beetje "op alle slakken zout leggen", terwijl veel slakken misschien door de tuin trekken zonder ook maar één dure plant aan te raken.
Maar dan vraag ik me wel af of het een probleem is dat Renkema geneigd is zijn mening te verkondigen, zonder naar andere meningen te verwijzen. Ik kan het mis hebben, maar ik denk niet dat de Schrijfwijzer (met in ongeveer even grote letters "Jan Renkema" op de omslag) pretendeert een overkoepelend adviesboek is, dat andere boeken moet overstijgen en een sluitend antwoord moet geven. Mocht er wel een boek zijn dat hét antwoord geeft, dan hoor ik dat heel graag! Eindelijk een einde aan de taaldiscussies, geen witte, geen groene maar een lichtgroene spelling, nooit meer grammaticale ambiguïteit en nooit meer een N400 in mijn hoofd 😉
Marc van Oostendorp zegt
Maar als we deze twee zaken combineren – de adviezen gaan over het voorkomen van kritiek én je krijgt alleen de mening van Renkema – dan is toch de conclusie dat de Schrijfwijzer een boek is dat gaat over schrijven zoals een indivduele taalgebruiker (Renkema) het goed vindt? Ik zie daar het nut niet zo van in, van een dergelijk boek, maar ieder zijn meug, natuurlijk.
Ik denk niet dat hét boek over deze kwesties bestaat, en ik denk ook niet dat het nodig is dat een dergelijk boek er komt: daar bestaat nu precies het internet voor, met een aantal goede en uitvoerige bronnen. De gebruiker kan daaruit zelf zijn keuze maken, of kiezen voor alleen, pakweg, de website van de Nederlandse Taalunie als leidraad. Discussies of N400'en in je hoofd gaan er niet mee weg, maar dat is ook niet nodig.
Anoniem zegt
Dan heb ik uw punt niet goed begrepen. Het is inderdaad niet onwaarschijnlijk dat er al genoeg bronnen zijn (met name online), en dat nóg een bron (hetzij op papier, hetzij op een website) juist voor meer verwarring zorgt.
Ik ben wel van mening dat de Schrijfwijzer in zijn volledigheid en leesbaarheid me van heel veel taalkwesties bewust heeft gemaakt (of bang, zoals u wellicht zou zeggen). En naar aanleiding daarvan weet ik nu mogelijke probleempunten in mijn eigen teksten te vinden, om vervolgens al Googlend (nog zo'n woord dat ik even moest Googlen trouwens) tot een oplossing of eigen mening te komen.