Als kind was ik gefascineerd door geheimtalen. In de Eppo en de Donald Duck stonden boodschappen zoals:
– Fdktj hr unnq sduqdcdmdm ne kdfdm.
Die boodschap zou je dan leiden naar een grote schat wanneer je hem kon ontcijferen. De ontcijfering was altijd veel te simpel. Het begint er al mee dat je aan deze tekst meteen kunt zien dat hij versleuteld is omdat het onwaarschijnlijk is dat sduqdcdmdm met zijn ene klinker een woord is in enige taal.
Ik ging dus op zoek naar de ideale geheimtaal, één waarvan je niet meteen kon zien dat hij een geheimtaal was. En eigenlijk ben ik daar nog steeds mee bezig.
De geheimtalen uit de Eppo volgden meestal het principe: je neemt de letter, en schuift een of meer plaatsen op in het alfabet. In plaats van a schrijf je b, in plaats van b schrijf je c, enzovoort. Een probleem daarmee is dat klinkers en medeklinkers dus door elkaar staan. Een eerste verbetering krijg je als je klinkers en medeklinkers los van elkaar ziet: je vervangt iedere klinker door een andere klinker, en iedere medeklinker door een andere medeklinker. Dat ziet er al meteen een stuk beter uit:
– Fekoj er tiiq satqacamam id kafam.
Dit zou eventueel al een bestaande taal kunnen zijn, maar eigenlijk zou het nog beter zijn als het er Nederlands uitziet. Daarvoor moeten een aantal problemen worden opgelost. Een daarvan is dat we de een op een relatie tussen klank en letter moeten loslaten. De ii staat in de oorspronkelijke tekst voor een lange klinker, en een lange i schrijven we in gesloten lettergrepen als ie. Laten we dan meteen de q uit het alfabet gooien:
– Fekoj er tiep satpacamam id kafam.
Cunnaprspuus
Ha, geheimtalen! Inderdaad een mooie herinnering aan de basisschooljaren, èn voor mij de eerste tekenen van mijn taalkundige interesse. Ik had echter niet altijd zin om ze te ontcijferen, wat soms tot penibele maar grappige situaties leidde.
Zo werden er bij ons in de klas geregeld briefjes doorgegeven met daarop de meerkeuzevraag: "Wil je met me gaan? ja/nee. Afzender …" Ik kraste meestal standaard nee door. Maar op een keer kreeg ik zo'n briefje in geheimtaal en koos ik snel voor ja, dat woord en de naam eronder had ik blijkbaar al wel even snel herkend. Maar later op het schoolplein bleek dat er twee namen onder hadden gestaan, van de hartsvriendinnen Petra en Astrid, daar kwam ik achter toen deze laatste me daarop aansprak en ik van niets wist. Erg gênant, ik had alleen de eerste naam herkend in het geheimschrift! Vanaf de vijfde klas kreeg ik meer interesse in echte talen en begon ik mezelf Deens te leren (naar aanleiding van een kinderfilm die blijkbaar veel indruk had gemaakt)
ontcijfer dit maar eens(: 6 pdimgtaisieapt-jhaa–nel—-"im"-
geen idee geen zin in
ik vind dit echt helemaal niets lasduhdfkasyusgfsauhfgiuas
iemand specialist over geheimtaal?
Nee ik weet niks