Zelden heb ik de pijn gevoeld die taalvariatie teweeg kan brengen, als toen ik gisterenmiddag in het gezicht van mijn buurvrouw keek. Het was mooi weer, ze had een pakje voor me aangenomen van de postbode dat ik kwam ophalen. Ze vertelde dat ze binnenkort ‘eindelijk’ ging promoveren en ze sprak me aan met u.
Toen ik haar voorstelde om elkaar te tutoyeren, kreeg ze die blik in haar ogen die me door de ziel sneed. ‘Ik vind dat wel een beetje moeilijk,’ gaf ze schoorvoetend toe.
Nu had ik deze week al eerder een moeilijk moment toen ik afscheid nam van een groepje stagiaires die het ook al lastig bleken te vinden om zelfs na het dienstverband jij te zeggen. Maar dit was een buurvrouw! Die toch al rond de dertig moet zijn, gezien het feit dat ze kennelijk redelijk lang over haar proefschrift gedaan heeft!
Ik heb er een paar maanden geleden al eens over geschreven, deze gevoeligheid die ik heb voor het gebruik van u. Ik documenteer nu maar eens dat het nu nog erger geworden is.
En dat er toch ook echt sprake is van taalvariatie. Ik zou er niet over denken om een buur die vijftien jaar ouder is dan ik met u aan te spreken, en al helemaal niet aarzelen als die buur het mij zou voorstellen. Goed, bij een tachtiger zou ik het ook wat moeilijk vinden.
Ik gebruik u toch kennelijk vooral om afstand te scheppen. Vandaar dat ik licht gekwetst ben – het voelt alsof die buurvrouw vindt dat ze maar voor mij moet oppassen, als ze nu je gaat zeggen, zit ik binnen de kortste keren bij haar op de bank Boer zoekt vrouw te kijken en de koektrommel leeg te eten. Als ik redelijk ben, weet ik dat dit niet klopt: u zeggen betekent voor haar iets anders. Of ze vindt me echt een ouwe man.
Ik documenteer dus. Hier is, ergens aan het begin van de 21e eeuw, een 44-jarige man die gekwetst is doordat zijn 30-jarige buurvrouw het moeilijk vindt om jij te zeggen. Waar moet dat heen.
David van der Vliet (puntnl) zegt
De keuze tussen "u" en "je" lijkt wel gebaseerd te zijn op een lastige formule. Het leeftijdsverschil speelt natuurlijk mee, maar ook de sociale rol die de gesprekspartners op dat moment hebben.
Ik ben op m'n 41e nog 'ns gaan studeren en ik had genoeg docenten die zo'n 10 jaar jonger waren dan ik. Op basis van leeftijd had ik ze met "je" mogen aanspreken, maar omdat ik op dat moment de rol van student had en zij van docent kon ik niet veel anders zeggen dan "u". En de omgeving telde dan ook mee: als al m'n medestudenten ook zo'n 40 jaar oud zouden zijn dan zou ik geneigd zijn de docent met "je" aan te spreken. En stel dat ik een jongere docent in de kroeg was tegengekomen. Zou ik dan onder die omstandigheden "je" mogen zeggen? Gelukkig heb ik dat dilemma nooit gehad.
Leo Rademakers zegt
Op enkelen na, zijn al mijn docenten bij Fontys ouder dan ik. Toch zeg ik op 55-jarige leeftijd (net als al mijn veel jongere medestudenten) 'je' tegen elke docent. Het heeft dus in ieder geval niet alleen te maken met leeftijd en de rol die je speelt (docent-student). Maar tegen onbekenden zal ik in eerste instantie altijd 'u' zeggen, althans vanaf hun 30e ongeveer. Het is dus toch een kwestie van 'persoonlijke afweging'. Wat hebben Engelsen het dan toch gemakkelijk…
Ingmar zegt
Bij mij zou voor de mate van gekwetstheid ook de individuele aantrekkelijkheid van de buurvrouw een rol spelen: bij een lelijk, oninteressant buurmens zou het mij niets kunnen schelen, maar door een sexy jong buufje zou ik (43 jaar) ook liever niet gevouvoyeerd worden 😉
Harry Perton zegt
U is fundamenteel dubbelzinnig. Met u kan je zowel positieve als negatieve afstand scheppen. In het ene geval zeg je u om respect uit te drukken, in het andere doe je dat om heel efficiënt te zeggen dat je niets met/van iemand hoeft.
Hannah Stoffels (een van de stagiaires) zegt
Thuis heb ik geleerd dat 'te netjes' nooit erg is, maar 'te onbeleefd' wel. Hetzelfde geldt voor feestjes: je kunt beter overdressed verschijnen dan underdressed, want dat laatste is zo gênant.
Als kind mocht ik van mensen altijd 'u' zeggen, dat werd juist zeer op prijs gesteld, want dan vonden ze dat ik netjes was opgevoed. Toen ik ouder werd, gingen steeds vaker mensen vragen of ik 'je' wilde zeggen. Ik vond dat heel vreemd, want in mijn ogen was 'u' zeggen juist een teken van correctheid. Voor mij heeft 'u' een positieve connotatie en daarom begrijp ik eigenlijk ook niet waarom mensen zich daardoor beledigd kunnen voelen. Ik vind dat – in alle eerlijkheid – wat overdreven. Ik zou daar zelf als hoorder ook niet zoveel waarde aan hechten en denken dat die persoon mij oud vindt bijvoorbeeld.
De regel over u-gebruik die ik thuis leerde (op het niveau van de pragmatiek?), is inmiddels zo ingebakken, dat hij niet makkelijk meer uit mijn systeem geraakt. Vandaag de dag vind ik het namelijk soms nog steeds moeilijk om 'je' te zeggen, bijvoorbeeld als het om contact met werkgevers gaat ; ). Zo kreeg ik ooit een briefje van een directeur van een museum waar ik werkte. Hij schreef mij bij zijn afscheid:'Hannah, wil je nooit meer u tegen mij zeggen?'.
Ingmar zegt
Leuk en goed geschreven, Hannah. Waar ben je trouwens een van DE stagiaires van?
Die museumdirecteur was trouwens wel een beetje laat dat hij dit verzoek pas bij zijn afscheid kenbaar maakte, of verwachtte hij jou daarna nog te zien en/of spreken? Zo niet, dan kwam zijn wens automatisch uit 😉
Voor mijzelf is mijn u-gebruik overigens wel vaak een teken van afstand, met name als ik iemand boven mij acht, in leeftijd of positie, of wanneer ik professioneel gezien iemand op een afstand dien of wens te houden.
Henk zegt
Ik begrijp wel wat Marc bedoelt. Ik ben een paar jaar jonger dan hij en vind het ook erg vervelend als mensen "u" zeggen. Van mijn piepjonge studenten kan ik het nog wel hebben, zij zien waarschijnlijk echt een afstand, maar als dertigers "u" zeggen, heb ik altijd de indruk dat ze in een formele rol willen blijven, op afstand, in functie, gereserveerd.
Dat komt misschien ook doordat we als docenten, zeker in een alfa-omgeving, gewend zijn om alles en iedereen te tutoyeren. Ik reserveer "u" voor hoogbejaarden, onbekenden bij de eerste kennismaking, mensen in functie en mensen met wie ik liever niet te veel te maken wil hebben. Als ik mensen een keer in levende lijve heb gesproken, moeten ze al erg oud of erg onaardig zijn, wil ik ze dan nog met "u" aanspreken. Mijn ervaring is dat dat voor de meeste collega's geldt, ook op andere universiteiten en hogescholen.
Ik weet wel dat anderen "u" als neutrale aanspreekvorm of als respectsvorm gebruiken, maar – zoals Hannah schrijft – je komt moeilijk los van het systeem dat je gewoon vindt.
Gaston Dorren zegt
Ik begrijp dat die regel uit je jeugd ingebakken is, maar anders dan jij zegt kan 'te netjes' wel degelijk erg zijn, of in ieder geval sociaal onaangepast. Je eigen voorbeeld illustreert dat ook: als je op een informeel feestje of een danceparty in galakleding opduikt, is dat ongeveer even gênant als wanneer je in spijkerbroek-met-gaten en verwassen T-shirt op een gala verschijnt. En 'te netjes' tijdens een sollicitatiegesprek kan je net zo makkelijk een baan kosten als 'te informeel' of 'te brutaal'.
Ik ben verder wel nieuwsgierig naar wat je bedoelt met de opmerking tussen haakjes 'op het niveau van de pragmatiek?' Júíst op dat niveau lijkt flexibiliteit me geboden, ook in het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden.
Hannah Stoffels zegt
De moeilijkheid in deze kwestie lijkt me, precies zoals Marc beschrijft, dat 'u' voor zijn buurvrouw waarschijnlijk iets anders betekent dan voor hem. De regel over wanneer 'u' op z'n plaats is en wanneer niet, is blijkbaar niet zo zwart-wit als een grammaticaregel die zegt dat 'hij' staat voor een man en 'zij' voor een vrouw (of een groepje mensen). Als spreker moet je dus inschatten welke aanspreekvorm op dat moment het meest op z'n plaats is. De hoorder mag ervan uitgaan dat de spreker dit zo goed mogelijk probeert te doen.
Mijn mening is – laat ik het dan zo stellen – dat overdressed minder erg is dan underdressed. Ik wil hiermee dus niet zeggen dat overdressed nooit gênant is. Hoe dan ook dacht ik me altijd op veilig terrein te bevinden wanneer ik voor 'u' koos in een twijfelsituatie. Nu blijkt dus dat de hoorder implicaturen aan het woord 'u' kan koppelen die ik niet maak, namelijk 'ze vindt me oud', 'ze wil afstand houden'. De hoorder kan het u-gebruik als een belediging opvatten, terwijl ik juist het tegenovergestelde probeer te doen. Moet ik dan met deze gevoelens van de hoorder rekening houden? Ik ben daar niet zeker van.
Marc wil in zijn conversatie met zijn buurvrouw graag dat zij 'jij' zegt in plaats van 'u', terwijl dat haar extra moeite kost. Een vreemde ontwikkeling als je het mij vraagt, vooral omdat de spreker hier vaak toe verplicht wordt dit te doen.
Gelukkig mag je bij ironie – iets anders wat zich op het pragmatische niveau van communicatie bevindt – nog wel zelf bepalen of je daar gebruik van maakt of niet. Hierbij kun je gewoonweg aftasten of het al dan niet aanslaat en daarop je communicatie – naar eigen inzicht – aanpassen, zonder dat de ander zegt: 'Ik heb liever dat je ironischer bent tegen mij'.
Hijme Stoffels (vader van Hannah) zegt
Kassière (begin 20): “Alsjeblieft.” Ik (begin 60): “Dank u wel.” Het zijn verwarrende tijden. Want wie gebruikt in welke situatie jegens wie ‘u’ dan wel ‘je’? Blijkbaar heeft de gevoelswaarde van ‘u’ en ‘je’ met generaties te maken, maar ook met individuele associaties van ‘verschuldigde beleefdheid’ en ‘ongewenste intimiteit’ versus ‘onprettige afstandelijkheid’ en ‘gemoedelijke nabijheid’.
Ik groeide op in een tijd dat het allemaal nog heel duidelijk lag. Als jongere diende je oudere personen als teken van respect met ‘u’ aan te spreken. Zo spreek ik mijn moeder ook nog steeds met ‘u’ aan. Mijn jongere zussen doen dat overigens allang niet meer. En ik mocht de docenten op de universiteit pas tutoyeren toen ik promovendus werd. In het sociale verkeer spreek ik mij onbekende volwassen personen (zoals de kassière) nog altijd met ‘u’ aan. “Mag ik u wat vragen?”
De zaak is vermoedelijk in de jaren zeventig gaan schuiven als onderdeel van de algemene trend naar informalisering en egalisering. In de twintig jaar dat ik zelf docent aan de universiteit ben heb ik de door studenten gebezigde brief-/mail-aanhef zien veranderen van “Geachte heer Stoffels”, naar “Beste
meneer Stoffels”, naar “Beste Hijme” en uiteindelijk naar het gemeenzame “Hallo” of “Hoi”. In het laatste geval zeg ik er wat van en moeten studenten een betere aanhef kiezen, alvorens ik hen
inhoudelijk antwoord geef. Dat doen ze dan ook wel weer braaf. Maar onlangs kreeg ik de volgende gepikeerde reactie van een student: “Ik snap niet zo goed wat er mis was met mijn vorige aanhef, volgens mij beledig ik u niet en is 'hallo' een gewone normale aanhef.”
Over vijftig jaar zal ‘u’ waarschijnlijk net zo vreemd klinken als ‘gij’ nu. Tot die tijd zal het een kwestie van voorzichtig laveren zijn in het sociale verkeer, ongeveer zoals op die postmoderne kruispunten zonder stoplichten en verkeersborden, waar alle verkeersdeelnemers elkaar nauwlettend in de gaten moeten houden om veilig aan de overkant te komen.
Ondertussen zou je (u?) kunnen onderzoeken wie in welke situatie om welke reden jegens wie ‘u’ dan wel ‘je’ gebruikt en hoe de bejegende dat ervaart. Het valt mij bijvoorbeeld op dat tv-presentatoren in talkshows sommige gasten (artiesten, sporters) met ‘je’ aanspreken en andere gasten (politici?) met ‘u’. Waarom is dat? Waarom spreken (sommige) jongeren iedereen met ‘je’ aan? En waarom krijg ik het niet over mijn lippen om mijn lieve moeder met ‘je’ aan te spreken?
Tot slot een jaren vijftig grap, die het jongere volk amper meer zal begrijpen: “Juffrouw, mag ik u tutoyeren?” “Jazeker, meneer, maar niet hier in het natte gras.”
Henk zegt
Wat me pas opvalt nu ik de reactie van Hijme Stoffels heb gelezen: studenten hebben soms inderdaad een sterke voorkeur voor "u", maar ze combineren die aanspreekvorm vaak met een in mijn ogen uiterst botte aanhef, zoals "Hallo" of soms helemaal niets. Voor mij is juist die combinatie erg onplezierig – ik lees "u" als afstandelijk en de aanhefvorm als bot, ongepast, dwingend.
Waarschijnlijk interpreteren de studenten hun korte aanhef helemaal niet als bot. Een paar jaar geleden hoorde ik van een collega dat een studente nogal was geschrokken toen ik haar had gevraagd om niet met de deur in huis te vallen, maar haar mails te beginnen met iets als "Beste Henk,".
Ingmar zegt
Dat aanhefprobleem van o.a. veel studenten zal wel uit het email-verkeer komen. Ik moet toegeven dat ik ook wel eens niets boven een mail zet, met name wanneer het een (zoveelste) reply is, maar ook wel juist wanneer ik niet weet of iemand een u of een je is, een geachte, beste of hoi…
Pepijn zegt
Een aantal losse observaties:
Ik merk dat ik tegen een en dezelfde caissière nu eens 'je', dan weer 'u' zeg. Dat heeft met afstand te maken: ben ik in een goede, joviale bui, dan is het 'je'; heb ik een laat-me-met-rustdag, dan wordt het automatisch 'u'.
Toen ik vorige week op een stembureau zat, stelde ik bij mezelf meermaals vast dat ik binnen het gesprekje ook varieerde: 'Heeft u er ook een identiteitsbewijs bij?', en bij het teruggeven 'Alsjeblieft.'
Bij sommige familieleden (ooms en tantes) constateer ik dat zowel 'je' als 'u' ongemakkelijk kan voelen. Variatie en eromheen praten ('Mag ik het zout even?', 'Kan het zout misschien …') is het gevolg.
Met het ongevraagd tutoyeren door studenten heb ik altijd moeite gehad. Als ik dan eenmaal een keer met diezelfde studenten op een borrel had gestaan, had ik er minder moeite mee. Het zou overigens niet bij me opkomen de studenten te vousvoyeren.
Docenten die ik in mijn studententijd vousvoyeerde ben ik vanaf dag een van mijn aanstelling als promovendus gaan tutoyeren. Dat voelde niet vreemd.
Asymmetrie in de aanpsreekvormen in een niet-hiërarchische context ervaar ik als onprettig, ook als er bijvoorbeeld een leeftijdsverschil is. Als iemand mij ongevraagd tutoyeert, tutoyeer ik lekker terug.
Marcel Plaatsman zegt
Als kind vond ik de regel helemaal niet zo moeilijk: alle andere kinderen waren "jij", alle volwassenen waren "u". De enige twee uitzonderingen waren mijn vader en mijn moeder, daar zei ik "jij" tegen. Opa's, oma's, ooms, tantes, meesters, juffen, buren, voorbijgangers: altijd "u". Nu ik zelf volwassen ben (ik ben 25) is het iets lastiger, want mijn leeftijdsgenoten, ook geen kind meer, zal ik toch meestal met "jij" aanspreken. De grens is onduidelijk geworden, soms is het een uniform dat haar optrekt: tegen een jonge conducteur zeg ik "u", maar tegen de medereiziger van dezelfde leeftijd "jij".
Mijn Belgische vriendin heeft sinds ze hier woont erg aan het Nederlandse gebruik van "u" en "jij" moeten wennen (in Vlaanderen kon ze bijna altijd met "gij" uit de voeten). In haar vrije tijd hanteert ze nu ongeveer dezelfde regels als ik. Op haar werk is het haast omgekeerd: tegen haar collega's zegt ze "jij", ook al zijn ze ouder, maar de klant is altijd "u", tenzij ze met kinderen te maken heeft (of als de klant zelf aangeeft liever getutoyeerd te worden).
Eigenlijk is die laatste stelregel niet gek: altijd "u", tenzij de aangesprokene nog een kind is of aan "jij" de voorkeur zegt te geven. Ik denk dat het moderne "u" dan ook een neutraal "u" is, "jij" is de uitzondering, en die uitzondering maak je eigenlijk alleen in vriendschappelijke of familiale kring. De grootste twijfel zit nog bij de definitie "kind", hoeveel jongeren vallen daar nog onder? Pubers sowieso, maar twintigers…?