Jean Dulieu had te veel talenten. Hij speelde een (korte) tijd mee in het Concertgebouworkest, hij tekende prachtig, hij schreef pakkende verhalen, en hij acteerde heel goed (of kon in ieder geval goed typetjes doen). Het waren misschien wel te veel talenten, verzuchtte hij soms. Het maakte dat hij niet kon kiezen, hij versnipperde zichzelf er alleen maar door.
Er mislukte dan ook wel het een en ander in zijn leven. Bij het Concertgebouworkest hield hij het niet lang vol, bijvoorbeeld. En hij schreef twee romans die nooit zijn uitgegeven; en je krijgt niet de indruk dat de biografe denkt dat dit alsnog zou moeten gebeuren.
Maar in Paulus de Boskabouter kwam het allemaal samen. Dulieu schreef zelf de teksten, tekende de strips, maakte de poppen voor poppenkastvoorstellingen en tv-series, deed bijna alle stemmetjes, behalve de ene die gedaan werd door zijn oudste dochter, en hield alles in de hand.
Die oudste dochter, Dorinde van Oort, heeft nu een biografie over haar vader geschreven. Ze laat zien hoe hij opgroeide met twee artistieke mannen met heel verschillende temperamenten – zijn vader was de wat sullige zanger en womanizer Hendrik van Oort, zijn grootvader van moeders kant de beminnelijke tekenaar Johan Braakensiek – en een groep nogal dominante vrouwen: zijn moeder, zijn oma, zijn tantes, zijn zussen, allemaal zouden ze weleens model hebben kunnen staan voor de heks Eucalypta.
Dorinde van Oort had natuurlijk heel makkelijk toegang tot de familie Van Oort en ze haalt dan ook moeiteloos dagboekfragmenten, de ongepubliceerde romans en andere documenten naar boven. Het is een aardig boek geworden over een wonderlijke man in een artistiek milieu die enerzijds redelijk succesvol is en tegelijkertijd niet helemaal waarmaakt waar hij altijd naar gestreefd heeft.
De titel van de biografie vind ik niet zo goed. Paulus de Boskabouter suggereert in deze context dat het karakter van Paulus autobiografisch was. Nu is Van Oort inderdaad voor allerlei personages de hele tijd op zoek naar wie daar model zou hebben kunnen staan – terwijl ik toch niet geloof dat de gemiddelde lezer nu zo verrukt zal wezen dat deze of gene oom weleens model kon staan voor de raaf Salomon – maar over Paulus zegt ze in dit verband niet zoveel – behalve dat Jan van Oort (Jean Dulieu was zijn pseudoniem, een verfransing van zijn naam) uiterlijk meer op Eucalypta leek.
Ook de ondertitel is niet zo geslaagd. Wat dat dubbelleven precies was, wordt niet helemaal duidelijk. Misschien hield hij er heimelijk homoseksuele gevoelens op na – maar het enige bewijs daarvoor is dat hij met twee of drie mannen in zijn leven hartelijke vriendschappen onderhield. Misschien dat hij eigenlijk romanschrijver wilde zijn, terwijl hij het natuurlijk uiteindelijk niet veel verder geschopt heeft dan iemand die zelfs op eigen gebied door Marten Toonder voorbijgestreefd is.
Of misschien, het interessantste scenario, dat hij zijn leven lang het verlangen had om in een klooster te leven. Na zijn trouwdag verdween hij een paar weken – zijn dochter denkt dat dit naar een klooster was, de Paulusabdij (!). Ook later moet hij iets schokkends hebben meegemaakt op bezoek in een Franciscaans klooster – zijn dochter denkt dat hij daar door de broeders betrapt is toen hij een pij aangetrokken had. En aan het eind van zijn leven beeldde hij zich af als monnik.
Hoe interessant zulke onderhuidse religieuze gevoelens ook zijn – en ze verklaren in ieder geval de voorkeur voor bijbelse namen in de Paulus-verhaaltjes –, een dubbelleven kun je het toch niet noemen. Ook daarvoor deed Dulieu weer te weinig met zijn vreemde neigingen.
(Het intrigerendst van alles vind ik de illustraties die hij bij zijn romans maakte en de rare tekeningetjes die ook los stonden van Paulus. Misschien kunnen die nog eens worden tentoongesteld. Ah, denk je onwillekeurig, als je zo’n boek leest: had Jean Dulieu die duistere krachten die hem tot zo’n vreemde godsdienstbeleving – Franciscanen als duiveltjes – leidde maar meer toegelaten! Was hij maar echt godsdienstwaanzinnig geworden! Wat een kunst had daar niet kunnen ontstaan! Aan de andere kant is de roman die hij daarover schreef, Maledictus, dus kennelijk mislukt.)
Ook in zijn dubbelleven was Dulieu dus niet echt succesvol. Dat is niet erg. Paulus de Boskabouter is een interessant boek omdat het nu eens niet gaat over een briljante en succesvolle (of onterecht niet succesvolle) kunstenaar, maar over iemand die er niet uithaalde wat erin zat.
Hans zegt
"teveel talenten". Oeps.
Marc van Oostendorp zegt
?
Greet zegt
te veel
Marc van Oostendorp zegt
http://nederl.blogspot.nl/2012/10/verdediging-van-de-dt-fout.html
plaatsman zegt
Maar naar 'n boek met "hij" verwijzen (laatste zin), dat praten ze zelfs daar niet goed. Het is wel een aardige vergissing, trouwens, waar Vlamingen meestal beter het aloude woordgeslacht aanvoelen dan Nederlanders, zullen ook zij nogal eens met "hij" naar "nen boek" verwijzen…