Vraag me niet waarom, maar gisteren verkeerde ik ineens op de website taaladvies.net. Wat een vreemde wereld is dat toch, de wereld van het taaladvies! Er is voortdurend iemand aan het woord die autoriteit wil bekleden, maar daar zelf niet echt in gelooft.
De website wordt onderhouden door de Nederlandse Taalunie, de Vlaams-Nederlandse overheidsorganisatie voor het taalbeleid. Hij wordt bij mijn weten gevuld door een commissie van ’taaladviseurs’, mensen die er hun beroep van maken anderen van advies te dienen over correct taalgebruik.
Het probleem daarbij is dat niemand weet wat ‘correct’ precies is, of wie dat bepaalt. Eigenlijk zou de overheid dat moeten doen, of in ieder geval die commissie in dienst van de overheid. Maar die willen dat om de een of andere reden niet, die schuiven het af op anderen. Maar wie dan? Dat is volkomen onduidelijk.
Over de constructie ik maak nooitgeen fouten schrijft taaladvies.net bijvoorbeeld: “Wij raden dit gebruik af, omdat het niet voor iedereen aanvaardbaar is.” Let wel: het gebruik wordt niet afgeraden op eigen gezag maar op dat van een ongenoemd aantal ongenoemde anderen die de constructie om ongenoemde redenen onaanvaardbaar vinden.
Dat is dus de enige reden! Er wordt niet gezegd: deze constructie is onlogisch, of ouderwets, of hij werd vroeger ook niet gebruikt, of godweet wat. Nee: er zijn mensen die hem niet aanvaarden!
Max zegt
Misschien een teken dat het Nederlands 'democratiseert'? Er had immers kunnen staan dat een dubbele ontkenning gewoonweg geen correct Nederlanders is.
Max zegt
Nederlands* dus
Peter-Arno Coppen zegt
Dat zijn allemaal terechte opmerkingen, maar waarom zou je een norm moeten onderbouwen met logica? Ik vind het op zichzelf niet zo vreemd om met consensus te werken, want per slot van rekening gaat het vaak om een sociale norm, en geen linguïstische.
Marc van Oostendorp zegt
Er is niets mis met een sociale norm, het lijkt me uiteindelijk de enige die we hebben. Je zou alleen een reden willen hebben waarom je je iets moet aantrekken van het feit dat sommige mensen iets niet aanvaardbaar vinden. Die reden kan zijn dat die mensen gelijk hebben (maar dan wil je weten waarom), of dat ze in de meerderheid zijn (maar dat lijkt me lang niet altijd zeker), of dat ze nu eenmaal de macht hebben. Dat er zomaar willekeurig wat mensen zijn die ergens bezwaar tegen hebben, is geen argument, omdat mensen tegen van alles en nog wat bezwaar kunnen inbrengen.
Gaston Dorren zegt
Een 'linguïstische norm' zou zelfs een contradictio in terminis zijn, denk je ook niet? Ten slotte gaat wetenschap over wat is, niet over wat hoort. Een taaladviseur, zelfs al is hij taalkundige, is in die rol per definitie niet met wetenschappelijk werk bezig. De meeste taalkundigen worden dan ook wat ongemakkelijk, heb ik het idee, als hen om dit soort advies wordt gevraagd.
Hoe dan ook deel ik Marcs verbazing over de genoemde redenering. Door te zeggen 'Sommige mensen storen zich…' schildert de Taaunie die geïrriteerden af als onverdraagzame tsk-tsk'ende hoofdschudders, terwijl die mensen gewoon een eeuwenoude standaardtalige norm in ere houden. Taalkundigen kunnen de betrekkelijkheid van die norm inzien, maar ja, daar heeft de bezoeker van die advieswebsite niet zo veel aan. Die wil, denk ik, gewoon weten 'hoe het hoort'. En naar mijn mening zou de Taalunie die taak zonder omhaal en zelfbewust moeten vervullen, in plaats van ter rechtvaardiging naar mopperende minderheden te verwijzen.
jj zegt
Toen de Zuid-Afrikaanse poëziesite Versindaba mij vroeg om iets over Vlaanderen en het Vlaams te schrijven schreef ik o.m. dit:
"Het mag geen wonder heten dat uitgerekend een Vlaming extra gevoelig is voor de taalproblematiek in een multilinguaal land. In geen enkel ander land is de taal zo’n beladen onderwerp als in België. Het Nederlands is nu een officiële taal in België maar dat was wel even anders bij de (artificiële) stichting van dit koninkrijk in 1830. Toen was het Frans de officiële taal. Vlaanderen was op dat ogenblik een amalgaam van ontelbare dialecten die zo sterk van elkaar verschilden dat een Antwerpenaar een inwoner van de kust 5O km verderop onmogelijk kon verstaan. Door die vergaande verbrokkeling van de taal was het Vlaams in de ogen van de Franssprekende hogere klasse een ‘patois’ een ‘bastaardtaal’ een ‘boerentaal’ (niet te verwarren met de Zuid-Afrikaanse Boeren." http://bit.ly/RLDFV5
In die context is de roep om taaladvies historisch te verklaren.
De VRT is altijd de bewaker geweest van de standaardtaal. Toen de vrt-taaladviseur Ruud Hendrickx in 2011 een voorstel indiende om meer regionale accenten toe te laten bij de openbare omroep (naar het voorbeeld van de BBC waar Schotse, Welshe accent toegelaten worden in het journaal) stond half Vlaanderen in rep en roer.
http://www.vrt.be/nieuws/2011/10/meer-schakeringen-standaardtaal
Ik herinner me vooral de scherpe uithaal van sportjournalist Mark Uytterhoeven op de VRT-taaldag. Tijdens een gesprek over sporttaal samen met Mart Smeets, hield hij een pleidooi voor het bewaren van een zuivere taal en stak hij stevig de draak met de tussentaal.
http://www.sporza.be/cm/sporza/videozone/archief/MG_opvallend_hoofd/MG_opvallend/1.1140859
Peter-Arno Coppen zegt
Met 'linguïstische norm' bedoel ik de taalkundige vaststelling dat iets past binnen het taalsysteem of niet. Dat kan een structurele, statistische of historische vorm aannemen. Bij de sociale norm gaat het volgens mij om een 'kritische massa': zijn de tegengeluiden van voldoende gewicht? Marc, wat jij volgens mij ter discussie stelt is dat het erop lijkt dat een enkele ergeraar, of een klein clubje, die hele norm kan beïnvloeden. Dat ben ik graag met je eens. Ik vind zo'n knieval voor de zeurpieten ook vaak te ver gaan. Maar anderzijds kan het ook geen louter statistische kwestie zijn, want dat is een vorm van linguïstische norm. In een sociale norm hebben sommige elementen meer gewicht dan andere, en hoe dat precies zit dat weet ik eigenlijk niet. Blijkbaar hebben mensen die zich ergens aan storen bij taaladviezen meer gewicht dan mensen die ergens prijs op stellen.
Is het ook niet iets elitairs? Naar analogie van bijvoorbeeld dat veel mensen van boeketreeksromans houden, maar dat er toch iets van een norm van een minderheid is die voorschrijft dat ze niet serieus genomen mogen worden?
Marc van Oostendorp zegt
Met dat laatste kom je volgens mij dicht in de buurt: impliciet in het advies van de Taalunie is dat je *in dit geval* om niet nader toegelichte redenen rekening zou moeten houden met de mensen die het niet aanvaardbaar vinden.
Het opvallende is dat de taaladviseurs in dit specifieke geval ook nog vrij expliciet zeggen dat de reden waarom die mensen zich ergeren geen hout snijdt (dat maakt het dus een beetje anders dan het boeketreeksgeval.)
Miet zegt
De mensen van die taaladviesdienst,het zijn er 70 en evenwichtig verdeeld over NL en VL, werken op hun intuïtie, hun buikgevoel. Als zij de indruk hebben dat het frequent en geaccepteerd is, en de meerderheid heeft die indruk, dan wordt dat het advies. Het zijn bovendien allemaal mensen met een taalopleiding en -beroep: tekstschrijvers, journalisten enz. Geen voltijdse taaladviseurs dus. Mensen die ondergedompeld zijn in taal, die zelf ook wel eens een taaladviesboekje of -site raadplegen en die voeling hebben met wat over het algemeen wel en niet geaccepteerd wordt door de 'spraakmakende gemeente'. En ja, dat kan je weten, er wordt namelijk zeker geprotesteerd als er bv. via het een of ander medium een woord, uitdrukking of constructie wordt gebruikt die niet geaccepteerd wordt. Het gaat hier dus helemaal niet om toevallige indrukken van een enkeling. Aan de andere kant, heel wetenschappelijk onderbouwd is het nu ook weer niet.
Miet zegt
Dit klopt. Veel Vlamingen hebben een heel dubbelzinnige houding ten opzichte van standaardtaal. Aan de ene kant zijn ze gèèn Hollanders, aan de andere kant is hun (standaard)taal gèèn Verkavelingsvlaams 😉 Ze hebben houvast nodig, en die houvast bieden de taaladviesdiensten en -boekjes.
Nu, tijden veranderen, en ik heb het gevoel dat er een omslag bezig is.
Miet zegt
Marc: zie mijn antwoord hieronder. Dat clubje bestaat uit een 70-tal mensen, die allemaal op een of andere manier professioneel met taal bezig zijn: journalisten, tekstschrijvers, enz. Dat maakt het inderdaad wat elitair. Aan de andere kant richten zij zich beroepshalve op een bepaald publiek, en weten zij dat als ze woorden en constructies gebruiken die 'niet geaccepteerd' worden, om welke reden dan ook, zij klanten verliezen. Ze hebben dus wel degelijk voeling met de 'spraakmakende gemeente'.
Het grote probleem zit hem eigenlijk in de definitie van de standaardtaal. Wat is dat precies? Net Taaladvies.net stelt zich daar het meest soepel op. Meer info daarover vind je overigens in een artikel in het boek De manke usurpator, dat de verschillende taaladviesdiensten en -boeken bespreekt.
Anoniem zegt
Hihi! Het is geen Nederlanders, maar Vlamingers…
Edwin zegt
Taaladvies.net helpt me wel degelijk. Als copywriter wil ik zo verstaanbaar mogelijke teksten schrijven, en tegelijkertijd toch het Nederlands geen geweld aandoen. Amsterdam en "haar" grachten zul je dan ook niet uit mijn pen zien vloeien, ook al kom je die verkeerde constructie om de haverklap tegen. En in Taaladvies vind je heus geen omzwachtelde vergoelijking van die fout. (http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1280).