De toekomst van de geschreven taal moeten we natuurlijk zoeken in het kinderboek. De kinderboekenserie Vos en Haas van de Vlaamse schrijfster Sylvia Vanden Heede en de Nederladse illustrator Thé Tjong-Khim gaat eigenlijk over taal. De boekjes schijnen in eerste instantie vooral bedoeld te zijn om kinderen zelf te leren lezen, maar ook populair te zijn voor kinderen die dat allang onder de knie hebben. Er worden spelletje in gespeeld met de spelling en met woordbetekenis.
En er wordt ook iets gedaan met de typografie waar ik nog wel een toekomst voor zie buiten het kinderboek.
Hier is een voorbeeld uit het deeltje Wat een kou, Vos en Haas!
‘Geef mij je pet, Vos. en je sjaal en je wanten en je dikke trui. Dan is mijn pop echt af’, zegt Haas. ‘Dan wil ik jouw laarzen en je muts en je warme jas‘, zegt Vos.
Eén van de nadelen van geschreven taal tegenover gesproken taal is dat er een hele laag ontbreekt: die van de zinsmelodie. Om de een of andere reden hebben de mensen het eeuwenlang zonder gedaan: een armzalig setje leestekens (de punt, de komma, het beletselteken, het gedachtestreepje), dat is waar we het al eeuwenlang mee doen.
De laatste jaren komt er iets los: er worden smileys gebruikt en nieuwe afkortingen (het woord yolo — ‘you only live once’ — dook de afgelopen maand in allerlei landen op als woord van het jaar). Waarom dat precies zo is, is volgens mij nog onvoldoende uitgezocht. De technische mogelijkheden waren er altijd al (zo bijzonder is een smiley nou ook weer niet). De standaardverklaring is dat de schrijftaal door de snelle communicatie spreektaliger wordt en informeler, maar hoe dat precies in zijn werk gaat, weet niemand.
In ieder geval opent het nieuwe mogelijkheden voor nog meer typografische ondersteuning. Zoals in het verhaal over Vos en Haas: woorden met extra nadruk zet je wat groter. Twintig jaar geleden was zoiets nog moeilijk typen; nu is het niet moeilijker dan cursiveren.
En een hele generatie groeit er momenteel mee op. Wacht maar tot zij over twintig jaar de pen ter hand nemen.
Peter-Arno Coppen zegt
Mee eens, maar voor de echte avantgardistische experimenten moet je natuurlijk in de kunst zijn, zoals de literatuur, waar Paul van Ostayen ook dit soort typografische experimenten in zijn poëzie toepaste.
Boekenliefhebber zegt
Prachtig! Zouden er ook geen kinderboekjes gemaakt kunnen worden met zogenaamd héél moeilijk jargon (technisch, juridisch, …): voor een kind is het waarschijnlijk even makkelijk te leren en te behappen.
Marc van Oostendorp zegt
Het lijkt me niet onaannemelijk dat soort experimenten in eerste instantie opkomen in de kunst / de poëzie. Zo'n kinderboek maakt het dan wat acceptabeler of toegankelijker voor een groter publiek, tot de mensen zich ooit gaan afvragen hoe men ooit zonder dat soort middelen heeft kunnen lezen (en Multatuli en Mulisch' opnieuw gezet worden met deze aangaapte typografie).