Ik erger me zelden tot nooit aan Engelse woorden in de Nederlandse taal; sterker nog, ze vallen me meestal niet eens echt op. Maar de laatste tijd kom ik in tijdschriften en kranten steeds vaker een eigenaardig woord tegen: oppoppen. Afgelopen zaterdag in Trouw weer, in de rubriek Wat doen we? (blz. 29 in de bijlage Tijd). Dit staat er:
Ze poppen overal op: huiskamerrestaurants.
Nou denk ik te begrijpen waar dit vandaan komt. Een zoekactie via Google levert een aantal treffers op waar het woord oppoppen steeds wordt gebruikt in de betekenis van ‘het verschijnen van pop up-vensters’. In die context vind ik het in ieder geval minder vreemd om het woord tegen te komen, alhoewel ook niet heel mooi. Maar in het genoemde geval in Trouw gaat het over huiskamerrestaurants; iets uit de tastbare realiteit dus. Dat is in mijn ogen net zoiets als wanneer je de ramen in je huis windows zou gaan noemen, omdat je dat woord zo vaak tegenkomt op je computer.
Zijn we hier nu getuige van de geboorte van een nieuw leenwoord als gevolg van de alomtegenwoordigheid van pop up-vensters op het internet? Ik hoop toch eigenlijk van niet, want het Nederlands heeft prima woorden voor wat de schrijver wil uitdrukken. ‘Ze duiken overal op: huiskamerrestaurants’ of ‘Ze verschijnen overal (etc.)’. Andere termen uit het computerjargon hebben trouwens een keurige Nederlandse vertaling gekregen, die door de meeste Nederlanders gebruikt wordt: window werd venster; mouse click werd muisklik.
Voor Nederlanders van 110 jaar en ouder kan het hier omschreven gebruik van oppoppen trouwens nog voor verwarring zorgen ook, want volgens het WNT was het woord rond 1900 in het Zuiden van Nederland nog in gebruik in de betekenis van ‘als eene pop (modepop) optooien, oppronken’.
In een column in het AD van 17 oktober 2000 heeft Peter Burger een formule gegeven voor het berekenen van de ergerwaarde van Engelse leenwoorden. Deze “is gelijk aan hun lengte (in letters) gedeeld door hun verblijfsduur (in jaren); wanneer er een gangbaar Nederlands alternatief voorhanden is, wordt de lengte met tien vermenigvuldigd”. Helaas ken ik de verblijfsduur van het woord oppoppen niet (lang zal het niet zijn), maar door die laatste factor, de aanwezigheid van een gangbaar Nederlands alternatief (namelijk opduiken of verschijnen), zou die ergerwaarde weleens behoorlijk hoog kunnen uitvallen. Bij mij is dat in ieder geval wel zo.
In het artikel Tien redenen in Onze Taal van juni 1987 heeft J.J. Bakker een aantal goede redenen opgesomd voor het gebruik van vreemde woorden in het Nederlands. Hij noemt bijvoorbeeld afwezigheid van een Nederlands equivalent, behoefte aan een eufemisme, of vergroting van de zeggingskracht. Maar geen van die tien redenen gaat op voor het gebruik van oppoppen zoals het de laatste tijd opduikt in Nederlandse tijdschriften en kranten. Ik hoop dan ook stiekem dat dit leenwoord het woordenboek niet gaat halen.
Maarten van der Meer zegt
Oppoppen heeft toch wel een andere gevoelswaarde dan opduiken of verschijnen. Bij oppoppen zie ik voor me: "Plop! Daar is-tie!"
In de zin over restaurants lijkt "als paddenstoelen uit de grond schieten" me een aardig alternatief, maar voor het verschijnen van een popupvenster volstaat die vertaling niet. Wat mij betreft is het woord oppoppen een nuttige aanvulling op onze taal.
Trouwens, een ander Engels woord dat – naar mijn indruk – snel opgang aan het maken is, is awkward.
Je komt het tegen in gewone zinnen als "het was een heel awkward gesprek" maar ook vaak als uitroep "awkwaaaard!", als commentaar op een ongemakkelijke situatie.
plaatsman zegt
In Vlaanderen wordt die woonkamer al "living" genoemd, daar kan dan best wel wat in oppoppen, vrees ik.