Door Gaston Dorren
Het is goed dat journalisten over wetenschap schrijven. Kun je tenminste nog eens lachen. Zeker als ze over taalkunde schrijven.
Eergisteren deed bioloog Mark Pagel een taalkundige bewering die hem – als hij gelijk heeft – beroemd kan maken. Hij meent 23 woorden te hebben gevonden die we zó vaak in de mond nemen dat ze extreem stabiel zijn. Ze veranderen wel geleidelijk van vorm, zoals alle woorden, maar ze worden niet gemakkelijk vervangen.
Begrippen als ik, wat, moeder en man lijken dan ook in heel veel talen op elkaar. Niet alleen in de Indo-Europese talen, maar ook in nog zes andere families: de Fins-Oegrische (zoals Fins en Hongaars), de Altaïsche (zoals Turks en Mongools), de Dravidische (in Zuid-India), en in nog een flink aantal talen in de Kaukasus en Arctica. Al die talen moeten wel een gezamenlijke voorouder hebben, redeneert Pagel, en hij meent dat die een kleine 15.000 jaar geleden werd gesproken.
Begrippen als ik, wat, moeder en man lijken dan ook in heel veel talen op elkaar. Niet alleen in de Indo-Europese talen, maar ook in nog zes andere families: de Fins-Oegrische (zoals Fins en Hongaars), de Altaïsche (zoals Turks en Mongools), de Dravidische (in Zuid-India), en in nog een flink aantal talen in de Kaukasus en Arctica. Al die talen moeten wel een gezamenlijke voorouder hebben, redeneert Pagel, en hij meent dat die een kleine 15.000 jaar geleden werd gesproken.
Heeft hij gelijk? Geen idee. Ik ben zelf ook journalist, dus ik heb het oorspronkelijke stuk (in PNAS) niet gelezen, en ik zou sowieso de methodologie niet kunnen beoordelen. Pagels stelling lijkt me vermetel en spannend, maar niet bij voorbaat absurd. Een ‘Euraziatische’ superfamilie is eerder voorgesteld, maar tot dusverre zijn de meeste deskundigen verre van overtuigd. Afwachten maar hoe het verdergaat. (Deze reactie laat misschien al zien welke kant het op zal gaan: ‘rubbish’.)
Intussen valt er genoeg plezier te beleven aan hoe Pagels conclusies in sommige nieuwsmedia verschijnen. Onder de kop ‘Onze voorouders uit de IJstijd gebruikten ongeveer dezelfde woorden als wij’ schrijft Scientias.nl bijvoorbeeld: ‘Het onderzoek suggereert dat er ongeveer 15.000 jaar geleden wereldwijd één taal gesproken werd’. Welke crypto-Esperantist heeft dát verzonnen?! De Aborigines leven al meer dan 40.000 jaar in Australië, en de Afrikanen nog langer in Afrika. Zijn die allemaal speciaal overgekomen voor een zomercursus Oud-Euraziatisch? En trouwens, hoezo ‘ongeveer dezelfde woorden’? Die 23 misschien, ja, maar al die duizenden andere dus niet. Ik vrees dat ik mijn indruk van Scientias.nl ernstig moet bijstellen. En trouwens ook die van de Deense wetenschapssite Videnskab.dk, die even hard miskleunt met de kop ‘Taalonderzoekers vinden ’s werelds oudste woorden’.
Mijn favoriete tijdschrift New Scientist heeft een nieuwsbericht dat de feiten goed lijkt weer te geven, maar plaatst daar een kaartje bij dat ritselt van de onnauwkeurigheden. Griekenland, Cyprus en Moldavië behoren opeens op raadselachtige wijze niet meer tot het Indo-Europese taalgebied, maar Baskenland en Estland zijn juist toegetreden. Azerbeidzjan, Sri Lanka, Noord-Canada en Groenland staan wit op het kaartje, terwijl men daar toch ook ‘Euraziatische’ talen spreekt. Details misschien, maar toch wel vrij omvangrijke details, en niet bevorderlijk voor mijn vertrouwen in de infographics van New Scientist.
De weergave van de 23 woorden gaat ook niet altijd goed. Sowieso lees ik nergens dat de Engelse en Nederlandse woorden lang niet allemaal voortgekomen zijn uit die oude Euraziatische woorden. Hand, jullie en geven zeker niet (in tegenstelling tot main, vous en donner, trouwens); over de andere twintig heb ik te weinig informatie. Maar ook de vertaling uit het Engels leidt tot vreemde formuleringen. Zo schrijft Nu.nl: ‘Het gaat in sommige gevallen om verouderde woorden zoals het Engelse thou (gij in het Nederlands).’ Daar staat niets onwaars, maar verwarrend is het wel, want gijmag dan ouderwets klinken, het heeft niets met thou te maken, laat staan met Euraziatisch. De Friese, Groningse en Limburgse woorden voor thou oftewel ‘jij’ (namelijk do, doe en doe) hadden de zaak meer verhelderd dan gij, want die behoren, als Pagel gelijk heeft, wel tot het groepje van 15.000 jaar oude woorden.
Een Spaanstalige weergave van Pagels onderzoek maakt het bonter. Hier wordt het woord bark vertaald als ladrido (‘geblaf’). Dat is soms een correcte vertaling van bark, maar ditmaal ging het toch echt om ‘boomschors’. Datzelfde medium illustreerde zijn verhaal trouwens met het plaatje hierboven. U kunt het vergroten door erop te klikken – maar een aanrader is dat niet. Brr.
Ik besef het: ik heb gemakkelijk bloggen. Onder tijdsdruk een nieuwsbericht schrijven over een specialistisch onderwerp, zoals journalisten afgelopen dinsdag moesten doen, dat zijn nu eenmaal de ideale omstandigheden om enorm te blunderen. Ook voor mij: als ik alle kopij zou teruglezen die ik in mijn persbureaudagen heb geschreven, zou ik vast af en toe blozen. En niet alle nieuwsberichten die eergisteren over dit onderwerp zijn verschenen waren slecht, zeker niet. Maar van media als Scientias.nl en Videnskab.dk verwacht ik toch echt dat ze hun naam wat meer eer aandoen.
En dat geldt al helemaal voor de website van Science, die het in een fotobijschrift bestaat om te suggereren dat de taalverscheidenheid in Europa en Azië wellicht ontstaan is door … de toren van Babel. Nu begint het lachen me toch echt te vergaan.
Marc van Oostendorp zegt
Sally Thomason (een zeer goede taalkundige) heeft goed commentaar op het onderzoek geschreven op Language Log: http://languagelog.ldc.upenn.edu/nll/?p=4612
Herman Callens zegt
Journalisten moeten wel eens meer schrijven over onderwerpen waar ze niet zoveel kaas van hebben gegeten. Best frustrerend, m.n. voor de lezer, die toch rekent op een adekwate voorstelling van zaken. Kortom, hoe veel/weinig is eigenlijk betrouwbaar?
Overigens vind ik dit onderwerp best spannend (cf. een eerdere discussie). Alleen verbijstert het wel hoe (sommige) voor- en tegenstanders te keer gaan tegen de 'bedriegers en knoeiers van de ergste soort' die de anderen steevast heten te zijn. Zijn de feiten die men kent niet genoeg? Of zijn enige voorzichtigheid en een open (maar niet onkritische) blik toch veeleer aangewezen?
Taalprof zegt
Het idee van een centrale of primaire woordenschat is al zo oud als de historische taalkunde volgens mij. Zie bv Van Bree op dbnl voor een basale discussie over die problematiek.
Taalprof zegt
Marc, een tip: je kunt een url in een reactie aanklikbaar maken door de htmltag a te gebruiken (a href="url") klik (/a), maar dan met spitse haakjes. Blogger interpreteert een paar tags, ook in het reactieveld
Herman Callens zegt
Net gelezen en kijk, Sally Thomason pakt het wél met "open (maar niet onkritische) blik" en zakelijk aan.
Gaston Dorren zegt
Ik was je 10 minuten voor! 🙂
Jacques zegt
Piotr Gąsiorowski (langevo.blogspot) is toevallig net in april en mei 2013 in zijn blogs bezig de zoektocht naar pre- en proto talen in een duidelijk perspektief te zetten. Heel interessant om te lezen! "De oertaal" cirkelt hoogstwaarschijnlijk in een baan om de aarde net als die beroemde theepot…
Gaston Dorren zegt
Ja, dat is goede timing inderdaad. Hij moppert nu al, en ik vermoed met recht en reden.
En die theepot – is dat zo iets als het vliegende spaghettimonster? Of toch iets heel anders?
Jacques zegt
Nou, het geloof in een "eerste taal" wordt wel niet zo vurig beleden als veel andere overtuigingen, maar blijkbaar is het toch een te aantrekkelijke gedachte voor velen.
Bertrand Russell kwam (1952) met de volgende analogie (over religie, maar in feite over alle gevallen waar niet-empirisch-ondersteunde hypothesen een eigen leven gaan leiden als basis voor verder denken en handelen):
"Als ik zou stellen dat er tussen de Aarde en Mars een porseleinen theepot in een ellipsvormige baan rond de zon draait, dan zou niemand het tegendeel kunnen bewijzen als ik er bij zou zeggen dat de theepot te klein is om gezien te worden, zelfs als onze sterkste telescopen gebruikt zouden worden. Als ik dan zou zeggen dat, aangezien het tegendeel van mijn stelling niet bewezen kan worden, het een ontolereerbare miskenning van het menselijk verstand zou zijn om aan mijn stelling te twijfelen, dan zou iedereen me voor gek verklaren. Maar als het bestaan van deze theepot erkend zou worden in antieke boeken, die elke zondag als de heilige waarheid wordt aangeleerd en waarmee de hersenen van kinderen geïndoctrineerd zouden worden, dan zou afzien van geloof in zijn bestaan een teken van excentriciteit worden en zou iemand die dit doet in het verlichte tijdperk voorgeleid worden aan een psychiater of in een eerder tijdperk aan de Inquisitie."
Milfje Meulskens zegt
Tsja, zo gaan mensen ook in de wetenschap met elkaar om. En inderdaad kennen we de feiten absoluut niet goed genoeg om er "definitieve" theorieën over te formuleren. Dat heeft tot gevolg dat men nogal extreem kan zijn in wij-en-zij gedrag. Is jammer, maar ook heel erg menselijk: het is m.i. vergelijkbaar met politieke meningen: daar heeft ook niemand gelijk, en is niemand te overtuigen.
HC zegt
Maar, het gaat hier niet over religie, toch? Wat de taalgeschiedenis betreft, hebben theepotters en niet-theepotters voorlopig allebei vooral hun eigen (on)geloof en bitter weinig concreet bewijsmateriaal (laat staan dat het doorslaggevend zou zijn). Als er pijlen moeten worden gericht, dan wellicht naar beide kampen, maar nog beter: doorgaan met álle soorten onderzoek. Door méér te proberen ga je uiteindelijk niet vérder van de waarheid terechtkomen, zou ik denken.
Jacques zegt
Misverstanden voorkomen, niet zinvol om het hier over religie te hebben, en daarnaast: er is niets mis met historische taalkunde of het onderzoeken van verwantschappen tussen talen of etc. etc.
De hypothese echter van een allereerste taal, waar alle andere van afstammen, lijkt me vanuit een taalwetenschappelijk oogpunt net zo vruchtbaar als het Adam en Eva verhaal voor de biologie.
HC zegt
Dat lijkt me toch te sterk. De andere hypothese, dat taal meer dan eens in ontstaan in aparte groepen mens(achtig)en heeft ook een aantal niet zo plausibele consequenties. Ik zou geen van beide hypothesen te snel gaan ridiculiseren, want geen van beide verdient een vergelijking met het Adam-en-Evaverhaal.
Jacques zegt
Het alternatief voor het Adam-en-Eva verhaal is toch ook niet, dat er onafhankelijk van elkaar meerdere Adam-en-Eva paren waren…?
HC zegt
Nou. Als u monogenese te gek voor woorden vindt, wat ik afleid uit uw vergelijking met het Adam-en-Evaverhaal, dan vraag ik me af wat u als alternatief ziet en dan kom ik uit bij polygenese. Toch? Nu, ik weet ook dat we in beide gevallen een aantal "variaties" op het thema kunnen hebben, maar in wezen komt het toch neer op één van de twee basisopties? Indien niet, wat is dan het alternatief dat van beide zó afwijkt dat het niet op die twee is terug te voeren? Of: wat is het alternatief voor het Adam-en-Eva verhaal zonder anderen?
Jacques zegt
Ik weet niet in hoeverre de analogie tussen "taal" en "mens" door te voeren is, dat is ook niet het belangrijkste.
Maar: wat wij nu bedoelen met "een taal", en wat wij nu bedoelen met "het verschil tussen twee talen"…gewoon nu in de moderne tijd, dat is al zoooo moeilijk exact te definieren. Kunnen we ooit zoveel weten over een paar talen van een aantal duizend jaar geleden, dat we kunnen beslissen dat ze even verschillend of overeenkomend waren als Duits en Frans nu? Kunnen we ooit ook maar benaderen of er een overgangstijd was waarin mensen of mensachtigen overstapten van een of ander dierlijk communicatiemiddel naar zinnen met een grammatica en recursie en noem al die taalkenmerken maar op?
HC gebruikt termen als "ridiculiseren" en "te gek voor woorden vinden", mijn doel was niet om een soort debat tussen strijdende partijen te veroorzaken. Ik schreef eigenlijk alleen maar dat de hypothese van een allereerste taal, waar alle andere van afstammen, me uit wetenschappelijk oogpunt niet vruchtbaar leek.
Geen eerste mens, geen eerste vis, geen eerste boom, geen eerste schoen, geen eerste lied, geen eerste taal; jammer, was het maar zo gemakkelijk. Van al dit soort niet exact definieerbare categorieen vervaagt de oorsprong als je maar ver genoeg teruggaat. De "eerste" boom was geen boom maar een struik, de "eerste" schoen was meer een soort sok, etc. Op een gegeven moment zijn die dingen echt geen "familie" meer van elkaar.