Een van mijn favoriete internationale talen is het Solresol, van de negentiende-eeuwse vioolleraar Jean François Sudre. Die taal was gebaseerd op de gedachte dat de bestaande talen teveel verschillende lettergrepen hebben. Sudre ontwierp daarom een taal met slechts zeven lettergrepen: do, re, mi, fa sol, la en ti.
Een groot voordeel van die taal was dat je hem niet alleen kon spreken, maar ook op een trompet spelen, en, wanneer je het kleurenspectrum in zevenen verdeelde, ook bijvoorbeeld via gekleurde vlaggen kon seinen.
Jammer genoeg kent de dichter A.H.J. Dautzenberg het Solresol niet. Hij bracht de afgelopen week een bundel gedichten uit, Na de punt (asterion), die allen bestaan uit afbeeldingen van gekleurde snookerballen. (Hier staat een voorbeeld; hier is Dautzenbergs voorwoord.) Een vraag die zich hierbij voordoet is: hoe gaat Dautzenberg die gedichten voorlezen?
Gelukkig is hem de vraag inmiddels ook gesteld, op het digitaal cultureel magazine De optimist:
De snookergedichten kan hij overigens prima voordragen: Dautzenberg noemt gewoon de kleuren op.
Dat is natuurlijk een wat primitieve manier van doen. Bovendien verliezen de gedichten daarmee ook meteen hun universaliteit: de gemiddelde Oekraïener heeft niet zoveel met de woorden zwart – geel – geel – rood. Hoeveel mooier zouden de gedichten niet worden, hoeveel meer betekenis zouden ze niet krijgen wanneer we ze in Solresol zouden lezen?
Het geniale van Sudres uitvinding was dat voor iemand die Solresol spreekt vrijwel alles een extra betekenis krijgt: het T-shirt dat een meisje op straat draagt, het liedje dat de bouwvakker fluit. En dus ook gekleurde snookerballen.
Daar kan Dautzenberg niet tegenop: de hele wereld een nieuwe betekenis geven dat is nog wel andere koek dan een verzameling gekleurde balletjes als controversiële dichtkunst presenteren. ‘Taal is uiteindelijk ook maar een model’, zegt hij in het interview De optimist. Ik heb geen idee wat hij daarmee bedoelt. Maar er is al veel ingrijpender aan dat model gemorreld dan met deze verzameling.
Gaston Dorren zegt
Ha, het Solresol van Sudre! Een taal met lange woorden die erg op elkaar lijken, maar toch ook wel een briljant idee. Het verbaast me dan ook dat ik nergens, maar dan ook nergens een plaquette, standbeeld of ander publiek eerbetoon aan deze creatieve musicus heb kunnen vinden, zelfs niet in zijn geboorteplaats Albi. Alleen de vredesvlag, met haar zeven kleuren, zou je zo kunnen opvatten, maar dat lijkt me toeval.
Wim zegt
Dat 'alles een betekenis krijgt', valt erg tegen, denk ik. De 'woorden' zullen random, dus grotendeels betekenisloos zijn, net als wanneer je een computer een reeks willekeurige letters zou laten genereren.
Marc van Oostendorp zegt
Ik had er eigenlijk nog iets bij moeten vertellen. De structuur van de woorden heeft een eigen logica, zoals Gaston hierboven al impliceert. Lettergrepen kunnen vrijelijk worden gecombineerd, en om de woorden niet al te lang te maken, wordt een groot deel van de mogelijkheden ook daadwerkelijk gebruikt. Een groot deel van de wereld valt dus wel als 'woorden' op te vatten, al zul je er meestal maar moeilijk betekenisvolle zinnen van kunnen maken.
Kimberlin zegt
Helaas is een taal die gebaseerd is op kleuren ook niet universeel, omdat de indeling van het kleurenspectrum gebonden is op de manier waarop men de wereld waarneemt. Voor sommige stammen die in de natuur leven wordt er geen onderscheid gemaakt tussen blauw en groen bijvoorbeeld, maar is blauw een tint groen. Er zijn ook talen waarin geen onderscheid gemaakt wordt tussen rood en roze. Enfin, je bent een stuk op weg met een taal waarin op basis van kleuren gecommuniceerd wordt, maar universeel zal die nooit kunnen zijn.
Marc van Oostendorp zegt
Dat is een interessante nuance! Ik heb er nooit over nagedacht, maar inderdaad zal Sudre als 19e-eeuwer (en Fransman) bij 'universeel' hebben gedacht 'universeel voor de 'beschaafde' Europeaan'.
Het is overigens beslist niet zo dat sprekers die maar een woord voor blauw en groen hebben, het verschil niet kunnen zien tussen wat wij blauw en groen noemen – zoals wij ook verschillende tinten groen kunnen onderscheiden zonder dat we daar namen voor hebben. Wel is de visuele versie van Solresol misschien wat moeilijker voor sprekers van zo'n taal zonder onderscheid, omdat je ineens woorden moet onthouden voor 'onbelangrijke' categorieën.
Iets soortgelijks kun je natuurlijk zeggen over de muzikale basis: die is gebaseerd op de westerse verdeling van de toonladder in zeven noten. Er zijn ook allerlei andere onderverdelingen bekend en mensen met een andere muzikale achtergrond zullen Solresol misschien ook lastiger vinden.
Wannes zegt
Nooit gehoord van Solresol. Klinkt wel leuk. Synesthesie voor iedereen via het taalzintuig.