Door Marc van Oostendorp
Ik ben de laatste dagen aan het lezen over de gebiedende wijs, de imperatief. Wat betekenen zinnen als Loop maar even mee, Sla nu de bladzijde om, Ga toch weg? Dat blijkt een behoorlijk ingewikkelde vraag, waarover semantici hun hoofd breken. (Zie bijvoorbeeld het proefschrift van Rosja Mastop uit 2006).
De reden daarvoor is dat veel taalkundigen denken dat de betekenis van een zin uit te drukken is in waarheid: iedere zin is waar of onwaar (of eventueel een beetje waar). Wanneer Kobus zegt ‘Het regent buiten’ kan Krelus bijvoorbeeld zeggen ‘Ja, dat is waar’, of ‘Dat klopt niet’.
Het probleem is natuurlijk dat bevelen niet waar of onwaar zijn. Je kunt van alles zeggen na ‘loop maar even mee’, maar ‘dat klopt niet’ hoort daar redelijkerwijs niet bij.
Het probleem is weleens opgelost door net te doen alsof ‘ga toch weg’ eigenlijk iets betekent dat wel waar of onwaar kan zijn: ‘ik wil dat je nu weg gaat’. Het is echter maar de vraag of die zinnen wel precies hetzelfde betekenen.
Een alternatieve oplossing, die tegenwoordig wel wordt aangehangen is dat gesprekspartners wanneer ze aan een conversatie beginnen, allebei in hun hoofd twee lijstjes aanmaken. Het ene heet gemeenschappelijke basis (common ground) en het andere actielijst (to do list).
De lijst gemeenschappelijke basis (gb) bevat alle informatie waarvan je mag uitgaan dat je gesprekspartner er ook over beschikt. Iedere bewering die iemand doet in een gesprek, leidt ertoe dat de gb-lijst even wordt bijgewerkt. Als Kobus zegt ‘de weergoden zijn ons slecht gezind’, dan schrijven Kobus en Krelus die informatie allebei op hun gb-lijstje. Later in het gesprek kunnen ze dan ook op die informatie teruggrijpen. Krelus kan bijvoorbeeld zeggen ‘ze zijn dat eigenlijk altijd’ – een zin die alleen begrijpelijk wordt doordat je weet dat ze verwijst naar iets op de gb-lijst.
Imperatieven zijn bijzonder doordat ze niet de gb-lijst bijwerken, maar de actielijst van de luisteraar. ‘Hoepel op’ is geen bewering, maar een handeling, en die past daarom niet op de gb-lijst. In plaats daarvan voegt de luisteraar de handeling toe aan de dingen die hij kennelijk van de spreker moet doen.
Ook beweringen zoals ik wil dat je nu ophoepelt kunnen uiteindelijk wel op de actielijst terechtkomen, maar alleen via een omweg. In eerste instantie kun je als luisteraar die zinnen begrijpen als eenvoudige informatie over de gemoedstoestand van de spreker – iets waar je nota van neemt. Wie dwars is kan ook op die maneer reageren: ‘dat is waar’, of ‘interessant’! Vervolgens ga je nog iets verder puzzelen: als de spreker iets over mij te zeggen heeft, en als ik hem tegemoet kan komen, en als het in mijn voordeel lijkt om hem tevreden te stellen, dan zou het misschien handig zijn om die handeling aan mijn actielijst toe te voegen.
Ophoepelen.
Laat een reactie achter