Ik dacht altijd dat mijn familie de enige was, maar deze week zei mijn rij-instructeur het ook: je hebt marzel. De uitdrukking blijkt ook goed googlebaar (al moet je er wat verwijzingen naar de rechtse Israëlische politicus Baruch Marzel voor overslaan):
- we hebben marzel gehad met het weer, de opkomst was top (Facebook-pagina motorclub Noordwijk)
- Tis ook marzel hebben maar ik vind het al gaaf dat ik door ben bij de gemeente vandaan. Maar ja nu nog bij de 65 uit Zuid Holland horen. (All Things Royal)
- Luc, gefeliciteerd,het ziet er geweldig uit, je ben wel een marzelaar met mannen als Rob en Peter om je heen. (speelmolen.pagina.nl)
Zoals uit deze voorbeelden al blijkt, lijkt deze vorm vooral in Zuid-Holland gebruikt te worden. Ik kan niet vinden dat hij ergens beschreven wordt.
Het moet ook al langer bestaan dan vandaag of gisteren. Ik herinner me dat mijn vader het veertig jaar geleden woord af en toe gebruikte en misschien heb ik zelfs een vindplaats uit 1901 gevonden in het krantenarchief van de KB (en wel in een artikel in het Rotterdamsch nieuwsblad, ook een Zuid-Hollandse bron dus):
- Er werd dus geen marzel gemaakt, en de troep vertrok quasi onverrichterzake.
Ik ken de uitdrukking marzel maken weliswaar niet, maar ik geloof dat er in deze contekst hetzelfde mee bedoeld wordt als met marzel hebben – een buitenkansje hebben. Mazzel maken staat trouwens ook in het WNT.
Mazzel is via het Bargoens en/of het Jiddisch naar het Nederlands gekomen. Er is ook iets on-Nederlands aan: het is, met puzzel het enige woord waarin een korte klinker wordt gevolgd door een z-klank. In het geval van puzzel wordt dat probleem – niet in mijn familie, geloof ik – opgelost door de klinker te verlengen en puuzel ([pyzəl]) te zeggen. Voor mazzel is kennelijk in Zuid-Holland een andere oplossing gevonden: er wordt een r ingevoegd.
Waarom een r? Ik vermoed omdat die medeklinker veel lijkt op een [ɑ], in ieder geval wanneer je hem achterin de keel uitspreekt, zoals je in het Rotterdams doet. In sommige dialecten van het Engels valt een [r] om diezelfde reden juist weg na een [ɑ] en spreek je car uit als [kɑ]. In het Haags verandert een [r] juist soms in een [ɑ]-achtige klank (lekkâh).
Zo bezien is marzel dus net zoiets als puuzel: de klinker wordt verlengd omdat je voor een z nu eenmaal een lange klinker (of eventueel een andere medeklinker verwacht): vezel, bazel, korzelig.
Anoniem zegt
Ik heb me ook weleens afgevraagd waar de voornaam Marthijs (met ingeslopen r) vandaan komt. Zo te zien of te horen gaat daar de mazzel-verklaring niet op. Analogie met Martin of Maarten misschien?
Johan Schipper
Wim zegt
@Anoniem: Idem 'Liesberth'.
JD zegt
De uitspraak 'maRzel' is iets typisch Rotterdams, heb ik (als geboren ex-Rotterdammer) altijd gedacht. Toen ik klein was, zei ik ook 'moeRlijk' ipv 'moeilijk'. Zelfde verschijnsel?
Anoniem zegt
God allemachtig, je had net zo goed de hol van een baviaan kunnen vegen.
Zack Kumru (Den Haag)