Het belangrijkste taalnieuws van het jaar staat deze week ergens achteraf in een donker hoekje van Onze Taal, alsof het er helemaal niet toe doet. In een artikel dat verder gaat over het curieuze verschijnsel dat tekstschrijvers soms expres woorden afwijkend spellen op webpagina’s om hoger in de ranking van Google te komen – ze schrijven bed and breakfast mogelijkheden, omdat niemand ooit zoekt op breakfastmogelijkheden –, schrijft Marieke Kolkman ineens:
Twee jaar geleden vulde Google zijn zoekmachine aan met een rangschikkingsfactor die de kwaliteit van een webpagina meeweegt, door te kijken naar correcte spelling, grammatica en stijl.
Hans zegt
`dicht kan gaan slibben' of `kan gaan dichtslibben'? Wat zouden de dieven van Mountain View daarvan vinden? Daar van vinden?
Miet Ooms zegt
Net een opmerking gekregen over een tekst die ik van het Nederlands moest aanpassen voor de Vlaamse markt (zie mijn eerdere bijdrage over de invloed van de vertaler). Ik had geschreven dat een van de websitetekstjes van de klant, over de e-reader, echt niet duidelijk was, en ze stuurden me een nieuwe versie ter revisie. Het viel me onmiddellijk op dat het woord e-reader in dat tekstje van een lijn of tien in heel veel varianten voor het woord e-reader werden gebruikt (het gaat verder dan alleen spelling). Onderaan de tekst stond de volgende NB:
NB.: Ik heb het woord e-reader op verschillende manieren gebruikt omdat niet iedereen het op de juiste manier gebruikt. Zo wordt de trefkans groter.
Ik heb de volgende variaties gevonden:
e-book reader
ereader
e-Reader
E-reader
E reader
e reader
eBook reader'
En die versies staan er dus bijna allemaal in. Op mijn opmerking dat dat toch niet zo geweldig goed en professioneel overkomt bij websitebezoekers, was het antwoord: 'de klant wil het zo'. Ik hou best van variatie in de taal, die moet er zeker zijn. Maar dit doet toch pijn aan mijn taalliefhebbershartje. Het doet er niet toe hoe het er staat, als we maar gevonden worden!
Ik ben benieuwd hoe dit gaat evolueren. Ik vind dat dit heel amateuristisch overkomt, en ik hoop eigenlijk dat genoeg mensen hierover gaan vallen, op basis hiervan wat wantrouwig worden tegenover de degelijkheid van dat bedrijf en ze dus wel gevonden gaan worden, maar niet noodzakelijk extra klanten gaan genereren.
Ik heb toevallig net zelf een cursus 'Webwinkel opstarten' gevolgd, en daar werd voortdurend gehamerd op correct geschreven teksten, net omdat die het uithangbord zijn van een webwinkel en ze de klant het vertrouwen moeten geven dat je professioneel en heel degelijk bent. Net omdat een (toevallige) bezoeker nog altijd geen klant is. Ik hoop van harte dat mijn cursus gelijk heeft 🙂
Miet Ooms zegt
Wat die googleplannen betreft: voor het Nederlands kunnen ze zich eigenlijk alleen maar richten op correcte spelling (en misschien grammatica). Dat vind ik op zich niet zo'n probleem. Taal mag evolueren, maar spelling hoeft dat daarom niet te doen. Wat stijl betreft: uiteindelijk is die toch ook afhankelijk van de tekstsoort die je gebruikt, en dat lijkt me dan ook voor google amper meetbaar.
ma.co zegt
Marc, scherp opgemerkt! Je legt en inspirerend verband tussen taalevolutie en het gebruik van data online. Ik denk dat Google hier best wel geraffineerd in is (of kan zijn). Software is niet meer een eenvoudig rekensom, wij hebben zelfs robots die kunnen schilderen in een bepaalde stijl! Ik weet niet precies hoe Google omgaat met stijl maar de potentie om er iets zinnigs mee te doen is er zeker. "Big data" kan op taalkundig gebied juist heel veel bieden, vind ik. Het hoeft niet te leiden tot vervlakking van stijl en bekrimping van de taalontwikkelingen, in tegendeel!
Anoniem zegt
Wanneer we niet exact weten welke criteria Google gebruikt om te bepalen of een tekst correct en volgens een bepaalde stijl is geschreven, hoe kunnen we dan als tekstschrijvers ons voordeel doen met dit artikel?
mirjamvandriel zegt
Pas gehoord met betrekking tot SEO: "Als 'behandelings methode' het beter doet dan 'behandelingsmethode', dan kies je voor de variant met de spatie. Het gaat erom wat het meest opbrengt, niet om of het correct is."
Ik moest ervan huilen.
Elz de Korte zegt
Ik moet bekennen dat ik ook altijd de spatievariant en meer gruwel toevoeg, als ik voor mijn klanten (fotografen, voor wie ik de captions&keywords; van hun foto's verzorg) beeld beschrijf, omdat immers hun klanten die foute varianten gebruiken, als ze op zoek zijn naar een plaatje.
Ik heb eenvoudig geen keus.