Twee klassieke bloemlezingen inzichtelijk gemaakt
Door Bart FM Droog
Drie weken mag ik onderzoek doen in het Poëziecentrum Nederland (te Bredevoort). In eerste instantie is de research gericht op de productie van lemma’s van circa 170 dichters met aantoonbare banden met de provincie Groningen. Waarvan de meeste vertegenwoordigd zijn in landelijk verspreide bloemlezingen. Dus maak ik ook nieuwe bloemlezingenlemma’s. Waardoor een beter inzicht ontstaat in het reilen en zeilen van de Nederlandstalige poëziewereld en weer enkele mythes imploderen (vooral op het vlak van deze of gene die voor zijn dood totaal onbekend zou zijn geweest).
Zo verwerkte ik afgelopen week twee bekende anthologieën:
Nieuwe geluiden, samengesteld door Dirk Coster (1ste druk 1924; 2de 1925, 3de 1927, 4de 1932, 5de 1941, 6de druk opgenomen in Costers Verzamelde werken, 1970).
Prisma, samengesteld door D.A.M. Binnendijk (1930, één druk).
(klik op de boektitels voor meer informatie)
Nieuwe geluiden was, getuigen de herdrukken, een succes. Prisma was dat niet. In De 100 beste gedichten van 2002 las ik dat beide werken ‘polemische bloemlezingen’ geweest zouden zijn. Prisma was dat, Nieuwe geluiden was dat niet of slechts ten dele – na de eerste druk (in 1924) groeide het in volgende drukken uit tot een grote overzichtsbloemlezing, met ruimhartig opnamebeleid.
Het grappige aan deze twee titels is, dat de omslagillustraties van dezelfde maker zijn: Jozef Cantré (dat viel Menno ter Braak overigens al op in 1931, in zijn bespreking van Prisma).
Dick (D.A.M.) Binnendijk volgde elf jaar na Prisma J. Greshoff op als samensteller van herziene herdrukken van de legendarische reeks Dichters van deze(n) tijd (1894-1994). Van 1941 tot en met 1954 stond Binnendijk aan het roer van de serie en koerste doorheen oorlog en politionele acties – waarbij hij zeven edities verzorgde. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
Laat een reactie achter