Stel nu dat ik heel af en toe een paarse pruik op mijn kop zet. Valt het dan niet op omdat ik het niet zo vaak doe? Het lijkt me niet. Juist de uitzonderlijkheid maakt de paarse pruik extra opvallend. Soms is het zo dat een verandering zich niet alleen geleidelijk verspreid, maar hij gaat ook in kleine stapjes. In plaats van een paarse pruik op te zetten kan ik mijn haar ook een klein beetje lichter of donkerder laten verven. Als het verschil klein is, dan valt het niet op. Uitspraakverschillen kunnen zo subtiel zijn dat je ze niet opmerkt. Wie herkende het Poldernederlands voordat Jan Stroop het hoorde?
Ben je ofzo dom?
Door Suzanne Aalberse
Een van de spannende momenten als docent op een nieuwe plek is het tentamen. Kan ik het tentamen zelf wel maken? Er zit bijna altijd wel een vraag bij waar ik twijfel. Die twijfel kan handig zijn, het is mogelijk dat zo een minder sterke vraag uit de toets geweerd kan worden, maar het is ook een eng moment. Wie weet ontdek je gaten in je kennis waarvan je gehoopt had dat ze er niet waren of in ieder geval nog even niet ontdekt werden.
Een tentamenvraag waar ik aan het twijfelen sloeg was:
– Leg uit waarom taalverandering vaak niet opvalt.
Het normantwoord was: taalverandering valt niet op, omdat taalverandering geleidelijk gaat. Een ijverige student had bij dit antwoord nog een s-curve getekend: de verandering raakt in het begin maar een paar woorden/constructies, dan gaat de verandering snel en dan weer langzaam.
Maakt geleidelijke verspreiding nu echt dat je de verandering niet direct opmerkt?
Niet alleen verschuivingen in klank kunnen subtiel zijn, verschuivingen in woordkbetekenis kunnen ook stapsgewijs gaan. In sommige Chinese talen kun je het werkwoord geven ook gebruiken in de betekenis van laten. Die nieuwere betekenis zou eerst ontstaan zijn in constructies waar de betekenissen heel dicht bij elkaar liggen: : Geef (het) hem (om )te lezen”. Die zin ligt dichtbij de zin: “laat het hem maar lezen”. Dat soort zinnetjes worden ook wel brugzinnetjes genoemd. Ze slaan een brug tussen twee betekenissen en ook die brug zorgt voor geleidelijkheid in de verandering.
Maar niet alle taalveranderingen zijn subtiel en/of geleidelijk ingevoerd. Toch merk je ze vaak niet. Ik denk dat het komt omdat veel veranderingen met vorm te maken hebben en vaak ben je gefocust op de inhoud. Allebei onze dochters gebruiken bijvoorbeeld ofzo als bijwoord, dus als een soort alternatief van soms: “Ben je ofzo dom mama?” Eigenlijk is of een nevenschikkend voegwoord. Je kunt er nog een zin achteraan plakken: ben je dom of ben je niet dom?. De zo in ofzovervangt dat tweede zinnetje. Maar zo vervangt zo vaak de hele zin dat de kinderen denken dat ofzo een apart woord is, een bijwoord. Daarom zetten het ook op de plek van een bijwoord.
Ik let erop en hoor het al zo’n vier jaar af en toe voorbij komen. Dan stoot ik man, vriendin of andere aanwezigen aan: ‘kijk ze doen het”. Heel vaak merk(t)en de andere hoorders het niet. Die denken: “mag je wel zoiets tegen je moeder zeggen” bijvoorbeeld en letten op de inhoud. Die variatie in vorm dat is ruis waar je als hoorder aan gewend bent. Mensen verspreken zich wel vaker en je hoofd verbetert de vergissingen ongemerkt. Dat merk ik ook als je probeert over te schrijven wat een ander schrijft of probeert om letterlijk op te schrijven wat een ander zegt. Zonder het te merken zet je woorden net iets anders in de zin de zin of voeg je af en toe een woord toe of haal je iets weg. Onbewust en vanzelf. En wat nu toevallige ruis is en wat een verandering, dat is niet meteen duidelijk. En dus merk je verandering ook lang niet altijd als hij niet zo subtiel is.
rutger zegt
Ik hoor het inderdaad ook al een jaar of vier. Heb er in maart 2010 een stukje over geschreven: http://www.zwijsenouders.nl/Artikel/Of-zo-of-zo.htm#
Suzanne zegt
Veel dank voor het linkje. Doet je dochter het nog steeds? Alle kinderen in mijn buurt doen het en echt jaren achter elkaar. Vanochtend nog: "heb je ofzo geen speelgoed bij overblijf? ".