door Jan Stroop
over een verminkt katholiek gezang
In de periode dat de katholieke kerk aan vernieuwing deed, is ook ’t smeekgebed aan ’t begin van de mis, ’t Kyrie eleison, onder handen genomen. Dat Gregoriaanse gezang bestond vanaf de 8e eeuw uit drie maal drie Griekse tekst- annex muziekregels:
Kyrie eleison
Kyrie eleison
Christe eleison
Christe eleison
Christe eleison
Kyrie eleison
Kyrie eleison
Kyrie eleison
Er bestaan op die tekst verschillende melodieën, genoteerd zoals op dit voorbeeld uit Vierde mis. Achter elke regel is met [iij] aangegeven hoe vaak die gezongen wordt. De allerlaatste (9e) regel heeft een extra versiering.
Dit mooie harmonische geheel is tegenwoordig gereduceerd tot driemaal twee:
Kyrie eleison
Kyrie eleison
Christe eleison
Christe eleison
Kyrie eleison
Kyrie eleison
En iedere keer als ik ’t zo hoor zingen of zeggen, wat niet zo vaak meer voorkomt overigens, stoort ’t me vanwege ’t incomplete gevoel dat ’t me geeft en de barbaarsheid van de verminking van zo’n eeuwenoud gezang. Het vers is volmaakt. Maar ’t moest anders, tenminste in Nederland, omdat ’t anders moest; deugdelijke argumenten heb ik nergens gevonden. Verder dan drie-is-teveel zijn ze niet gekomen.
De indruk dat tekst en gezang in de vorm 3×2 niet af zijn, wordt door verschillende factoren bepaald, denk ik. Ten eerste ken ik ’t vanaf mijn vroegste jeugd, misdienaar geweest, later koorzanger, als 3×3. En om dan ineens gedwongen te worden er 3×2 van te maken, dat gaat gewoon niet.
Het aantal drie heeft ook een bijzondere symbolische waarde. ’t Aantal aanroepingen van het Kyrie werd in de 8e eeuw op negen vastgesteld, overeenkomstig de H. Drievuldigheid: 3x Kyrie eleison (God de Vader), 3x Christe eleison (Christus, de Zoon), 3x Kyrie eleison (de Heilige Geest).
Van dat Ordinarium van de katholieke mis maken nog twee andere gezangen deel uit waarin we ook ’t aantal van drie terugvinden: ’t Agnus Dei, dat uit drie identieke zinnen bestaat, waarvan de derde eindigt met een variant. De derde is ’t Sanctus, met zijn drievoudige aanroeping: ‘sanctus, sanctus, sanctus’.
Drie is in veel culturen en religies een bijzonder aantal. Op veel plaatsen in de Bijbel kom je dat aantal van drie tegen. Petrus die Jezus driemaal verloochent. Bij de roeping van Samuël (1Samuël 3) klinkt zijn naam tot driemaal toe. Paulus spreekt over geloof, hoop en liefde, deze drie. De opstanding van Jezus is op de derde dag. De drie wijzen uit ’t Oosten. In ’t Islamitische gebed zegt men in de Sadjdah houding drie keer: Soebhâna rabbiyal ‘alâ. Hindu’s zeggen gebeden op om geestelijke en lichamelijke vrede te vinden in zichzelf. De gebeden eindigen altijd met ´Shaanti, Shaanti, Shaanti´ oftewel ´Vrede, Vrede, Vrede´.
Ook de profane literatuur is drie ’n veel voorkomend aantal: de drie musketiers, drie schuintamboers (volksliedje). Zo ook in legendes en sprookjes. De drie eiken in het verhaal van Roodkapje, de drie kansen in Repelsteeltje en ’t drie dagen durende bal van Assepoester. Driemaal dat scheepsrecht is. En de veilingmeester die u drie kansen geeft.
De combinatie drie met werf is de enige die overgebleven is uit de praktijk om werf met allerlei telwoorden te verbinden. Dat illustreert ’t bijzondere van ’t aantal drie. Werf wordt etymologisch herleid tot werven in de betekenis ‘draaien’. In de woordenboeken krijgt driewerf de kwalificatie ‘in verheven taal’, maar de praktijk van Google wijst uit dat iedereen zich daar wel eens aan te buiten gaat. Voorbeeld: driewerf nee tegen dat onzinnige voorstel.
In dat driewerf Sanctus van de katholieke mis komt, naast de symboliek van drie, een ander aspect tot uiting dat we ook terugvinden in allerlei woordcombinaties in ’t ‘gewone’ taalgebruik. Dat is ’t ritme. Wanneer een jarige wordt toegezongen, nu driewerf hoera voor de jarige! is dit de vreugdekreet: Hiep, hiep hiep, hoera met driemaal hiep terwijl de regel zelf ook drie keer geroepen wordt, en opvallend genoeg: in een vanzelfsprekend tempo en gelijk!
Op de Derde Dinsdag wordt de koning na zijn Troonrede toegejuicht met de klassieke formule: VOORGANGSTER zegt: Leve de koning; ALLEN roepen: hoera, hoera, hoera. Wat me daarbij opvalt, is dat die acclamatie door dat gemengde, deels amuzische gezelschap (leden van ’t kabinet!), zonder teken of dirigent na de aanhef van de voorgangster precies gelijk ingezet wordt en beëindigd. Iedereen voelt blijkbaar het tempo aan waarin hoera, hoera, hoera gezegd moet te worden.
Dat aantal van drie heeft vaak nog een ander prosodisch effect: er ontstaat min of meer een boogvorm, waardoor de uiting zachter of lager eindigt dan ie begint, zoals de meeste zinnen ook verlopen. Driemaal zorgt voor een gevoel van afgerondheid, dat waarschijnlijk met onze motoriek of ons ritmegevoel te maken heeft. Daarom noemt cabaretier Wim Helsen zijn nieuwe programma Spijtig spijtig spijtig. Denk ook, met gemengde gevoelens wellicht, aan de Nederlandse gewoonte om mekaar (zelfs Jan en alleman) drie keer te kussen. Probeer je er maar eens aan te onttrekken.
In het Engels is ’t ook al drie wat de klok slaat: driemaal Happy birthday to you; driemaal For he’s a jolly good fellow en driemaal hurray. Maar de Nederlandse (!) radioreclamemaker over kerstpakketten weet ’t weer beter. Die gebruikt maar twee keer We wish you a merry Christmas en dat geeft mij ’tzelfde fantoomgevoel dat ik heb bij dat geamputeerde Kyrie.
Laat een reactie achter