Waarom ging het mis? De eerste twee jaargangen waren eigenlijk best aardig, met redelijk veel goede artikelen over een grote variëteit aan onderwerpen. Sommige van die artikelen worden geloof ik ook nog wel geciteerd. Ook later was er af en toe een opleving, maar je ziet de vloed langzaam afnemen en uiteindelijk vrijwel opdrogen.
Op een bepaald moment, ik denk een jaar of vijf geleden, organiseerde de KNAW een bijeenkomst over open access. Dat werd toen ineens een belangrijk begrip zodat belangrijke mensen er ineens toespraken over hielden.
Op die bijeenkomst noemde Wiljan van den Akker, toen nog directeur bij de KNAW, ons blad ineens als voorbeeld. “In dat AiO-blaadje ga ik niet schrijven,” sprak hij.
Ik denk dat het probleem was dat wij nu juist geen AiO-blaadje waren. Alle redacteuren waren toen Van den Akker dat zei al lang gepromoveerd en hadden ook allang een vast contract. De meesten waren denk ik zelfs al hoogleraar.
Als we echt nog AiO’s waren geweest, waren we in ieder geval jong en wild genoeg geweest en hadden we onze vriendjes ertoe kunnen aansporen om bij ons te publiceren en allerlei mooie dingen te doen. Nu hadden we alleen maar de wilde reputatie van onvoldoende renommé en deftigheid en A-status en standing. En tegelijkertijd hadden we het tijdgebrek van mensen die misschien nog niet zo enorm hoog gestegen zijn als Van den Akker, maar toch al om in ieder geval de dagen te kunnen vullen met vergaderingen en het invullen van formulieren.
Toch is ‘misgaan’ geloof ik een te zwaar woord. De artikelen zijn er natuurlijk allemaal nog, het blad heeft dertien jaar bestaan en dat is helemaal niet per se kort voor een wetenschappelijk tijdschrift. We wilden laten zien dat het kon, een gratis blad maken voor de neerlandistiek. En het kon.
Laat een reactie achter