De gebeurtenissen op de Dam ten tijde van de feestelijke opening van het nieuwe stadhuis worden in deze passage op levendige wijze beschreven.* Daarna spreekt de verteller op ernstige en plechtige toon de burgemeesters van de stad toe. Een andere passage waar een combinatie optreedt van lange perceptieve continua en veel enjambementen is de plechtige beschrijving van de daden van Jan van Galen, de zeeheld die in de Nieuwe Kerk begraven ligt. Hij was in de eerste Engelse Oorlog gesneuveld in de strijd bij Livorno, maar niet voordat hij de Engelsen een gevoelige slag had toegebracht:
Vondel en psycholinguïstiek deel 9: combinaties (1)
In aflevering 5 vertelde ik dat in Vondels Inwydinge van ’t Stadthuis t’ Amsterdamlange perceptieve continua lijken te corresponderen met kalmte, omstandigheid, zakelijkheid, droogheid en een serieuze instelling. Daarnaast lijkt er bij lange perceptieve continua, wanneer er een bepaald tafereel beschreven wordt, sprake te zijn van een soort vogelvluchtperspectief, waarbij dichter en publiek van enige afstand naar het tafereel kijken.
Het voorkomen van uitzonderlijk veel enjambementen lijkt in deze tekst te corresponderen met enthousiasme, levendigheid, spanning, trots, verontwaardiging, een dynamische beschrijving en de intentie om het publiek ergens van te overtuigen. Je krijgt de indruk dat de dichter meer betrokken is bij wat hij vertelt dan in de passages met weinig enjambementen, waarin feitelijkheid, zakelijkheid, droge opsommingen en beschrijvingen, en stelligheid overheersen.
In sommige passages treedt er een combinatie op van lange perceptieve continua en een uitzonderlijk aantal enjambementen. Een combinatie van lange perceptieve continua en extreem veel enjambementen zien we bijvoorbeeld in het begin van het gedicht (vers 1 tot en met 50). Hier is sprake van een kalme, tevreden introductie van het onderwerp.
406 Hetrurie en Livorne en ’t zeestrant zal gewagen, =>
Veele eeuwen na zijn doot,/ hoe stout dees watervorst =>
Den vyant boort aan boort groothartigh klampen dorst, =>
Gelijck een oorloghshelt,/ (…)**
/ = de grens tussen twee perceptieve continua
=> = enjambement
Deze combinatie lijkt dus te corresponderen met een kalme of plechtige, maar tegelijk trotse beschrijving van een levendig tafereel. Het vogelvluchtperspectief is aanwezig in alle passages waarin deze combinatie voorkomt.
Een combinatie van lange perceptieve continua en weinig enjambering correspondeert met droge zakelijkheid. Dit kenmerk van beide elementen lijkt versterkt te worden doordat ze samen optreden. De enige passage waarin deze combinatie voorkomt(vers 1101-1125), bevat de beschrijving van de carrière van Fidias Quellijn en de opsomming van de thema’s van de schilderijen in het nieuwe stadhuis.
De Schilderkunst zocht stof by Grooten,/ niet by kleinen,/
Uit Godts gewyde blaên, en d’outheit der Romainen,/
Bemaelde gaelery, schoorstenen, boogh by boogh, =>
1120 Naer eisch van ieders ampt, beneden, en om hoogh./
Men ziet ‘er Burgerhart,/ het hooft der Batavieren,/
Bestrijden d’adelaers, en Cezars krijghsbanieren, =>
Tot voorstant van zyn Recht, met opgeheve kling./
En zo gaat de beschrijving van de schilderijen nog even door. Het geheel doet statisch aan, en staat zo in contrast met de bijna filmische beschrijving van gebeurtenissen in de passages waarin lange perceptieve continua optreden in combinatie met juist veel enjambementen.
Volgende week in Vondel en psycholinguïstiek: een bespreking van de combinatie van korte perceptieve continua met veel of juist weinig enjambementen.
* Zie bijvoorbeeld de passage die ik in aflevering 5 heb besproken.
** Citaten zijn ontleend aan de WB-editie van Sterck e.a. (1931).
Laat een reactie achter