Tot de rituelen van de decembermaand hoort dat er een taalkundige opstaat die erop wijst dat ‘spelling geen taal is’; en dat je van taalkundigen dus echt niet hoeft te verwachten dat ze weinig fouten maken bij het groot dictee.
Gisteren was het aan de beurt aan Felix van de Laar. In een mooi stukje in NRC Handelsblad van gisterenavond roept hij op om ‘met de taal te doen waar die voor bedoeld is: (…) er in vrijheid mee spelen, erom lachen en erin dichten en zingen’. Daar kan een mens het alleen maar mee eens zijn. Maar een paar zinnen eerder verkondigt hij nog dat ‘de hele gedachtengang dat spelling taal zou zijn en dat je eenvoudig zou kunnen toetsen of iemand het Nederlands goed beheerst, berust op het misverstand dat taal – anders dan techniek, muziek, kleding – in principe onveranderlijk is en dat in grote lijnen ook moet zijn.’
Daar wringt iets.
Die hele bewering dat spelling géén taal is, past eigenlijk helemaal niet in Van de Laars betoog. De redenering loopt juist beter zónder die bewering. Wat heeft de gedachte dat spelling taal is, te maken met het misverstand dat taal onveranderlijk is? Als we erkennen dat taal verandert, begrijpen we dan ineens dat spelling eigenlijk géén taal is? En als we met taal spelen en lachen en zingen, maar taal is niet hetzelfde als spelling, zou je nog steeds kunnen zeggen dat je met die spelling dus geen grapjes of muziek moet maken.
Er zijn volgens mij zelfs legio mensen die dat vinden: dat de taal weliswaar vrij is, maar dat voor spelling echt regels nodig zijn. Lees de interviews op het weblog van Milfje Meulskens er maar op na: de ene na de andere taalkundige die beweert dat je voor de spelling echt regels nodig hebt. Juist omdat spelling niet hetzelfde is als taal.
Het is dus niet alsof Van de Laar voelde dat hij ook nog even moest zeggen dat spelling geen taal is, ook al klopt dat niet met wat hij verder vindt.
Het lijkt mij eerlijk gezegd, het teken van een raar dogma waar taalkundigen inmiddels vanaf moeten. Natuurlijk zijn er allerlei talen zonder spelling, natuurlijk kon de mens spreken voor hij schrijven kon, natuurlijk leert ieder kind de woorden nog uitspreken voor het een pen kan vasthouden. Maar uit allerlei onderzoek blijkt dat letters in ons hoofd toch wel heel nauw verbonden zijn aan klanken, en dat je om spelling en spellingfouten te begrijpen allerlei taalkundige kennis nodig hebt.
Het is veel te simpel om te zeggen dat spelling alleen maar een soort notatiemiddel is voor ‘de echte taal’. Als spelling geen taal ‘is’, dan ‘zijn’ woorden ook geen taal, en uitspraak en zinsbouw ook niet. Taal ‘is’ een knoedel van allerlei zaken, en als spelling al niet in die knoedel zit, dan hangt het wel heel dicht tegen die knoedel aan.
En juist omdat spelling taal zo dicht tegen de rest van de taal aan zit, zou je haar inderdaad vrij moeten laten, zoals Van de Laar beweert. Al die andere aspecten worden ook niet zo angstvallig beregeld, we kunnen de spelling best loslaten, want spelling is prachtig, spelling is namelijk taal.
Max zegt
Maar wat doen we dan met spelfouten? Ik heb laatst wat mensen horen beweren dat het schrijven van 'me' in plaats van 'm'n/mijn' een teken is van taalverloedering/-verandering. Dat lijkt me nogal overdreven omdat het wat mij betreft meer een andere manier is om hetzelfde weer te geven. Idem voor 'ik wordt/hij word'.
Marc van Oostendorp zegt
U verwoordt hier geloof ik de omgekeerde versie van het standpunt dat ik hierboven toeschrijf aan 'legio mensen': de spelling mag best veranderen als de taal die eronder ligt dat maar niet doet. Maar waarom zou de taal niet mogen veranderen?
Of nog anders gezegd: ook dat mensen pakweg [kaik] zeggen in plaats van [kɛik], maakt dat niet ineens tot een ander werkwoord. Een andere uitspraak is als het ware 'een andere manier' om hetzelfde weer te geven, zoals ook 'hun hebben' in zekere zin 'een andere manier' is om weer te geven wat ook wel met 'zij hebben' wordt weergegeven. Taal IS in zekere zin de weergave van iets wat moeilijk te veranderen is – een gedachte.
Max zegt
Goed punt – ik heb overigens niet gezegd dat taal niet mag veranderen. Dat moet de taal natuurlijk helemaal zelf weten. Wat ik bedoel te zeggen is dat in mijn ervaring mensen meer aanstoot nemen aan spel'fouten' dan andere vormen van verandering zoals de overgang van ei naar ai. Toch vraag ik me af of dat van dezelfde orde is. Is spelling een weergave van een gedachte, of de weergave van een klank die de gedachte weergeeft? En zo ja, is spelling niet 'oppervlakkiger' dan bijvoorbeeld fonologie?
Max zegt
(in reactie op het antwoord hierboven, er ging blijkbaar wat mis)
Anoniem zegt
Natuurlijk is spelling wel taal en heeft het ook nut. Maar spelling wordt als onderdeel van taal wel erg overschat. Wie goed spelt, is nog geen goede schrijver bijvoorbeeld. Foutloos kunnen spellen zegt niks over het niveau van je communicatievermogen.
Walter van de Lagemaat
Marc van Oostendorp zegt
Zijn er aanwijsbare voorbeelden van mensen die beweren dat iemand die goed spelt, ook automatisch een goede schrijver is? Mij lijkt dat een tamelijk absurde positie; de voorstanders van goede spelling die ik ken, zullen onmiddellijk toegeven dat er voor 'communicatievermogen' nog wel wat meer komt kijken.
Marc van Oostendorp zegt
Spelling is ieder geval in die zin oppervlakkiger dat ze *gezien* kan worden. Dat maakt het natuurlijk wat makkelijker om te vitten op iemands spelling dan op sommige andere aspecten van taalgebruik.
HC zegt
Spelling wordt ontworpen, taal niet. Taal evolueert, spelling niet. Nu ja, spelling zou ook wel kunnen evolueren, maar dat wordt zelden opportuun gevonden en dus met "regels" verhinderd. Die regels worden wel eens aangepast – niet door de taalgebruikers die toch met z'n allen de taal aanpassen, wel door enkelen die daartoe van hogerhand worden genodigd – maar de bedoeling is wel dat een en ander "vast" zou liggen, niet zou veranderen of evolueren. Natuurlijk groeien uitspraak en spelling dan uit elkaar, en dan krijg je Franse en Engelse toestanden. Nu, je mag die beide talen niet afrekenen op hun spelling (cf. spelling is taal): ze doen het veel beter dan men op grond van hun spelling zou mogen verwachten.
Natuurlijk, spelling hoort bij taal, maar al bij al toch redelijk losjes. En zolang men ze niet volkomen vrij laat, kan men bezwaarlijk stellen dat spelling taal is.
Gijsbert Rutten zegt
Dat spelling niet zou "evolueren" en wordt "ontworpen" is m.i. ook een misvatting. Sinds 1804 hebben we officiële, ontworpen spellingen gehad. Voor 1804 deed de spelling niets anders dan "evolueren" en was er geen officiële spelling. Er waren natuurlijk wel allerlei "ontworpen" spellingen, maar die hadden weinig gezag buiten een kleine kring. Afgezien daarvan evolueert de spelling ook nu nog volop, in het bijzonder in de nieuwe media.
Gerhard van Huyssteen zegt
Interessante stukkie, Marc! Twee opmerkings van my kant af:
(1) M.i. het taal verskillende *realiseringsvorme*: in gesproke taal het ons uitspraak, en in geskrewe taal het ons die skrifbeeld/spelling. Die een is nie belangriker as die ander nie, net soos wat nie die een of die ander weggewens kan word nie. Die uitspraak (fonologie) en spelling (ortografie) is ewe deel van taal, net soos woordbou (morfologie), sinsbou (sintaksis), betekenis (semantiek), ensovoorts.
(2) Ek dink dit is ook handig om in dié gesprek 'n onderskeid te tref tussen preskriptiewe (normatiewe) taalkunde en deskriptiewe (beskrywende) taalkunde. Mense stel spelling en spellingreëls dikwels gelyk aan preskriptiewe taalkunde en op dié manier kry dit 'n slegte reukie. As 'n mens egter aan die ortografie dink as 'n *beskrywing* van die skryf-/spelsisteem van 'n taal, dan word dit ineens makliker om daaroor te dink soos wat 'n mens ook dink aan die ander "reëls" van die taal (soos sintaktiese reëls): dis eintlik gewoon 'n beskrywing van die heersende patrone in die taal. En soos betekenis en sintaksis en morfologie verander, so verander die skrifbeeld tog ook! Die Afrikaans van 1925 lyk immers nie meer soos die Afrikaans van 2013 nie.
HC zegt
Nou, zo'n misvatting is het toch ook niet. Ook voor 1804 werden spellingen wel degelijk "ontworpen", zij het misschien niet helemaal op dezelfde wijze als erna. Van de eerste schrijvers van het Nederlands, die het Latijnse alfabet overnamen en zo goed en zo kwaad als het kon aanpasten aan de eigen taal, tot de laatste "ontwerpers" met "weinig gezag", drukkers, grammatici, literati etc., voor de tijd van de officiële spellingen. Met spontane "evolutie" (zoals je die – inderdaad – wel ziet in de nieuwe media, maar dan nog) heeft dat weinig te maken. Toch ook niet vergeten dat schrijven eeuwenlang een zaak van weinigen was, tegenover de vele ongeletterden die desondanks toch meestal volwaardig over taal beschikten. Dat kán namelijk, taal zonder spelling, terwijl taal zonder z'n vaste(re) componenten (klank, woord, zin, betekenis) net iets minder voorstelbaar, en vooral bruikbaar is.
Dat de spelling vóór 1804 niets anders deed dan "evolueren", is een wel heel blije inschatting: die "evolutie" is in belangrijke mate bepaald door allerlei "voorschrijvers". Hoe weinig gezag ze ook hadden, het zijn wel hun "vondsten" die tot bepaalde tradities hebben geleid die wij vaak nu nog volgen. Soms was het veeleer "geknutsel", natuurlijk, maar (spontane) evolutie kun je dat niet echt noemen. Ook de huidige "evolutie" stelt "volop" weinig voor: ga na hoeveel (of liever hoe weinig), van die nieuwemediaspelling in de mainstream doordringt, of van de groene spelling wordt afgeweken of weggeëvolueerd, of hoe de afwijkende spellingen, genre wit, in feite weer teruggrijpen naar vroegere schrijfwijzen. Het lijkt in niets op de evolutie die de taal doormaakt.
Ten slotte, niets zo vervangbaar als een spelling: een spellingwijziging nu en dan, beperkt of radicaal, een heel nieuw systeem, het kan allemaal, zie ettelijke landen. En soms eindig je dan als taal met twee spellingen, zoals het Chinees. Toegegeven, het karakterschrift mag je misschien niet "spelling" noemen, maar de pinyinspelling natuurlijk wel. En kijk, die is wel degelijk "ontworpen".
Gijsbert Rutten zegt
Ik ben heel benieuwd naar ook maar één voorbeeld van een verandering in de spelling (voor 1804) die onmiskenbaar het resultaat is van prescriptie.
Miet Ooms zegt
Spelling is een aspect van taal, zeker. Net zoals woordenschat dat is, syntaxis, intonatie enz. Spelling is geconstrueerd, ook zeker. Net zoals de standaardtaal dat in oorsprong is. Meer nog, de standaardtaal heeft zijn verspreiding over het taalgebied en de bevolking te danken aan de schrijftaal, en dus ook de spelling. Maar anders dan bij de andere aspecten van taal is spelling het enige dat officieel is voorgeschreven, en dat in bepaalde takken ook verplicht is (het onderwijs en de overheid, bijvoorbeeld). De Nederlandse grammatica is beschreven, en er is zoveel mogelijk woordenschat geregistreerd, maar geen van beide beschrijvingen zijn ooit goedgekeurd door ministers en vervolgens officieel verplicht. Spelling wel. Je hebt een boekje met regels, en als je daartegen zondigt, maak je een fout. Duidelijker kan niet. Dat maakt ze ook meteen het meest conservatieve onderdeel van de taal, spelling moet eerst herzien worden en dan officieel goedgekeurd worden eer ze veranderd is. Andere taalveranderingen werken omgekeerd: mensen beginnen plots andere woorden en structuren te gebruiken, en als genoeg mensen dat lang genoeg doen, komen ze in de beschrijvingen terecht. Dus spelling is (een aspect van) taal? Ja. Maar wel een heel bijzonder, je kan het niet op dezelfde lijn zetten als stijl, syntaxis, woordenschat enz. En (want daar draait het uiteindelijk om), een goede speller is niet meer of minder dan dat, een goede speller. Iemand die de regels uitstekend kent en kan toepassen. Je kan daar geen andere oordelen over intelligentie, communicatievaardigheid en zelfs taalvaardigheid vellen dan die. En hetzelfde geldt voor de slechte speller, die toch een goede communicator kan zijn. Zelfs schriftelijk.
Miet Ooms zegt
Ik kan je er heel wat geven, hoor. Ze zitten namelijk in mijn licentiaatsverhandeling (Vlaamse versie van doctoraalscriptie van voor de BaMa-hervorming), over de oorkondentaal van Maaseik van de 14de tot de 16de eeuw. Bijna elke verandering in die oorkonden is een spellingverandering. Maar, het prescriptieve was van een andere aard dan nu. Er bestond geen officiële (door de regering goedgekeurde en opgelegde) spelling, natuurlijk. Maar in de periode die ik behandelde had je wel schrijfcentra, en de spelling van de meest dominante centra (voor de omgeving dan) werd gevolgd, daar kwamen de schrijvers uiteindelijk ook vandaan. Veranderde dat politiek-economische evenwicht, dan veranderde de spelling. Ik moet nu aan het werk, maar als ik de kans zie, zal ik eens een voorbeeldje van zo'n verandering geven, die duidelijk niks te maken heeft met de spreektaal op dat moment op die plaats.
Gijsbert Rutten zegt
Ik ben het er helemaal mee eens. En dus ook met de opmerking dat er van een heel ander soort prescriptiviteit sprake was.