De laatste weken is er, onder andere op Neder-L, weer een discussie opgelaaid over de precieze manier waarop de tussen-n moet worden geregeld. Volgens sommigen is er een rigoureuzere maatregel nodig: de spelling moet worden vrijgelaten. Dat vindt bijvoorbeeld Wil Bijlsma, taalkundige, oud-docent Taalbeheersing aan de Sociale Akademies in Amsterdam, oud-docent Nederlands aan een Pedagogische Akademie, en oud-schrijver van de taalrubriek in De Groene. De bijdrage is geschreven in ‘zyn ygen spelling’.
door Wil Bijlsma
Ook zonder ′het Groot Diktee′ van Kees van Kooten en Philip Freriks is byna iedereen bang om spelfouten te maken. Ik niet meer.
En u? Breekt u zig nog het hooft over: De meid mijdt de kaas met de mijt. Of Vind je dat zinvol, en vindt je broer dat ook? Is het begravenisvanwege begraven? En probleemen vanwege probleem? En is hetlieteren gieter ofliteren giter?
We sgryven volgens het Groene Boekje. Maar de ontwerpers van onze spelling (De Vries en Te Winkel) hebben ons het regt gegeven om onze eigen spelling te schrijven. Wist u dat?
In het laatste Groot Diktee hat ik 13 fout, maar nu is het mooj geweest. Ik maak gebruik van dat regt. Ik zet boven al m’n mails: myn ygen spelling.
Ik zal uitleggen hoe myn spellingin elkaar zit.
Ik spel zo veel mogelijk volgens het eerste prinsiepe van de spelling De Vries & Te Winkel, het prinsiepe van de fonologie, ik sgryf dus wat je in het abn zegt en hoort. De andere regels zou ik het liefst niet volgen, dat zyn uitzonderingen op de hooftregel, die maken het allemaal nodeloos ingewikkelt.
Ik volg hier en daar eerder ontworpen minder of meer fonologiese spellingen: s′66van myzelf, de spelling Kohnstamm, 1972, de spelling van Berits, 1975, de spelling van Kees Stip, 1985.
Ik doe byvoorbeelt niet meer aan de dubbelspellingen die niemant hoort.
- Dus: ik sgryf ei/ijals y;
- au/ousgryf ik als ou;
- ch/gsgryf ik als g;
- voor de dt/t/d(als je een t hoort) sgryf ik een t.
- Wepsgryf ik met een p, en hantdus met een t, zoals ik duifmet een fsgryf, en vaasmet een s.
Maar by maan – manenaarzel ik. Ik zou het liefst maan – maan-ensgryven, en man – man-en, en spel-enen speel-en. Dat probleem is door Kollewyn ygenluk de verkeerde kant op verandert. Alle ′lange′ klanken oo, aa, ee, ii, en uu dubbel, en alle ′korte′ klanken o, a, è, i, en u enkel.
Maar ja, dat vint iedereen veel te rigoereus.
En de weerstant tegen wetensgappelijk spel-en is al zoo groot.
Ik ben in myn ygen spelling niet konsekwent, maar er is geen wet die dat van me yst. Wat meer plurieformietyt in de spelling kan helemaal geen kwaat. We zien er ook niet meer allemaal hetzelfde uit.
Soms krijg ik reaksies als: Bent u dislekties? Heeft u een herseninfarkt gehad? Die reaksies zeggen veel.
Het voordeel van m′n ygen spelling is: Je hoeft niet meer in hetGroene Boekje te kyken hoe het moet, je mag sgryven wat je hoort. Vintje datzinvol en vintje broer datook? Als iemant het zegt hoor je ook niet waar de dt/d/tzit.
We hebben allemaal weleens moeite met de spelling. Maar wy zyn niet dom, de spelling is dom. En: je went binnen de kortste keren aan een spellingzonder dten ei/ijen au/ouen ch/g.
Maar zet dan wel boven uw mail. Myn ygen spelling. Anders vragen ze: Dislekties? Herseninfarkt gehat?
Ik verwacht niet dat u het doet hoor.
Maar de vertaalkomputers en de spraakkomputers zyn hoera-blij met myn spelling.
En de kinderen die leren lezen en spellen.
En de nieuwtalers.
En Philip Freriks en Kees van Kooten misgien ook wel, denk ik.
Ik hep een boekje gesgreeven over de spel-ing en de taal. Het heet:Ygenluk zou er nix faut moogen zyn. Iets voor u?
wilbylsma (wilbijlsma@hetnet.nl)
JDH zegt
Het rare is toch wel dat, hoewel hier precies staat wat er klinkt, ik de tekst lees alsof ie wordt uitgesproken door iemand met een serieus spraakgebrek. Het schuurt en het schuttert, het knauwt en knarst; uit deze syllaben spat spreekwoordelijk speeksel. Vieze bek!