Soms probeer ik me voor te stellen hoe het is om iemand anders te zijn: de vrouw die een roze fiets met een lekke band meesleurt over de kades, de treinconducteur met een koortslip, een jongen die een totaal versleten rokkostuum draagt. Meestal lukt het in ieder geval naar mijn eigen tevredenheid. Maar hoe het is om iemand te zijn die ‘een teloorgang van onze beschaving’ afkondigt, daar kan ik me echt niets bij voorstellen.
Het gebeurde deze week voor de zoveelste keer in de Volkskrant, de krant die zich specialiseert in het onbeheerst moord en brand schreeuwen als het over taalzaken gaat. Vorige week mocht René Appel al melden dat het feit dat de Universiteit van Maastricht een bestuurslid heeft die uit het buitenland komt (man, man) ‘een reele dreiging voor het Nederlands als cultuurtaal’ vormt. Deze week was het de beurt aan twee historicae die de kladderadatsj voorzien in het ‘ongebreideld tutoyeren van jan en alleman’.
Wanneer men met een dergelijke boodschap komt, hoeft men natuurlijk niet meer te kunnen redeneren of te formuleren om de kolommen van de Volkskrant te halen.
Wat moeten we ons bijvoorbeeld voorstellen bij een teloorgang van onze beschaving? Gaat onze beschaving iedere maandagochtend teloor? Wat is het nut van de toevoeging ongebreideld bij tutoyeren van jan en alleman? (Ik krijg het beeld voor ogen van hordes opgeschoten jongeren die op straat keihard bejaarde historicae ‘jij! jij! jij!’ in het gezicht lopen schreeuwen en maar niet van ophouden weten.) En hoezo is ‘het uitsterven van “de gentleman”‘ volgens de historicae ‘een doodzonde’? Moet een doodzonde niet door iemand worden begaan? Wie is dat in dit geval?
De historicae van de Volkskrant halen er van alles en nog wat bij: dat ‘hoogwaardigheidsbekleders’ zoals ‘dokters, docenten en buschauffeurs’ niet meer met respect worden bejegend, dat er te veel wordt gezoend, dat mannen ‘nooit meer’ een etentje betalen voor een vrouw. Een poging om deze zaken op de een of andere manier te herleiden tot het woordje u, of op zijn minst uit te leggen waarom je de aanstaande teloorgang niet beter kunt redden door etentjes voor vrouwen te betalen en minder te zoenen dan door je te richten op een enkel woordje, wordt niet ondernomen.
Het taaldebat is in sommige opzichten het spiegelbeeld van het milieudebat. Hoewel in het laatste geval vrijwel iedere deskundige zich zorgen maakt, vinden sommige kranten het leuker om de schreeuwers aan het woord te laten die menen dat er niets aan de hand is. In taalzaken is er geen deskundige te vinden die meent dat het niet goed gaat met de taal in Nederland, en dus laat de Volkskrant alleen maar mensen aan het woord die zo hard mogelijk schreeuwen dat de tohoewabohoe voor onze taal nu echt aanstaande is.
Ik zeg u, een einde der tijden is nabij.
Max zegt
"dat mannen 'nooit meer' een etentje betalen voor een vrouw."
Ah, ik snap het al: Emancipatie is de teloorgang van de samenleving! Weg ermee!
Laura Jacobs zegt
Dat moet zijn: Emancipatie is EEN teloorgang van de samenleving.
Max zegt
Mijn excuses. De strekking blijft natuurlijk: Misschien is het inderdaad beter om terug te keren naar de tijd dat mannen weliswaar de etentjes betaalden, maar de vrouwen verder niets te zeggen hadden. Want: respect.
Frans van Nes zegt
Opmerkelijk genoeg zijn de onheilsprofetessen niet alleen (allebei) historica, maar ook (allebei) tekstschrijver.
Frans van Nes zegt
Overigens: in diens veel betere stuk stelde René Appel niet dat een buitenlands universiteitsbestuurder een bedreiging vormt voor het Nederlands als cultuurtaal. Hij stelde dat het (vermoede) feit dat die bestuursleden onderling Engels spreken die bedreiging vormt. Als dat bestuur in het Nederlands zou vergaderen, zou hij met die buitenlandse bestuurder vast geen moeite hebben.
janien zegt
Chips! Heb ik toch niet enkele seconden geleden "schrijver, ken je waarheid, break the rules" op mijn blogje gecorrigeerd tot "schrijver, ken uw waarheid …". Help. Dat wil ik snelsnel opnieuw bijsturen. Nee, dat Engels niet. Die 'uw'! Schrijf die maar op last van mijn taai Vlaams aanvoelen van het u/je-gebruik dat in de lijn ligt van wat uw – oei de historicae in uw stuk oei je stuk net bepleiten.
Erusuke zegt
Opvallend dat in de reacties op het stuk van die dames hun mening vooral wordt onderschreven. Zelf wil ik het liefst van alle u's af! Zelf wordt ik ook niet graag met u aangesproken, want dan voel ik me zo oud. Om deze belediging van anderen te vermijden ben ik vaak aan het twijfelen of ik bepaalde personen wel of niet met u aan moet spreken. Gebruik ik wel u, dan is de respons vaak meteen dat mensen liever getutoyeerd worden. Over het gebruik van je heb ik echter nog nooit opmerkingen ontvangen.
Overigens zijn er in mijn omgeving nog zat mannen die de deur voor vrouwen open houden.
Anoniem zegt
Marc, volgens mij is het Jan en alleman, reële en bestuurslid dat enz.enz.
Miet Ooms zegt
Waar is Doe Maar als je ze nodig hebt?! ('en zeg U U U U!')
Miet Ooms zegt
Dat taaie Vlaamse aanvoelen heeft alles te maken met ons bijzonder informele spreektalige 'ge'. Laten de objectsvormen daarvan nu volledig overeenkomen met het superformele 'u', zeg. Vandaar die verwarring, en die onzekerheid. Voor ons, Vlamingen, kan 'u' (als objectsvorm dan) dus zowel heel formeel als net heel informeel zijn, en is 'je' die informele versie die je gebruikt als je netjes wil spreken. En wanneer wil/moet je zoal netjes spreken? Juist, in meer formele situaties…
Anoniem zegt
….wordt ik? Geen u en geen je maar gewoon altijd gij als gij het onderwerp is en ge als het informeler wordt of men wordt bedoeld. Probleem opgelost.