Het irritante van taal is dat ze verandert waar je bij staat. Je keek net even de andere kant op en ineens blijkt er zich alweer ergens een nieuwe constructie te hebben gevormd. Zo meldde iemand op Meldpunt Taal deze week ineens het bestaan ‘de zo’n komt erbij’ als equivalent voor ‘de zo’n breekt door’.
Gelukkig hebben we sinds kort Delpher, de zoekmachine waarmee je miljoenen pagina’s gedigitaliseerde boeken, kranten en tijdschriften van de KB kunt doorzoeken. Daarmee hebben we nu ook een prachtige, objectieve formule voor taalverandering: een constructie is nieuw als ze wel via Google gevonden kan worden, maar niet via Delpher.
Volgens die formule is ‘de zon komt erbij’ inderdaad nieuw.
De oudste vindplaats is een weerbericht het Friesch Dagblad van 23 augustus 2006. Daar wordt die uitdrukking wel gebruikt alsof er niets aan de hand is en de journalist van dienst nooit iets anders gezegd heeft. (Ik kan waar ik nu ben niet bij LexisNexis, die onuitputtelijke bron, wie wel?)
De laatste jaren komt het ook buiten meteorologische berichten voor, bijvoorbeeld op een wandelblog van de Groningse taalkundige Gertjan van Noord van een jaar geleden:
Als ik vertrek duurt het maar even of de zon komt erbij. Het is helemaal prachtig. Ik vermaak me volop. Prachtige oude smalle weggetjes door het plassengebied. De eerste acht kilometers is het alleen maar genieten.
Zoals de melder op Meldpunt Taal terecht vraagt: waar komt de zon precies bij? Zijn suggestie dat het gaat om een synoniem voor ‘de zon breekt door’ lijkt me niet helemaal juist. Dat laatste suggereert eerder een plotselinge gebeurtenis: er ligt een dik pak wolken waar de zon zich doorheen worstelt. Als de zon erbij komt, is dat iets geleidelijker, meer iets dat de vreugde van de dag complementeert.
En zoals vaker bij dit soort uitdrukkingen geldt ook hier: wanneer je er eenmaal kennis van neemt, vraag je je af hoe het Nederlands eeuwenlang zonder heeft kunnen doen.
valens.nl zegt
De belichting wordt anders, de sfeer wijzigt positief..
Erik Mol zegt
Ik zou het zelf een friesisme noemen, want bij mijn friese schoonfamilie komt het gezegde: sintsje d'rbij (zonnetje erbij) al decennia lang voor. Het wordt gebruikt in vergelijkbare situaties als waar koffie erbij of koekje erbij gebruikt kan worden: de prettige situatie wordt gecompleteerd. Het hoeft dus niet dat de zon geleidelijk of juist plotseling doorbreekt.
Mogelijk heeft weerman Piet Paulusma voor de verspreiding buiten het noorden gezorgd.
André Looijenga zegt
Verwondering op een druilerige ochtend… Dat de uitdrukking "de zon komt erbij" juist een nieuwe ontwikkeling in het Nederlands zou zijn: ik (opgegroeid in Friesland) ken het niet anders dan als een heel gewone beschrijving van dat het op een bepaald moment van de dag zonnig(er) wordt.
Ik vermoed dat het dan wel een Friese (of Noordoostelijk-Nederlandse) uitdrukking zal zijn.
In Delpher kon ik het zo gauw ook in het Fries niet terugvinden. Met Google vond ik een attestatie van "De sinne kaam derby." in een roman uit 2000 (It wurk fan 'e duvel, p. 198) van Durk van der Ploeg (*1930).
In het grote Woordenboek van de Friese Taal (WFT), dat online raad te plegen is, vond ik de uitdrukking "derby komme" in deze betekenis niet vermeld. Misschien is het dan toch een recent ontstane/verbreide uitdrukking, die zich in het Fries via weerberichten (gesproken, op de radio) verspreid heeft, en nu vanuit het noorden ook elders opduikt?
Maarten van der Meer zegt
In LexisNexis voor 'zon komt erbij' acht resultaat. Oudste: ANP-weerbericht, 22-1-2010, ' De zon komt erbij terwijl de oostenwind het kwik laat dalen.'
'Zon kwam erbij': 1 resultaat, de Volkskrant 17-12-2008: ' Het woei niet en de zon kwam erbij – ideale omstandigheden voor olie-ijs.'
'Zonnetje komt erbij': 2 resultaten, beide uit 2012.
Mient Adema zegt
De uitdrukking is, denk ik, al zeker een halve eeuw bekend, althans in mijn beleving. En ik heb haar altijd opgevat als een ironische weergave van wat je zelf het liefst verwacht. Als er een zonnetje bij komt, lijkt het net of het centrale thema, de weersomstandigheden in het algemeen, wordt lastiggevallen met iets bijkomstigs, terwijl toch menig weerberichter de zon als het meest plezierige symbool ziet van een prettig sfeertje.
Nee, het is dus gewoon een grappige manier van uitdrukken. En ook heel iets anders dan "vanmiddag schijnt eindelijk de zon", alsof je zou verwachten dat er mogelijk dan iets anders zou gaan schijnen.
André Looijenga zegt
IJsweer zou dus wel eens bevorderlijk kunnen zijn voor de aangroei van frisismes.
Taalprof zegt
In het Nieuwsblad van het Noorden van 24 juli 1954 staat de rubriek "Vishoekje" met de titel "Een allergenoegelijkste middag" waarin een van de tussenkopjes is "Toen de zon doorkwam." Daar staat de mooie zin 'Eenmaal op de diepte gezeten kwam zowaar de zon erbij en ging de wind welhaast helemaal liggen.' Ook aardig voor de beknopte bijzin, maar daar gaat het hier natuurlijk niet om.
Marc van Oostendorp zegt
Dank voor alle reacties. De crowdsourcing van vandaag heeft dus opgeleverd dat 'de zon komt erbij' in het noorden (ik neem vanwege de naam aan dat Mient Adema daar ook vandaan komt) al decennia bekend is, misschien speciaal in Friesland en misschien ook wel in Groningen, maar dat hij pas sinds een paar jaar echt in het openbaar aan erbij het komen is!
Mient Adema zegt
Wellicht was er in 1953 ooit een grappige Limburger die aan mijn Friese vader iets vertelde wat ik als geboren Zuid-Hollander goed onthield en nu in Monnickendam de wereld ingooi als ware het een voorbeeld van Friese beschouwelijkheid, humor en optimisme.
Laten we het maar op die onzekerheid houden, we weten het niet.