Ik heb de afgelopen dagen op kosten van de Italiaanse belastingbetaler (en nu niet zeggen: hij bestaat) een aantal lezingen gegeven in Verona, en een ervan ging over de woorden onteren en oneindig.
Wat is er aan de hand? Beide woorden bestaan uit een voorvoegsel (ont, on), een stam (eer, eind) en een achtevoegsel (en, ig). Er is een belangrijk verschil: onteren is een verbuiging met –en van de stam onteer (het voorvoegsel zit als het ware dieper dan het achtervoegsel) en oneindig is de ontkenning van eindig (het achtervoegsel zit dieper dan het voorvoegsel).
Er is echter ook een overeenkomst, die te maken heeft met lettergrepen.
In beide woorden gaan de lettergrepen niet over de grens van voorvoegsel en stam heen. Je zegt niet o-neindig, maar on-eindig, niet on-teren, maar ont-eren. Aan de andere kant gaan lettergrepen wel gemakkelijk over de grens tussen stam en achtervoegsel heen: onein-dig, niet oneind-ig, onte-ren, niet onteer-en.
Waarom is dat zo? De kern van een lettergreep is de klinker: iedere Nederlandse lettergreep heeft er een, terwijl niet iedere lettergreep een medeklinker heeft (zie de eerste lettergrepen van atoom, energie, iedereen, olifant, ulevel). Die klinker bepaalt dus de lettergreep, en medeklinkers mogen er alleen staan als ze in precies hetzelfde woord staan als de klinker.
De klinker ei in oneindig komt voor in de deelwoorden eind, eindig, oneindig. De n die eraan voorafgaat staat alleen in de laatste, en mag daarom niet samen met ei in een lettergreep staan.
De i in oneindig komt voor in de deelwooden eindig en oneindig. De d die eraan voorafgaat staat ook in allebei die woorden en mag daarom ook in dezelfde lettergreep staan.
De eerste e van onteren staat in de deelwoorden eer, onteer en onteren. De t komt alleen in de laatste twee woorden voor, en mag daarom geen lettergreep met die eerstee vormen.
De laatste e komt alleen voor in het woord onteren. De r staat natuurlijk ook in dat woord en mag daarom een lettergreep met de e vormen.
Voor deze belangirijke informatie heeft de Italiaanse belastingbetaler duur moeten betalen, maar jullie geef ik hem gratis. Boffen jullie even!
Frans Daems zegt
Moeten we hier niet onderscheiden tussen orthografische lettergrepen en fonologische syllaben (zoals in het primair onderwijs vaak onderscheiden wordt tussen ‘lettergreep’ en ‘klankgroep’)?
De orthografische lettergrepen, die zichtbaar worden wanneer we een woord aan het eind van de regel afbreken, zijn volgens de Nederlandse spellingconventies inderdaad on-eindig en ont-eren, waarbij de lettergreep grens valt na resp. on- en ont-.
Maar ik denk dat de fonologische syllabegrens in sommige woorden wel over de grens van het voorvoegsel ont- heen kan gaan, en danniet samenvalt met de orthografische lettergreepgrens. Wanneer je mensen vraagt complexe woorden te scanderen, krijg je vaak een fonologische syllabegrens die noch op de morfeemgrens noch op de orthografische lettergreepgrens valt. Voorbeelden zijn: on/teren, tan/darts, kram/pachtig, honger/snood, Frang/krijk , ba/kker enz. Dat wil niet zeggen dat de andere syllabeverdeling niet zou kunnen: ont/eren, tand/arts enz.
Marc van Oostendorp zegt
Het gaat mij alleen om de gesproken lettergreep, niet om de orthografische. In mijn eigen spraak kan ik geen 'on-teren' zeggen of 'o-neindig', maar ik weet dat dit in sommige zuidelijke vormen anders is. Cruciaal is dan dat je daar óók ont-eren en on-eindig kunt zeggen en beslist niet oneind-ig enz.
'Tan-darts' en sommige van de andere vormen zeg ik wel; ik ga ervanuit dat in die gevallen (die overigens strikt genomen niet vallen onder wat ik hier zeg, omdat ze niet gaan over het verschil tussen voor- en achtervoegsels) de morfologische vorm ondoorzichtig is geworden: 'tandarts' wordt gezien als één, niet-samengesteld woord.
Overigens komt deze asymmetrie tussen voor- en achtervoegsels in heel veel talen voor. Wanneer een taal beide heeft, staat het voorvoegsel doorgaans meer 'los' van de stam van het achtervoegsel.
Om die laatste reden zou ik in ieder geval ook niet zeggen dat ont-eren een 'spellinguitspraak' is of iets dergelijks: het volgt kennelijk een natuurlijk, in veel talen voorkomend patroon.