Korte inleiding in het werk van William Labov (4)
Afbeelding: Matthijs Sluiter/Onze Taal |
Labovs recentste, vorig jaar verschenen, boek heet The Language of Life and Death. Het gaat over de manier waarop mensen verhalen vertellen over hun leven. Wat voor vorm geven ze aan zo’n verhaal? Wat vertellen ze als eerste, wat laten ze weg? En zien we dezelfde technieken terug bij, pakweg, Herodotos?
Het is een indrukwekkend boek door de eruditie en door de menselijkheid. “Ik hield altijd al van taal,” zei Labov ooit in een interview, “maar door mijn werk ben ik verliefd geworden op de mensheid.” Dat blijkt uit dit boek misschien wel meer dan uit zijn eerdere werk.
Het lijkt ineens over een heel ander onderwerp te gaan dan het werk waarover ik het eerder deze week had: het veranderen van klinkers. Labov ís ook heel breed in zijn belangstelling.
Toch zijn er draden die het allemaal aan elkaar verbinden. Zijn belangstelling voor die levensverhalen kwam wel degelijk voort uit het onderzoek naar die klinkers. Dat zit zo.
Een groot probleem voor het soort onderzoek dat Labov doet – erachter komen hoe mensen écht praten, in het dagelijks leven, als ze onder elkaar zijn en zich veilig voelen en niet verplicht om zich aan enige norm te houden – is: zodra je die mensen een microfoon onder hun neus duwt, beginnen ze zich bewust of onbewust anders te gedragen.
Sterker nog, zodra jij als onderzoeker (een professor!) zich onder de mensen mengt, gaan ze, of ze dat nu willen of niet, netter praten. Dat hoort nu eenmaal bij de mens: je past je voortdurend onbewust aan je gesprekspartner aan. Voor het onderzoek levert dat echter een nare paradox op. Labov noemde deze de paradox van de observator, en andere taalkundigen de paradox van Labov: we willen weten hoe mensen praten als ze niet in de gaten worden gehouden, maar we moeten ze in de gaten houden om dit te weten.
Labov heeft een aantal technieken bedacht om zijn eigen paradox te omzeilen. Een van de meest succesvolle is om mensen te vragen naar heftige gebeurtenissen in hun leven. Hebt u weleens een moment gehad dat u dacht: nu ben ik er geweest? Veel mensen blijken wel zo’n ervaring te hebben en als ze daarover beginnen te vertellen, vergeten ze de microfoon en de academische titel van hun gesprekspartner minstens een beetje.
Nu kun je je afvragen hoe ethisch het is om iedere persoon in wiens taal jij toevallig geïnteresseerd bent meteen allerlei heftige vragen te stellen. Het werkt alleen (en zou alleen moeten mogen) wanneer je zelf als onderzoeker bereid bent je hele persoonlijkheid in te zetten in je onderzoek. Labov is dat altijd geweest – altijd een mens én een taalkundige tegelijkertijd.
Mark D. zegt
Mooie serie dit!
"Nu kun je je afvragen hoe ethisch het is om iedere persoon in wiens taal jij toevallig geïnteresseerd bent meteen allerlei heftige vragen te stellen. Het werkt alleen (en zou alleen moeten mogen) wanneer je zelf als onderzoeker bereid bent je hele persoonlijkheid in te zetten in je onderzoek."
Dat is de definitie van participerende observatie, zoals niet alleen Labov maar ook vele generaties antropologen, antropologisch taalkundigen, en taalkundige veldwerkers dat gedaan hebben. Door de taal te spreken en in het leven te delen kom je meer op gelijke voet te staan en verklein je de paradox van de observator navenant.