Het was een populaire wijsheid in de middeleeuwen: je kon meestal maar beter je mond houden. “Spreken es dicke zere berouwen ender ter grooter scaden comen,” zegt het vroeg veertiende-eeuwse wijsgerige Boec van Sidrac, “ende swigen es selden berouwen.” Van spreken kwam weinig goeds, en volgens sommigen vormden de ‘zonden van de tong’ — onder andere vleien, kwaadspreken, liegen, schelden, vloeken en uit je nek kletsen — een apart hoofdstuk in het boek der zonden.
Vanaf dat moment beschikken ineens honderden mensen over informatie die ze eerder niet hadden: dat ik geloof dat de aarde plat is.
Laat een reactie achter