Wie draait d’r tong?
door Jan Stroop
Surinamers spreken geen Poldernederlands. Dat constateer ik na de drie weken dat ik in Paramaribo geluisterd heb naar radio, tv, op straat en in de collegezaal (met alleen maar vrouwen!). Ik geef toe, ’t is maar een indruk, maar ik durf zo langzamerhand wel op m’n gehoor te vertrouwen.
Door die afwezigheid van dat Poldernederlands lijkt Suriname wel wat op Vlaanderen, waar ook geen Poldernederlands gesproken wordt. Maar terwijl er in Vlaanderen ook nooit meer recente Nederlandse taalveranderingen overgenomen worden omdat de wil daartoe ontbreekt, gebeurt dat in Suriname aan de lopende band. Groetwoorden als doei doei, inclusief ’t eraan voorafgaande stadium doei, zijn niet van de lucht. Net als andere woorden en uitdrukking in ’t alledaagse taalgebruik: fijne dag (verder of nog), klopt, plek, en zeg maar. Maar ook meer verheven termen als naschoolse opvang kom je er tegen. Een taalverschijnsel hoeft in Nederland maar even zijn kop op te steken of ’t duikt al op in Suriname.
Hoe anders in Vlaanderen. Doei dat in Nederland en Suriname de meest gebruikte afscheidsgroet is, is in Vlaanderen vrijwel onbekend, of liever, wordt er niet gebruikt, want men kent ’t natuurlijk wel uit TV-series en dergelijke. En zo zijn er veel voorbeelden van lexicale verschillen tussen Vlaanderen en Nederland te geven, veel meer dan tussen Nederland en Suriname. Vergelijk bijvoorbeeld deze woordenlijst:
Ook wat de geschreven taal betreft staan het Nederlands van Suriname en dat van Nederland veel dichter bij elkaar dan Vlaams Nederlands. De opschriften die je in Suriname ziet op winkels, bestelbusjes, billboards verschillen, voor zover ze niet in het Portugees zijn, in niets van die in Nederland. In Vlaanderen hoef je maar even het station (de stasie) uit te lopen of de snelweg op te gaan om aan de taal te zien waar je bent.
Terwijl ’t Vlaams Nederlands zich ook in uitspraak en syntaxis steeds verder verwijdert van ’t Nederlandse, lijken ’t Surinaams Nederlands en ’t Nederlands Nederlands juist dichter bij elkaar te komen. Je hoort in Suriname reclames op radio en tv, bijvoorbeeld die van De Surinaamse Bank (DSB), die door een Nederlandse vrouw ingesproken lijken te zijn. Aan de presentatrice van ’t radioprogramma ABC-actueel is nauwelijks te horen dat ’t een Surinaamse is. Dat was toen ik er vier geleden ook was, nog niet ’t geval.
Je kunt je afvragen of deze presentatrices nog wel Surinaams Nederlands spreken en niet eerder Nederlands Nederlands. Of is hun spraak een nieuwe variant van ’t Surinaams Nederlands die dan wel heel dicht staat bij ’t Nederlands Nederlands. Waar trek je de grens? Ik weet daar geen antwoord op. Christa de Kleine, die specialist is op dit terrein, ook niet: https://dutch-beta.ned.univie.ac.at/node/51
Naast dat Nederlands dat erg dicht staat bij ’t Nederlands Nederlands zijn er wat de intonatie betreft allerlei varianten te horen, op het onverstaanbare af. Er is een grote verscheidenheid aan accenten, maar grammaticale verschillen zijn er weinig, eigenlijk maar één, maar dat valt dan ook erg op. ’t Is ’t gebruik van als in plaats van of als grammatisch verbindend voegwoord: Ik weet niet als ze nog komt. Dit alskomt trouwens ook wel in Nederland voor. zelfs bij Nederlanders die Standaardtaal willen spreken. Bovendien is ’t aanwezig in West-Vlaamse en Friese dialecten; zie de dissertatie van Jaap de Rooy, Als – of – dat. Nijmegen 1965. Dus je kunt hier eigenlijk alleen spreken van een verschil in frequentie.
Wat ik in Nederland nog niet gehoord heb, is een verwisseling van een ander of door als, zoals hier: “Als je ’t wilt geloven of niet, de resultaten zijn naar mij gestuurd via whatsapp.” (Dagblad Suriname, 3 februari 2014). Alsof als daar alle onderschikkende of’s aan ’t vervangen is.
Maar nu dat Poldernederlands. “Wie ’t hier spreekt wordt uitgelachen”, zei iemand me in Paramaribo, maar dat leek me een ongerijmde opmerking, want je hoort geen Poldernederlands in Suriname. Die dame verblijft te veel in Nederland, denk ik. Wat je wel hoort is een perfect als monoftong uitgesproken lange ee en die hoor je vaak, namelijk iedere keer als je vraagt wat iets kost: ”xxx SRD (es er dee)” [εs εr de.]. Sinds de dissertatie van Irene Jacobi (On variation and change in diphthongs and long vowels of spoken Dutch, 2009) weten we dat een verlaagde en diftongische uitspraak van de [e] in relatie staat tot een verlaging van de diftong [εi], een eigenschap van het Poldernederlands. De monoftongische uitspraak van de ee is dus, omgekeerd, een aanwijzing dat niemand zich er schuldig maakt aan zoals dat heet, ‘het draaien van d’r tong’.
Je vraagt je af wat de oorzaak is van de afwezigheid van Poldernederlands. Misschien hangt ’t samen met ’t register waartoe taalverschijnselen behoren en met de situatie waarin een register functioneert. Doei, plek, fijne dag, klopt worden in Nederland algemeen gebruikt, door allo-, auto- en brabochtonen. Ze behoren tot ’t register populaire taal, dat frequent door Surinamers uit Nederland naar Suriname wordt getransporteerd. ’t Zijn ook woorden en uitdrukkingen die je gebruikt bij ping-verkeer en die je schrijft op je app.
’t Poldernederlands is de spraakvariëteit van hoogopgeleide vrouwen. Er zijn in Nederland waarschijnlijk genoeg hoogopgeleide Surinaamse vrouwen maar of die, anders dan bijvoorbeeld hoogopgeleide Marokkaanse vrouwen, Poldernederlands spreken heb ik niet kunnen vaststellen. Maar hoe dan ook, ze vestigen zich, op een enkele uitzondering na, niet in Suriname o.a omdat de salarissen daar veel lager zijn dan in Nederland. En komen ze in Suriname op vakantie of familiebezoek dan ontmoeten ze daar nauwelijks huns gelijken, wat een voorwaarde is voor de overdracht van spraak, ‘below the level of consciousness’, zonder dat je je er bewust van bent.
Opvallend is dat de aanwezigheid van Nederlandse stagiaires in Paramaribo, die wel vrijwel allemaal Poldernederlands spreken, geen effect heeft. Maar die gaan dan ook voornamelijk met Surinaamse jongens om.
Anoniem zegt
Net als andere woorden en uitdrukking
Anoniem zegt
Doei dat in Nederland
Anoniem zegt
want men kent ’t natuurlijk wel uit TV-series
reclames op radio en tv
Anoniem zegt
Misschien begrijp ik je verkeerd, maar ik als Vlaamse bijna-dertiger ervaar 'fijne dag' (zong Raymond van het Groenewoud – toegegeven, 'genetisch gesproken' een Hollander – daar al niet over?), 'klopt' en 'plek' helemaal niet als gemarkeerd Noord-Nederlands. Bij 'zeg maar' doe je me twijfelen; 'doei' is duidelijk iets wat ik niet spontaan in de mond zou nemen.
Dit overkomt me trouwens wel vaker wanneer ik lijstjes over de verschillen tussen het Beneden- en Boven-Wuustwezels lees. Volgens mij gaat men in de behandeling van het Zuid-Nederlands wat al te gemakkelijk uit van een zuiverheidsmodel, waarbij men uit het oog verliest dat, hoewel de noordelijke norm zeker wat uitspraak en grammatica betreft, Vlaanderen wel degelijk nog steeds onder lexicale invloed zal staan van het noorden, al was het maar omdat de culturele productie daar nu eenmaal om demografische redenen groter is. Maar zelfs indien dit niet meer het geval zou zijn sinds de opkomst van de commerciële televisie, dan nog is het zo dat de paar decennia waarin er heel bewust naar het noorden werd gekeken als norm (zeg maar ruwweg van 1960 tot 1990) een stempel zullen hebben achtergelaten.
Overigens is er nog iets wat me vaak ergert bij dergelijke lijstjes: men gooit alle 'afwijkende' taalfenomen in Vlaanderen op één hoopje, zonder onderscheid naar hun sociolinguïstische positie. Men maakt zelden een onderscheid tussen fenomenen die door betrekkelijk weinig Vlamingen als problematisch worden ervaren (bv. het verschil in de werkwoordelijke eindgroep) en zaken die toch door de meesten (althans de meesten onder hen die belang hechten aan zogeheten 'correct Nederlands') als een taalfout zullen worden bestempeld (bv. 'iets mooi') of, op het niveau van het lexicon, als (zelfs binnen Vlaanderen) regionaal taalgebruik.
Anoniem zegt
Dit doet me trouwens denken aan die mini-heisa over dat clubje dat zich druk maakte over het gebruik (pardon, het 'opleggen') van het woordje 'leuk' in Vlaanderen. Hoeveel jonge Vlamen zouden er nog beseffen dat dit woord van noordelijke komaf is?