Door Leonie Cornips
Een lezer schrijft me dat hij in Lemiers (gemeente Vaals) tijdens het voetballen dialect hoort met Engelse woorden erin: ‘D’r kiepper hat sjtres, d’r boj sjteet nevver d’r joolpoal’. We kijken er niet meer van op dat het Engels in het Nederlands voorkomt maar wel als het zich mengt met het dialect. In ons denken horen talen thuis in verschillende hokjes. In die hokjes blijven kleine, lokale talen afgescheiden van grote, wereldtalen. Volgens die gedachte leunt een dialecthokje wel tegen het hokje Nederlands maar niet tegen het hokje Engels. In Limburg valt nauwelijks meer op dat het Nederlands zich met het dialect vervlecht. Zo’n vervlechting kan inhouden dat een spreker iets in het dialect vraagt ‘head ut unne vrund?’ en de luisteraar vervolgens in het Nederlands reageert: ‘ja ze heeft al een vriend’. Of het dialect en Nederlands vermengen zich: ‘vrund’ wordt ‘vriend’ in ‘dus ze head al n vriend, mer dat zead niks’. Dat mengen levert overpeinzingen op. Zo schrijft een lezeres: ‘Ons dialect is een zootje. Ook ik spreek geen zuiver dialect meer. Mijn man van het ene dorp, ik uit het andere dorp. Daar vind je zoveel verschillen tussen. Als er dan kinderen komen en iedere ouder spreekt zijn eigen taaltje, dan heb je soms al zoiets als een Babylonische spraakverwarring. Wat doe je dan: je gooit er automatisch een paar Nederlandse woorden tussen. En dan is het kwaad geschied. Je blijft zo praten.’
De muren van die taalhokjes blijken dus in de praktijk heel snel om te vallen. Of we willen of niet. Maar alles zo houden als het vroeger was, is als water met een vergiet vangen. We zetten – al dan niet bewust – de wijze waarop we spreken in om grenzen tussen ‘wij’ en ‘zij’ te trekken. Maar onze omgeving verandert voortdurend en daarmee ook die grenzen en hoe we spreken. Het dialect en het Nederlands van nu is niet langer dat van toen. Ook de Grieken schreven al dat de taal van de jeugd niet meer hetzelfde was. De jongeren van nu zullen later als ouderen ook op hun beurt weer constateren dat jongeren anders dan zij spreken.
Mensen beïnvloeden elkaar voortdurend en ook de talen die we spreken. En Limburg is natuurlijk veel meertaliger dan vaak zichtbaar is (of gemaakt wordt). Daaruit blijkt dat het dialecthokje toch midden tussen andere talen staat en dat de muren poreus zijn. Natuurlijk zijn er veel meer mensen in Limburg meertalig in andere talen dan het Nederlands en dialect, maar dat realiseren we ons niet zo goed. Begin 2000 heeft taalkundige Guus Extra een onderzoek verricht in dertien gemeenten in heel Nederland waaronder drie in Limburg. Daaruit bleek dat een derde van de leerlingen op de basisschool en van het voortgezet onderwijs thuis een andere taal spreekt dan het Nederlands. De talen die de meeste leerlingen spreken, zijn: Turks, Arabisch, Berbers, Engels, Hindu(stani), Papiamentu, Frans, Duits, Sranan Tongo, Spaans, Chinees, Koerdisch, Somalisch, Italiaans en Moluks/Maleis. In Maastricht concentreerde het onderzoek zich onder ruim zevenduizend leerlingen aan de basisschool en voortgezet onderwijs. Daaruit blijkt dat deze leerlingen thuis naast het Maastrichts, ook Italiaans, Moluks/Maleis, Spaans, Arabisch, Turks en nog een handjevol talen spreken.
In Venlo is een tijdje een vriendengroepje gevolgd in hoe zij spreken. Een van hen heeft een Pakistaanse vader en een Limburgse moeder. Hij spreekt zoveel mogelijk dialect. Hij spreekt dialect tegen zijn vriend die Turkse ouders heeft en geen dialect spreekt maar wel Turks en Nederlands. Toch blijkt de vader van deze vriend wel dialect naast het Turks te gebruiken (in tegenstelling dus tot zijn zoon). Dit is een klein voorbeeld van meertalig Limburg dat onmiskenbaar aanwezig is in het leven van alledag. Het dialect mengt zich net als het Nederlands met wereldtalen en verre talen en dat levert vanuit het perspectief van vroeger onverwachte combinaties op. In de beginzin van deze column is het Engels nauwelijks meer te herkennen. Gelukkig maar want mens noch taal kunnen als kasplantjes overleven. Zij floreren juist in interactie met anderen: ‘You’re welcome es ger in de buurt zeentj’.
Laat een reactie achter