• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Maken studenten wel zoveel taalfouten?

1 mei 2014 door Marc van Oostendorp 25 Reacties

Door Marc van Oostendorp


Hoe slecht staat het ervoor met de taalvaardigheid van studenten? Heel, heel, heel slecht – onder het niveau van basisschoolleerlingen.  Althans wanneer we de media mogen geloven (BNR, Metro, Spitsnieuws, de Volkskrant) die gisteren verslag uitbrachten over het onderzoek waarop Anouk van Eerden en Mik van Es volgende week in Groningen promoveren.

Maar we mogen die media misschien niet geloven. Uit het proefschrift zelf blijkt in ieder geval dat die conclusie wel wat voorbarig is. Zo wordt eigenlijk nergens in het proefschrift beweerd of in ieder geval hard gemaakt dat basisschoolleerlingen beter schrijven dan studenten. Sterker nog, feitelijk ontbreekt iedere vergelijking: we weten ook niet of studenten het nu beter of slechter doen dan hun voorgangers tien of honderd jaar geleden, of dan de gemiddelde journalist van de Volkskrant.

Wat we weten is dat studenten in de International Business Communication aan de Hanzehogeschool zo’n 80 ‘fouten’ maken in een tekst van een A4’tje. Voordat we daar moord en brand over roepen, is het zinnig om te zien over wat voor fouten het eigenlijk gaat.

Het valt bijvoorbeeld op dat het gaat over ‘niet-lopende zinnen’, ‘verkeerd gebruikte’ en ‘overbodige’ woorden. Spelfouten komen volgens de onderzoekers niet zoveel voor. Opvallend is verder dat al die fouten kennelijk vrij makkelijk te repareren zijn: na een training van een paar maanden maakten de studenten er al veel minder.

Waar dat allemaal op wijst, volgens mij, is dat de studenten vooral nogal achteloos waren bij het formuleren van de eerste opdracht. Je krijgt ook nauwelijks inzicht in hoe die opdracht (‘schrijf iets over light-producten’) precies geïnterpreteerd werd: kregen ze er een punt voor? Werd het ze alleen maar gegeven als iets dat ze even moesten doen? En dat ze de tweede keer daarop gewezen waren, maakten ze dit soort fouten kennelijk ineens veel minder.

Het zou dus weleens zo kunnen zijn dat een groep studenten (30 in totaal) op de Hanzehogeschool in Groningen een paar jaar geleden een onduidelijke schrijfopdracht kreeg, en er toen met de pet naar gooide. Dat lijkt me niet iets om nieuw beleid op te bazeren.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: onderwijs, taalfouten

Lees Interacties

Reacties

  1. Aleid zegt

    1 mei 2014 om 08:07

    80 leek mij ook erg veel, al heb ik wel studenten die dat aantal ruimschoots passeren. En dat zit dan zeker ook in spelfouten, maar inderdaad ook in zinnen die volledig ontsporen. En natuurlijk de beruchte de/het-fouten; bij de studenten die het zo bont maken, gaat het grotendeels om nt2'ers.

    Beantwoorden
  2. peter valkema zegt

    1 mei 2014 om 08:42

    Bazeren?

    Beantwoorden
  3. Dick Stada zegt

    1 mei 2014 om 08:46

    Die spelfout in het laatste woord is om respons uit te lokken?

    Beantwoorden
  4. Marc van Oostendorp zegt

    1 mei 2014 om 08:46

    ?

    Beantwoorden
  5. Kim Verheij zegt

    1 mei 2014 om 08:47

    Wat pas echt idioot is, is dat studenten op 8 van dat soort 'fouten' zakken bij opleidingen waar ze een quickscan doen.

    Beantwoorden
  6. Marc van Oostendorp zegt

    1 mei 2014 om 08:47

    Die NT2'ers waren er hier uitgefilterd. Omdat het gaat over een Groningse school waren dat (kennelijk) alleen Duitstaligen.

    Beantwoorden
  7. Marianne van der Ploeg zegt

    1 mei 2014 om 09:15

    Is dat idioot? Een slechtlopende zin kan net zo storend zijn en net zo onprofessioneel over komen als een spelfout.

    Beantwoorden
  8. Anoniem zegt

    1 mei 2014 om 09:25

    Haha wow, bazeren.

    Beantwoorden
  9. Marc van Oostendorp zegt

    1 mei 2014 om 09:33

    Het gaat erom dat die 'slechtlopende zin' onder onduidelijke omstandigheden tot stand is gebracht, en dat door een klein groepje waarvan het onduidelijk is hoe representatief ze zijn voor 'de' Nederlandse student (Groningse studenten International Communication). Je kunt daar geen conclusies aan verbinden.

    Beantwoorden
  10. conscienza zegt

    1 mei 2014 om 09:51

    Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    Beantwoorden
  11. Milfje Meulskens zegt

    1 mei 2014 om 10:18

    Wel merkwaardig hoe de promovendi ook op de radio erover spreken, alsof er wel degelijk conclusies uit kunnen worden getrokken. Als dat dan niet in het proefschrift staat is dat op z'n zachtst gezegd merkwaardig, er lijkt meer aan de hand te zijn dan alleen maar de media die weer met iets aan de haal gaan. Ik ben benieuwd naar een wederhoor!

    Beantwoorden
  12. Gert de Jager zegt

    1 mei 2014 om 10:30

    Middelbare scholieren, het publiek dat ik ken, kunnen de ene dag een vrijwel foutloos opstel van 700 woorden schrijven en de volgende dag bij een collega aardrijkskunde een werkstuk inleveren dat stikt van alle mogelijke taalfouten.

    De enige conclusie die je kunt trekken is die over een attitude: scholieren en studenten vinden het goed lopen van zinnen alleen maar belangrijk als een ander ze vertelt dat het belangrijk is. Dat is bij dat Groningse onderzoek blijkbaar niet gebeurd. Over capaciteiten zegt het inderdaad weinig of niks.

    Beantwoorden
  13. Marc van Oostendorp zegt

    1 mei 2014 om 10:44

    De beste wederhoor vind je door het proefschrift zelf te lezen, denk ik (de link staat in het stukje).

    Beantwoorden
  14. Lucas zegt

    1 mei 2014 om 10:50

    Als ik kijk naar mijn eigen schrijfvaardigheid in de vroege bachelor en die van mijn huidige scriptiestudenten zie ik weinig niveauverschil, met de kanttekening dat ik tijdens mijn scriptie al veel minder fouten maakte. Maar de meeste fouten zijn simpel te leren en tonen vooral een gebrek aan kritisch nalezen, d/t-fouten zie ik echt te veel. Dat is simpel aan te leren, en ik denk dat het probleem dus vooral is dat we studenten moeten leren kritisch fe kijken naar hun eigen tekst, niet dat ze helemaal niet meer kunnen schrijven.

    Beantwoorden
  15. Mient Adema zegt

    1 mei 2014 om 11:12

    Eigenlijk vond ik het verhaal aan alle kanten niet kloppen, omdat
    – de te beantwoorden vraag (buiten het proefschrift) niet gesteld was (tellen we nou de kwaliteit van de geschreven taal van het studentje of willen we het resultaat zien van een afgemaakte middelbareschoolopleiding);
    – is de bedoeling van de vragen aan de proefpersonen wel (inderdaad) goed doorgekomen, want je kunt je toch niet voorstellen dat iemand met een goed stel hersens iets twee keer gaat halveren als het maar een keer mag?
    – waarom dat onderscheid tussen spelfouten en andere taalfouten en waarom dan nog eens extra de vraag of een fout de inhoud van het geschrevene al dan niet begrijpelijk maakt? Ik snap kromtaal soms opperbest.
    – wat waren de criteria ter beoordeling? Moest er een extra beoordelaar bij om vast te stellen of iets fout was? Wisten ze het zelf dan niet?

    Ik wil die promotie natuurlijk niet bij voorbaat dwarsbomen, want mijn onderzoek naar de kwaliteit van de promovenda vertoont feilen.

    Ik zou eigenlijk weleens willen weten uit welke bron de taalfouten van afgestudeerde linguïsten voortspruiten, uit bedrijfsblindheid, uit domheid, uit provocatiezucht of uit ongeïnteresseerdheid. Waarop is het nu gebazeerd?

    Een van mijn voorgangers had het over de attitude. Die indruk heb ik ook.

    Beantwoorden
  16. Taalprof zegt

    1 mei 2014 om 11:42

    Die attitude wordt in het proefschrift wel getoetst. Daar lijkt het niet aan te liggen. Wel constateren de onderzoekers dat driekwart van de fouten aan onoplettendheid toe te schrijven zou zijn. Dat suggereert dat de studenten wel zeggen te willen opletten, maar het niet doen (of niet kunnen).

    Overigens had Marc het net over de onduidelijke omstandigheden waaronder de schrijfproducten tot stand zijn gekomen. In het proefschrift staat dat de dertig werkstukken random getrokken zijn uit een verzameling van werkstukken uit het reguliere taalbeheersingsonderwijs. Het ging dus niet om werkstukken die speciaal voor dit onderzoek gemaakt zijn, het ging om een normale schrijfopdracht uit een bestaande cursus.

    Beantwoorden
  17. Marc van Oostendorp zegt

    1 mei 2014 om 11:45

    Nee, dat zie ik niet zo duidelijk, althans niet bij de HBO-studenten (waar het om gaat). Het kan zijn dat ik iets gemist heb, maar als ik het goed zie, zijn er twee bronnen: de inleiding van een bestaand werkstuk, en een opstel over light-producten. Waar zie jij dat dit werkstuk een rol speelde bij de bestaande cursus over schrijfvaardigheid?

    Beantwoorden
  18. Mient Adema zegt

    1 mei 2014 om 12:25

    Zojuist wat door het proefschrift gesnuffeld en gezien dat er aan het onderzoek weinig lijkt te ontbreken. Het oogt heel degelijk en je kunt tenslotte wel aan het zeuren blijven en b.v. zeggen dat er op pagina 374 een typfout in de eerste alinea staat, toe te schrijven aan (uitsluitend) slordigheid. En een typfout hoeft nog geen taalfout te zijn, toch?

    Al met al denk ik wel dat het proefschrift terecht een trend heeft aangegeven, maar dat concludeer ik dan niet als (zeg) universitair onderlegde maar meer als hbo-er die niet bij elk ontdekt verschijnsel de meetlat van de wetenschappelijke toets legt.

    Vandaag is het "zeur niet zo", terwijl het vroeger "zeg het nog eens" was. Die attitude is er in principe wel, maar is bij nadere moeite vrij makkelijk weg te poetsen.

    Beantwoorden
  19. Taalprof zegt

    1 mei 2014 om 12:44

    pagina 94: 'De teksten hadden een omvang van maximaal één A4. Ze zijn in het cursusjaar 2007-2008 geproduceerd in het kader van reguliere schrijfopdrachten. De CIW-studenten kregen bij het vak Taalbeheersing de opdracht […] IBL-studenten moesten bij het vak Bedrijfscommunicatie/Nederlands een prettig leesbare tekst maken […] Verder bestond het hbo-materiaal uit Inleidingen die geschreven werden in het kader van projectverslagen.'

    Van die 10 inleidingen is inderdaad onduidelijk waar ze vandaan komen en welke rol ze hebben gespeeld. Ik zie in de gauwigheid niet of er belangrijke verschillen waren tussen deze 10, de 5 in de les gemaakte opdrachten en de 5 thuis gemaakte opdrachten.

    Beantwoorden
  20. Marc van Oostendorp zegt

    1 mei 2014 om 13:19

    Juist, dank je wel. Dat van die 'prettig leesbare' tekst had ik over het hoofd gezien. Het is misschien een beetje kinderachtig, maar er staat toch niet bij op welke criteria de studenten dachten dat de tekst beoordeeld werd (als dat al gebeurde); en het zou eigenlijk ook wel interessant zijn om te weten of dit betekende dat een tekst met 80 fouten dan inderdaad een 5,5 kreeg.

    Beantwoorden
  21. Gert de Jager zegt

    1 mei 2014 om 13:36

    Ik heb nog niet alle 500 bladzijden van het proefschrift even zorgvuldig gelezen, maar het probleem met de schrijfvaardigheid van studenten en scholieren is volgens mij haar dubbelzinnige status. Aan de ene kant is het een vaardigheid die binnen opleidingen ongelooflijk belangrijk wordt gevonden; aan de andere kant wordt er zelden iemand werkelijk op afgerekend. Een medicus als Piet Borst klaagt erover dat hij als een ouderwetse bovenmeester het rode potlood moet hanteren in verslagen van aspirant-artsen. Tegelijkertijd zal hij niet snel een arts zijn bul onthouden vanwege een gebrek aan schriftelijke taalvaardigheid.

    Op de marketingopleiding van de beide promovendi is het niet anders. Ook daar vormt schrijfvaardigheid niet de bestaansreden voor de opleiding. De schrijfopdrachten die de studenten hebben gekregen en waarop de analyses in het proefschrift zijn gebaseerd, zijn oefeningen. Vooralsnog is mij niet duidelijk wat voor consequenties fouten in die oefeningen hebben: voor het cijfer voor het vak Nederlands bijvoorbeeld. Of een onvoldoende voor het vak Nederlands erg belangrijk is op zo'n marketingopleiding, wordt ook niet duidelijk.

    Scholieren en studenten passen zich aan aan wat van hen verwacht wordt: daarop zijn ze getraind vanaf het moment dat ze zindelijk werden. Wanneer ze zeggen dat ze goed schrijven belangrijk vinden, maar het vervolgens niet doen uit slordigheid en onoplettendheid – 75% van de fouten, begrijp ik -, passen ze zich ook aan. Ze stellen de prioriteiten die de omgeving stelt. Wanneer we het met elkaar anders willen, moet schrijfvaardigheid beslissend worden voor de toekenning van een diploma.

    Beantwoorden
  22. Marc van Oostendorp zegt

    1 mei 2014 om 21:08

    Volgens mij sla je de spijker op de kop! Zoals jij het zegt, zo is het geloof ik precies.

    Beantwoorden
  23. Jan Eberg zegt

    6 mei 2014 om 15:46

    Ik denk ook dat het er zo in de praktijk aan toe gaat. Waar je, zoals ook Piet Borst doet, moraliserend over kunt zijn, is dat de attitude van aanpassen staat voor méér dan alleen schrijfvaardigheid. Impliciet wordt een onderscheid zichtbaar tussen studenten met academische vaardigheden (zorgvuldig en precies formuleren, kritisch-reflectief en methodisch-analytisch denken en schrijven) en studenten zonder academische vaardigheden (goed is goed genoeg, als je elkaar maar begrijpt, 'u vraagt, wij draaien'). De consequenties van beide attituden werken op vele manieren door in de beroepspraktijk en de sociaal-communicatieve omgang met anderen in het algemeen.

    Beantwoorden
  24. Carel Jansen zegt

    11 mei 2014 om 15:33

    Afgelopen donderdag heb ik in de openbare bijeenkomsten waar Mik van Es en Anouk van Eerden hun proefschrift hebben verdedigd, onder meer een vraag kunnen stellen over het concept "fout" zoals dat bij hen is ingevuld. Die invulling heeft ertoe geleid, zo heb ik laten weten, dat ook een grote hoeveelheid retorische keuzes die de studenten anders hebben gemaakt dan de beoordelaars graag gezien zouden hebben ('verwarring zaaien' in plaats van 'verwarring wekken' of 'ondanks dit alles' in plaats van 'toch', om maar enkele van de vele voorbeelden te noemen) maar waarin geen enkele overtreding van welke grammaticale regel dan ook te herkennen valt, in de fouteninventarisatie terecht zijn gekomen.
    Ik weet waar ik het over heb, want ik heb – als een van de weinigen tot nu toe – na flink aandringen toegang gekregen tot de dertig teksten waarin al die zogenaamde fouten gemaakt zouden zijn.
    Ik heb Mik van Es intussen via zijn blogspot http://basaleschrijfvaardigheid.blogspot.nl/2014/05/goed-of-slecht-onderzoek-en-de-vk.html gevraagd of de wetenschappelijke eis van de controleerbaarheid er niet toe moet leiden dat de onderzoekers hun dertig teksten nu openbaar maken. Dan kan iedereen zichzelf een oordeel vormen over de werkelijke aard van de zogenoemde 'fouten' en over andere kenmerken van de dertig studententeksten. Ik ben benieuwd naar de reactie van Van Es en Van Eerden, en als die positief is – wat we toch werkelijk mogen hopen – naar de resultaten van analyses die anderen dan de beoordelaars die Van Es en Van Eerden destijds hebben ingeschakeld, maken van hun onderzoeksmateriaal.

    Beantwoorden
  25. Marc van Oostendorp zegt

    13 mei 2014 om 21:36

    Dank je wel, Carel. Het zou vind ik inderdaad een eis aan dit soort onderzoek moeten zijn dat het onderzochte materiaal, natuurlijk geanonimiseerd ter beschikking moet worden gesteld. Strikt juridisch heeft Van Es op zijn blog gelijk als hij stelt dat het auteursrecht niet in handen van de onderzoekers is, maar mij lijkt daar in dit geval wel een mouw aan te passen. Men kan de teksten publiceren met een disclaimer, waarbij auteursrechthebbenden die bezwaar hebben contact kunnen opnemen. Het Meertens Instituut heeft hier ruime ervaring mee (bijvoorbeeld bij de verhalendatabase). Enfin, de promovendi zijn blijkens dat weblog zeldzaam strijdbaar én zeldzaam hardleers.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Willem Bilderdijk • Vertalen

Geloof my vry, wat andren snoeven;
Die d’ echten smaak en geur wil proeven,
Drink’ uit de oorspronkelijke flesch!

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

JUNI ’57

Met niets meer bij me dan het te vlug geleefde,
nog in de flarden van haar vertrek gekleed,
loop ik het land op om naar de lucht te kijken
en hoe mijn liefde allengs in niets meer leek
op die voor haar.

Het is een juninacht – de kortste nacht
bijna. Ik voel met mijn hoofd het hooi van de opper
waartegen ik zit. Ik zie een blijvende
zonsondergang boven een vuurtorenlicht
en weinig sterren.

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

19 september 2025: Laatzomer Conferentie NDN

19 september 2025: Laatzomer Conferentie NDN

22 juni 2025

➔ Lees meer
2 juli 2025: Boekpresentatie ‘Een nieuw geluid’

2 juli 2025: Boekpresentatie ‘Een nieuw geluid’

21 juni 2025

➔ Lees meer
26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

18 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1991 Cornelis Stutterheim
➔ Neerlandicikalender

Media

Hoe je taal maakt en hoe taal je raakt

Hoe je taal maakt en hoe taal je raakt

22 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De structuur van wetenschappelijke artikelen

De structuur van wetenschappelijke artikelen

21 juni 2025 Door Marc van Oostendorp 1 Reactie

➔ Lees meer
Het culturele landschap van Frits van Oostrom

Het culturele landschap van Frits van Oostrom

19 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d