Door Leonie Cornips
@X kiek ns ff ofste powerpoint oaf hobs, maach iech murge daan ff get beij diech oafmaken :p aubbb xx aanders kreijg onvoldoende :p x
Deze tweet gaat over huiswerk en is in het dialect. Het spannende van het taalgebruik op Twitter is dat het zo informeel is. Mensen schrijven op sociale media net alsof ze spreken. De huiswerktweet heeft afkortingen zoals ffvoor ‘effe’ (even), ns voor ‘eens’ verdubbelingen van letters bb in ‘aub’ en het mist het onderwerp ikbij het werkwoord kreijg en het onbepaald lidwoord een bij het naamwoord onvoldoende. Dit taalgebruik laat zien wat het geschrevene kan missen (onderwerp, lidwoord) zonder (te) onbegrijpelijk te worden. Het gebruik van tekens – emoticons – is bijna een ‘must’. Hoewel een lezer van een tweet de schrijver niet kan zien, kan hij of zij uit die emoticons wel opmaken hoe de schrijver zich voelt of hoe de boodschap bedoeld is. Een emoticon als 🙂 geeft een gezichtsuitdrukking weer. Het staat voor een lachend gezicht dat tegen de klok in 90 graden gedraaid is. Het gezicht ligt dus op zijn zijkant: als u uw hoofd naar links legt op uw schouder dan is het goed te zien. Het haakje ) representeert een lachende mond, het streepje – de neus en de dubbele punt : de ogen. In de huiswerktweet representeert :p een lachend gezicht met een uitgestoken tong en x of xx staat voor een kus.
Het spannende aan Twitter is dat het een vrijplaats is om spontaan in een minderheidstaal te schrijven. Wereldwijd valt dezelfde tendens te ontdekken: talen die voornamelijk spreektalen zijn en geen stem hebben in conventionele media zoals kranten, boeken, tijdschriften zijn wel te lezen op Twitter en Facebook. Een paar voorbeelden zijn: Welsh, Gaelic, Fries, Yucatec (een Maya taal), Euskara of Baskisch, Kreyòl ayisyen (Haïti), Setswana (Zuid-Afrika), Zwitsers Duits, Nigeriaans Pidgin, Jamaicaans Creool, Duits-Turks, Spanglish (mix tussen Spaans en Engels in VS), Iers, Sheng (mix tussen Swahili en Engels in Kenia) en een Limburgs dialect. Sociolinguïsten beweren wel eens – een beetje te optimistisch wellicht – dat sociale media, minderheidstalen voor uitsterven behoeden.
Het voordeel om een minderheidstaal op sociale media te gebruiken, is dat niemand zich zorgen hoeft te maken over spelling en dat de tweet door de hele wereld kan zwerven. De schrijver en lezer hoeven zich niet meer op de plek te bevinden waar de taal traditioneel thuishoort. Vooral belangrijk voor degenen die naar elders gemigreerd zijn.
Aan het Meertens Instituut zullen we een kleinschalig onderzoek doen naar twitteren in het Limburgs dialect en Fries. Eerder is dit gedaan voor het Nederlands. Nu is het zoeken naar tweets in het Limburgs veel complexer dan zoeken naar tweets in het Nederlands, juist vanwege de variatie in dialecten en in spelling. Nederlandse tweets zijn gevonden door te zoeken op het sleutelwoord ‘het’ en dat werkte goed. Maar hoe dit nu te doen voor het dialect. Welk sleutelwoord is succesvol? Een woord als ‘dich’ maakt geen onderscheid tussen tweets in het Limburgs en in het Duits. Een woord als neet ‘niet’ lijkt vooralsnog goed te werken. Daarmee vinden we dialecttweets uit Melick, Venlo, Roggel, Meerssen, Echt, Sint Geertruid, Geleen, Lottem en Maastricht.
Vragen die we hebben is waarom mensen überhaupt in het dialect of Fries twitteren en of ze dit altijd doen. Heeft dat te maken met onderwerpskeuze of met het type lezer of… ? Het is immers tegendraads: het dialect of minderheidstaal lijkt iets van vroeger maar verovert zich toch een plek in het moderne digitale tijdperk.
Een lezer schrijft ons waarom zij altijd dialect op sociale media gebruikt: ‘Kerkraads is mijn moedertaal en door ’t te schrijven (…) maak je kenbaar dat je trots bent op de gemeente of provincie waar je vandaan komt.’ Dit is interessant want zo wordt in de beleving van de twitteraar zijn of haar taalgebruik op sociale media toch weer aan een specifieke plek verankerd, net als bij het dagelijkse spreken.
Deze column verscheen afgelopen zaterdag in De Limburger/Limburgs Dagblad.
Laat een reactie achter