Het verschil tussen de o in bok en die in hok – dat is een uithoekje van de taalkunde waar mensen zich alleen bij feestelijke gelegenheden in wagen. Zoals gisteren in een lezing die Rick Derksen op een symposium hield dat was georganiseerd ter ere van onze collega Michiel de Vaan, die binnenkort naar Zwitserland vertrekt.
Bok en hok worden van elkaar onderscheiden op het beroemde leesplankje van Hoogeveen: boven de o staat in het eerste woord een stip dat in het tweede ontbreekt. Het betekent dat de eerste volgens Hoogeveen met een wat geslotener mond moet worden uitgesproken dan het tweede. Voor de mensen die het verschil maken, is het verschil niet klein en heel duidelijk hoorbaar, zoiets als het verschil tussen pit en pet. Er zijn ook woorden die alleen verschillen in de uitspraak van de twee klinkers: schrok ‘werd bang’ tegenover schrok ‘eet gulzig’ is daar een voorbeeld van.
Compost
Derksen en De Vaan benaderen zo’n kwestie historisch: een verre voorloper van het Nederlands (die Proto-Westgermaans genoemd wordt) had ooit een oe-klank en een oo-klank in dat soort woorden. Die verschoven gaandeweg in elkaars richting, en dat leidde tot het verschil tussen de klinkers in bok en hok.
Dat is natuurlijk een legitieme manier van naar het probleem kijken, maar mij fascineert ook wel de manier waarop moderne sprekers het verschil nog steeds hanteren. Bij iedere o in ieder nieuw woord moeten ze op de een of andere manier kiezen hoe die wordt uitgesproken: hoe zeg je compost?
Groene Boekje
De informaticus Dick Grune van de VU heeft kennelijk een fascinatie voor het verschijnsel ontwikkeld, en in de afgelopen jaren alle woorden in het Groene Boekje genomen en genoteerd hoe hij de korte o uitspreekt. Het resultaat staat hier. Zo’n lijst is natuurlijk heel nuttig voor mensen zoals ik die het verschil niet maken. Er blijkt uit dat mensen zoals Grune (geboren in Gelderland in 1939) op een enkele uitzondering na eigenlijk iedere o nog duidelijk in een van de twee categorieën valt. De uitzonderingen zijn onder andere o’s in een onbeklemtoonde lettergreep, die sowieso altijd wat minder duidelijk zijn.
Dat geldt dus ook voor nieuwe woorden. In compost is de eerste klinker de gesloten variant en de tweede de open versie. Waarschijnlijk wordt de keuze bepaald door de omliggende medeklinkers. Voor een m spreken mensen liever de hoge variant uit, voor een groepje medeklinkers als st liever de lage. (Het lijkt mij een leuk onderwerp voor een bachelorscriptie om dat een keer preciezer uit te zoeken: student! meld je!)
Het interessante aan die twee o’s is dat het verschil kennelijk voor grote groepen mensen nog steeds bewaard blijft ook al doet het maar weinig werk in de taal. De kans dat je schrok en schrok door elkaar gooit is nu eenmaal vrij gering. Hoewel het leesplankje van Hoogeveen allang niet meer in gebruik is, pikken kinderen dat kleine, voor het begrip zo weinig belangrijke verschil, kennelijk nog steeds op uit de omgeving.
Anneke zegt
Je hebt het voor elkaar: ik zit hier als een malloot 'schrok-schrok-schrok-schrok' te zeggen en spijt te hebben van het feit dat ik bij mijn studiekeuze -lang geleden- de verkeerde afslag koos.
erica zegt
Nou ja, ik moest zo nodig rechten studeren en dat gaat wel vaak over uitspraken, maar niet over de uitspraak. Ik heb net als Anneke schrok zitten zeggen en ook opbod en complot en nog heel wat andere woorden met een o, en nu geloof ik echt dat ik, hoewel je het bijna niet kan horen, twee verschillende o's zeg. En dat heb ik nooit geweten. Op de lagere school werd in de jaren dertig helemaal niet over het onderscheid gesproken.
Ook is mij nog opgevallen dat het woord komkommer niet in de lijst staat en dat staat wel degelijk in het groene boekje.