Dialecten worden wel gezien als de ijskappen van de taal: het bederf verloopt er trager en fossielen die in de standaardtaal blijven daardoor bewaard.
In het West-Vlaams, bijvoorbeeld, zou het ontkennende woordje en zijn blijven staan dat in de middeleeuwen overal gebruikt werd in combinatie met niet of geen. In dat dialect kun je bijvoorbeeld het volgende zeggen:
– ‘k en zagen en nog niet. (Ik zag hem nog niet).
Dat lijkt op de manier waarop in de middeleeuwen bijna iedereen in ons hoekje van Europa het deed, en trouwens ook waarop je dat in het moderne (Standaard-)Frans nog doet:
– Ic en sagh hem niet. (Ik zag hem niet.)
– Je ne le vois pas. (Ik zie hem niet.)
Toch is er wel wat meer aan de hand, zo blijkt uit een nieuw artikel van de onderzoeksters Anne Breitbarth en Liliane Haegeman.
Het West-Vlaams heeft de Middelnederlandse vorm niet zomaar bewaard. Het heeft hem verrijkt.
Breitbarth en Haegeman laten zien dat en namelijk tegenwoordig wel degelijk een eigen bijdrage levert aan de betekenis. Dat is een heel subtiele bijdrage – iets wat je in het Standaardnederlands niet zo makkelijk onder woorden kunt brengen – maar vermoedelijk wel een innovatie. Niks ijskap! Kweekkas!
Sigaretje
Het komt erop neer dat en een teken geeft dat het ontkende in zekere zin onverwacht is; dat je het omgekeerde zou verwachten. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt in verhalen als de volgende:
– Ge zou lyk peinzen dat da Valère is. Mo t’en is Valère niet. (Je zou denken dat het V. is. Maar het is V. niet.)
Bovendien kan het gebruik van en soms een verschil in betekenis maken. Dat geldt bijvoorbeeld voor de volgende vraag:
– Ee-j gie men geen sigaretje?
Onbenut
Deze zin is dubbelzinnig, net als het Nederlandse equivalent Heb je voor mij geen sigaretje? Het kan een vraag om informatie zijn (‘klopt het dat jij voor mij geen sigaretje hebt’) of, normaler, kan het een beleefde manier zijn om om een sigaretje te vragen. Maar zodra het woordje en wordt toegevoegd, verliest de zin die laatste betekenis:
– En ee-j gie men geen sigaretje?
Bovendien kan de spreker hiermee uitdrukken dat hij ernstig betwijfelt dat de luisteraar inderdaad geen rookwaar heeft.
Het is een sterke illustratie van het feit dat geen woord in taal ooit onbenut blijft. Een dubbele ontkenning (en sagh hem niet) kan niet lang blijven bestaan. Er kunnen twee dingen gebeuren: het zwakste woordje verdwijnt, zoals in het Nederlands gebeurd is. Of dat woordje krijgt een speciale eigen betekenis: dat is kennelijk gebeurd in het West-Vlaams.
Het is overigens niet duidelijk of deze kleine innovatie nog lang zal blijven bestaan. West-Vlaanderen is een van de sterkste dialectgebieden van het Nederlands, maar er zijn allerlei aanwijzingen dat ook daar de standaardtaal langzaam overal overheen schuift. Als een gletsjer.
Glenn Geeraerts zegt
In mijn Brabantse dialect (Averbode, K351a) bestaat die 'tweeledige negatie' ook nog, zij het als relict en zonder de West-Vlaamse 'innovatie':
– Da'k gèn klachte-n-en huër! (Waarschuwing aan een kind: 'O wee als ik klachten hoor!' Letterlijk: 'Dat ik geen klachten hoor!')
– Dat 'm nie goê Frans en kan. ('Dat hij niet goed Frans spreekt.')
Diederik zegt
Ja, dat bovenstaande hier wou ik ook al posten.
Het Antwerps (alleen nog een aantal oudere sprekers, ook veel 'echte dialectsprekers' kennen het niet meer) en ook veel andere Zuid-Brabantse dialecten kennen dit "en" nog; wel alleen in bijzinnen.
Volgens 1 Antwerpse informant heeft het wel een soort versterkende functie tov. de variant zonder "en".
Zie bvb ook Taal in Stad & Land, aflevering Vlaams-Brabants en Antwerps:
"Ze komt in de Brabantse dialecten vooral voor in bijzinnen als in:
Wat dat ge niet en kunt, moete niet proberen.
Past op dat ge niet en valt."
Aflevering Brussels:
"en
'In verband met een ander ontkennend woord' (WNT) bestaat deze negatie nog in onze dialecten. Dit en (met schwa uitspreken!) komt bij sommige Brusselaars voor (bij andere nooit!), maar dan is het gebruik ervan aan bepaalde voorwaarden gebonden:
-nooit in zelfstandige hoofdzinnen […]
-alleen in bijzinnen, als en onmiddelijk op de eerste ontkenning volgt of op gin + zelfstandig naamwoord:
omda ze de kabel ni en emme
'tgein da ge ni en wet kunde ni vergeite
as gaai niks en zegt, zeg ek oek niks
Atter gin beei ne mi en es, drinke me waain"
Voor zover ik weet staat die niet meer in de Stads-Antwerpse aflevering van TIS&L;, maar van die informant weet ik nog:
"Niet zo archaïsch als het u voorkomt. Gisteren heb ik het voorgelegd aan mijn 92-jarige tante Julia uit Borgerhout.
As em het ni ën wèt, kan em der oek niks on doeng.
Woroem ze 't ni ën doe, dor hèmme we 't raje nor.
komt mij nu nog altijd over de lippen, is bekend gebied.
Voor haar ook heel gewoon.
Misschien is het gebruik nu beperkt tot een "totalitaire" bijzin. De betekenis van 'helemaal', 'compleet' of 'absoluut' zit er zeker in."
En mijn eigen grootmoeder (77 jaar oud, Merksem = +- Antwerpen) gebruikt het nog in bijzinnen na 'niks', niet altijd dus misschien ook met een versterkende functie:
"Ik vind dat dat op niks en trekt". Ik vind dat dat nergens op lijkt – in de betekenis van, rommel/waardeloos zijn.
Anoniem zegt
In het dialect van de Denderstreek, meer bepaald het dialect van Mere, komt 'en' ook voor als negatie. Ook de dubbele negatie komt voor: ken em hem nie meer gezien. Dit taalaspect is dus zeker niet beperkt tot het West-Vlaams
Diederik zegt
En dan vergat ik nog toe te voegen de woorden van onze grote Antwerpse stadsdichter, Wannes van de Velde:
"[…] die men nooit terug en riep […] zonder ratten niet voort en kan […]" uit het liedje Mijn Familie.
Al weet men bij zo'n liedjes natuurlijk nooit of het nog levend taalgebruik is of niet, of hem alleen in dit liedje overgeleverd – want voor de rest gebruikt Wannes vd Velde geen 'en' in zijn teksten.
Ook de jongere groep Katastroof heb ik het 1x in een liedje horen doen, "want als ge 't nie en doet […]"; zij zitten minder in een bepaalde overlevering/traditie waar Wannes vd Velde wel uit put en schrijven normaal gezien al hun liedjes zelf, dus deze vondst schat ik hoger in dan de eerstgenoemden.