Waarom zijn er geen talen waarin drie keer hoesten ‘boterham’ betekent en een keer in je handen klappen ‘eten’? Omdat de woorden van alle (gesproken) talen zijn opgebouwd uit een betrekkelijk kleine verzameling klinkers en medeklinkers. Het aantal varieert van ongeveer 13 in het Hawaiiaans tot ongeveer 130 in sommige talen in zuidelijk Afrika. Het Nederlands zit er zo’n beetje tussen in, met tussen de 40 en 50 klanken, afhankelijk van hoe je telt.
Maar waarom is dat dan eigenlijk zo? Wat maakt zo’n systeem van klinkers en medeklinkers zo aantrekkelijk? Daarover ging een lezing die Bridget Samuels gisteren hield op het congres dat ik dezer dagen bijwoon.
Zo’n klanksysteem is een legodoos. We kunnen in het Nederlands met onze 40 medeklinkers eindeloos nieuwe woordjes bouwen: hoziedipdok, kroekeu, peroestuga. Dat is natuurlijk ook nodig, want we kennen tienduizenden woorden. Om die allemaal te kunnen onthouden is het handiger om ze allemaal met min of meer dezelfde verzameling mondbewegingen te maken die toch nog uit mekaar te houden zijn.
Samuels liet zien dat bijna alle vaardigheden die we nodig hebben voor zo’n legodoos van klanken bijna allemaal aanwezig zijn in andere dieren. Zo kunnen wezels (ja, wezels) vrijwel alle klankverschillen, hoe subtiel ook (dat tussen een b en een p, dat tussen een n en een l) vrijwel moeiteloos horen. Dat blijkt uit hersenscans: wanneer een wezeltje een b hoort, licht er een net iets ander gebied op dan wanneer hij een p hoort. Bovendien hebben onderzoekers uit die hersenscans weer een geluidssignaal kunnen reconstrueren dat volgens Samuels goed verstaanbaar Engels opleverde.
Logisch denken
Om te spreken is het bovendien nodig om een hele rij klanken in één klap te kunnen overzien. Wie het woord encyclopedie uitspreekt, moet tijdens en de cy en de clo voorbereiden om vloeiend te kunnen praten. Ook dat kunnen dieren. Samuels liet een video zien van de chimpanzee Ayumu die door Japanse onderzoekers is opgeleid om razendsnel op een scherm de cijfers 1 tot en met 9 in de juiste volgorde aan te raken – hoe ze ook op dat scherm worden getoond. De aap kan dat zelfs sneller dan veel studenten (wat misschien ook wel veroorzaakt wordt doordat die studenten niet geneigd zijn er maandenlang op te trainen).
Vrijwel alle belangrijke aspecten van het menselijke klanksysteem kunnen we aldus, volgens Samuels, vinden bij andere dieren. Wat ons bijzonder maakt is vooral dat we die dingen allemaal hebben samengevoegd, en dan ook nog hebben gecombineerd met logisch denken over betekenis, met woorden en het vermogen om die woorden in zinnen samen te voegen.
Laat een reactie achter