Seks en humor hebben een ingewikkelde relatie met elkaar. De een moet niks van de ander hebben, terwijl de ander juist dol is op de een. In pornografie wordt nooit gelachen, maar waar vet geginnegapt wordt, zijn de intieme delen nooit ver weg. Vieze woorden winden de mens op óf amuseren hem – maar nooit tegelijkertijd.
Seks en humor hebben allebei ook nog eens een ingewikkelde verhouding met de geschiedenis. Porno van driehonderd jaar geleden is om redenen die ik wel kan aanvoelen maar niet goed begrijp net zo verschaald als de meeste grapjes uit die tijd.
In een heel fraai uitgegeven boek verzamelde Annemieke Houben tientallen ‘vieze liedjes’ uit de zeventiende en de achttiende eeuw.
Op de titelpagina staat dat ze die liedjes alleen maar inleidde, maar ze deed natuurlijk veel meer: ze koos ze uit, ze spelde ze om, annoteerde ze en rangschikte ze zodat er een min of meer lopend verhaal ontstond. Het boek wordt vandaag gepresenteerd.
Samen geven die liedjes een heel interessant inkijkje in een aspect van het dagelijks leven van vroeger tijd dat vast heel belangrijk is geweest en waarover we weinig weten. Van alles en nog wat komt aan de orde: prostitutie, orale seks, schuldgevoel, genot, voyeurisme, en de vraag of het schaamhaar nu wel of niet diende te worden afgeschoren.
Het effect van al het verschalen van die seks is dat je vaak als lezer niet weet of er hier nu met al die geslachtsdelen wordt gesmeten omdat de zanger grappig wilde zijn, of omdat hij of zij de lusten van het publiek wilde opwekken. Wat te denken van een lied van een stalmeester die zingt:
‘Waar moet ik zijn?
Waar moet ik zijn?’
vroeg ik haar met een draai zeer fijn.
‘Waar moet ik zijn?
Waar moet ik zijn?’
Het meisje zeide mijn:
‘Zie, hier in dit bosschage,
pas op, mijn tuin is klein,
ja klein, ja klein, hoor mijn,
daar moet uw blesje zijn.’
Ik deed haar zin,
ik deed haar zin,
en draafde stijf dat tuintje in.
Ik deed haar zin,
ik deed haar zin,
wat had ik voor gewin!
Omdat ik zo deed dragven
werd mijn bles zeer nat,
zeer nat, zeer nat, nog wat:
denk wat een rit was dat!
Ik kan me moeilijk voorstellen hoe een tijdgenoot op zo’n liedje reageerde, maar in zekere zin doet het er ook niet toe. De moderne lezer leest zo’n boek – neem ik aan – toch om andere redenen. Het levert een bijzondere historische sensatie op om onder de rokken van je betovergrootmoeder te kunnen kijken.
Het vreemdste is dat homoseksualiteit vrijwel geheel ontbreekt. Er zijn kennelijk geen liedjes die over homo’s gaan – niet in de erotische zin, maar ook niet spottend of afkeurend. Het onderwerp wordt eenvoudigweg niet genoemd, wie alleen op de liedjes afgaat zou denken dat er in die tijd geen homo’s waren. Waarom dat zo was, is mij niet helemaal duidelijk. Houben zegt dat het onderwerp een groot taboe was, maar allerlei andere taboes worden niet geschuwd. Waren homo’s zo vies dat je er zelfs geen liedje over mocht maken?
Volledige openheid: Annemieke Houben werkte jarenlang voor het Meertens Instituut, waar ik ook werk. Een eerste versie van dit boek maakte ze als afscheidscadeau voor haar collega’s van de afdeling Liedcultuur.
Theo Meder zegt
Het taboe op homoseksualiteit was inderdaad enorm, en ook in historische moppenrepertoires zijn grappen over homo's bijna niet te vinden. De 17e-eeuwse advocaat Aernout van Overbeke hield voor zichzelf een boek bij met moppen (om in de conversatie te gebruiken). In zijn repertoire van 2155 moppen vinden we drie overduidelijke homomoppen. Alhoewel Overbeke nooit van plan was om de moppen te publiceren, vond hij twee homomoppen kennelijk toch zo erg, dat hij de clou weer doorstreepte:
1. Sextus Nero hadde Sporus een jongeling laeten lubben. Hij gaf hem eenige goederen ten huwelijck alsook alderhande vrouwe toestel; jae, hij hieldt er oock bruyloft mede, [1 zin doorgehaald] ' 't Is jammer', sey er één, 'dat sijn vader, Dominitius Nero, oock niet soo een vrouw gehadt heeft.'
2. Als Sextus Titius yets voorseyt hadde dat oock soo uytviel, swetste hij bij hoogdaerof en seyde onder anderen: 'lck ben een Cassandra geweest.' 'Wat souw men', seyde Antonius. 'nu al Ajaces Oilei kunnen vinden. want dese hadde Cassandra uyt Pallas' tempel gerooft en verkracht, en dese Sextus Titius was gereputeert voor een infaem bardache.'
3. Seker edelman reysde met sijn schoonvader nae den bischop van Spier. Onderwegen wierden sij, door gebreck van beddens, gedwongen om saemen te slaepen. [doorgehaald: 'Des nachts springt de soon de vader op 't lijf in groote furie en begint hem braef te caresseren. R. 'Wat donders begint gij? Om daervan vrij te zijn heb ik u mijn dochter gegeven.']
Bron: Nederlandse Volksverhalenbank.
Mereie de Jong zegt
In de erotische roman "Fanny Hill or Memoirs of a Woman of Pleasure" (Engeland, tweede helft 18e eeuw) valt op dat de hoofdpersoon zonder schroom alle details van haar hoerenbestaan uit de doeken doet (tot SM aan toe), maar totaal geschokt is en alarm wil slaan als de door een kier in de muur twee mannen met elkaar in actie ziet. Haar bazin is minder naïef en reageert laconiek op het nieuws. Die afkeer van homoseksualiteit in Engeland kan ook samenhangen met het feit dat het vroeger bij wet verboden was. Hoe dat in Nederland zit, weet ik niet.
Maarten van der Meer zegt
Sodomie was 'de stomme zonde', zo taboe dat rechtszaken tegen sodomieten in het geheim werden gevoerd, veroordeelden in het geheim werden geëxecuteerd en processtukken werden vernietigd. Het onderwerp was in geen enkele vorm bespreekbaar.
Over porno en humor: De befaamde Tirolerfilms uit de jaren 70 waren, zoals uit filmtitels als 'Kom met je waldhoorn tussen m'n Alpen' blijkt, wel degelijk humoristisch bedoeld. Naar de huidige maatstaven zijn ze noch erotisch, noch grappig, maar daar dacht men 40 jaar geleden kennelijk anders over.
Theo Meder zegt
De Tirolerfilms waren destijds erotisch en vooral humoristisch bedoeld, maar nooit pornografisch: ze toonden geen geslachtsorganen in opgewonden staat, geen penetraties, geen ejaculaties e.d. Het was vooral onderbroekenlol, grote boezems in kortgerokte dirndls en een hoop suggestie…
DirkJan zegt
Aardig stukje waar ik niets over heb op te merken, maar ik las nu pas voor het eerst het woord verschaald, dacht eerst aan een typefout en dat het verschraald zou moeten zijn, maar dat kon niet kloppen. Verschalen betekent -volgens Van Dale- al sinds de middeleeuwen bederfelijke aantasting van bijvoorbeeld drank door bacteriën en figuurlijk zijn kracht verliezen. Zo is het ook bedoeld in de tekst. Maar verschralen met een r betekent ook dat iets minder wordt, mager. Toeval of toch een etymologische verwantschap? De etymologiebank geeft geen uitsluitsel.
Maarten van der Meer zegt
Ik heb maar één film uit dit genre gezien ('Liebesgrüße aus der Lederhose', met de nu nogal dubieus klinkende Nederlandse titel 'Vrolijke ontucht in Tirol') en daar waren naar mijn herinnering wel degelijk stijve penissen te zien. Maar misschien is die film een uitzondering.
Ik was altijd in de veronderstelling dat de Tirolerfilms pornofilms waren met een humoristisch element, maar misschien moet ik ze inderdaad in de eerste plaats als komedies zien, voorlopers van de 'American Pie'-films van de afgelopen jaren.
Theo Meder zegt
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Theo Meder zegt
Na lezing van 'Vieze Liedjes' kwam ik de sodomie dan toch nog tegen op pp.153-155. In het ene lied is de sodomie onbedoeld: de knecht bespringt de baas, die in bed van plaats is geruild met zijn vrouw. In het andere lied beklaagt Laurens Hosponjon zijn homoseksueel leven en het feit dat hij nu ter dood veroordeeld is. Het is duidelijk een waarschuwend lied dat sodomie afkeurt. Maar Van Oostendorp blijft wel gelijk hebben dat dit thema volkomen in het niet valt bij alle liedjes die het heteroseksuele verkeer bezingen. Maar nu we toch op het onderwerp zijn aanbeland: hoe zit het dan met de heteroseksuele sodomie? Bestond dat wel en waren daar liedjes of versjes over? Dit heb ik dan weer niet gevonden in de 'Vieze Liedjes'. Totdat ik aangestoken door het genre de 'Almanach a la Figaro' uit 1789 ging lezen en op pp. 4-5 las:
De Wyden Maagdom
Tryn was met Koen getrouwt, die van haar kinsche dagen
Plag niemand afteslaan, als paerden hard beslagen:
En als zy nu in't bed genaderd was by Koen,
En dat hy met de Bruid een kunstje wilde doen,
Begaf ze haar op de buyk en lee de billen boven.
Als hy dees slechtheid zag, doe moest hy het geloven,
Dat zy was zuivre Maagd, en zy: “Myn beste maat
Wat heeft de wareld u belogen langs de straat.”
Het werd in de 18e eeuw dus ook 'op z'n Grieks' gedaan om 's meisjes maagdelijkheid te sparen. Of Koen daar nou blij mee is, is een ander verhaal…
Het vers staat hier in de Nederlandse Volksverhalenbank: http://www.verhalenbank.nl/items/show/70604 Daar is ook de hele almanak als pdf te lezen of te downloaden.