Het thema in de kranten vandaag is nut.
In de Volkskrant bespreekt de Mieke Zijlmans het nieuwe boek van Jan Stroop. Ze doet dat kritisch, want: “De vraag is wat de moedertaalspreker ermee opschiet.” Het antwoord op die retorische vraag is: weinig. Het is al jaren Zijlmans’ vaste deun: wat wetenschappers over taal zeggen is allemaal onzin, zij weet met haar gezonde verstand allang hoe het zit. Die moedertaalspreker zit namelijk volgens Zijlmans te wachten op strenge taalregels en niet op erudiete relativerende inkijkjes in de geschiedenis en de systematiek van taal.
Toevallig is de kop boven een artikel in NRC Handelsblad ‘Wat kopen we voor die kennis?’ Marcel aan de Brugh zet er de drie antwoorden op een rij die doorgaans worden gegeven op de vraag naar het nut van de universiteiten: hun onderzoek komt de economie ten goede, hun onderwijs leidt de broodnodige hoger opgeleiden op, hun aanwezigheid in het publieke debat verhoogt het niveau daarvan.
Het artikel van Aan de Brugh is helder en met kennis van zaken geschreven, en toch lees ik het met verbazing.
Duister
Alle nuances in allerlei debatten worden er precies in weergegeven en toch is het net alsof er voor mij een punt ontbreekt. En dat is dat al die vragen en antwoorden naar het ‘nut’ van wetenschap lijken voort te komen uit het idee dat we alles wel zo’n beetje weten: hoe de wereld, de mens en de samenleving in elkaar zitten, dat is wel zo’n beetje bekend. Er zijn nog allerlei details in te vullen en dat doen wetenschappers, door vlijtig meten en door artikelen te publiceren over die metingen. Maar wat is daar het nut van?
Ik deel die opvatting van de wereld niet. Mijn gevoel zegt me dat we ondanks alle wetenschappelijke vooruitgang nog steeds maar weinig begrijpen van wereld, mens en samenleving; dat we hier rondlopen en over van alles en nog wat in het duister tasten. En dat het mooie van de mens is dat hij een manier heeft gevonden om dat in het duister tasten over grote groepen mensen te coördineren en zo gaandeweg de cirkel van het licht steeds iets verder uit te breiden: de wetenschap.
Verdiepen
Dus: natuurlijk heeft de wetenschap nut, het is na het wassen van bejaarden het nuttigste wat er is, en je zou willen dat zoveel mogelijk mensen aan die zoektocht mee kunnen doen. Dát lijkt mij een grote opdracht van de wetenschapper in deze tijd: nadenken hoe we de denkkracht en het observatievermogen van niet-wetenschappers kunnen inzetten.
En zo een tegenwicht bieden tegen de mentaliteit van journalisten die alles al weten en vol stelligheid in de krant durven plaatsen dat “moedertaalsprekers niet voor hun eigen lol” praten, dat wetenschappelijk onderzoek zinloos is als het geen praktisch nut heeft dat meteen duidelijk is aan mensen die weigeren om zich ooit ergens in te verdiepen.
Laat een reactie achter