• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Onvoorwaardelijk vertrouwen in de wetenschap

30 december 2014 door Marc van Oostendorp 3 Reacties

Door Marc van Oostendorp


De discussie over de Wetenschapsvisie 2025 blijkt steeds meer te gaan over de academische vrijheid. Waar is die eigenlijk goed voor? Is het wel verantwoord om wetenschappers van belastinggeld zomaar vertrouwen te schenken? Moeten zij zich niet net als iedereen verantwoorden?

Dit weekeinde schreef de Groningse psychologe Trudy Dehue er een column (€) over in NRC Handelsblad.  “Er is (…) geen enkele andere maatschappelijke sector die andermans geld vrijelijk mag besteden en daarmee ook nog andermans heden en toekomst mag bepalen”, schrijft ze daarin, en ze stoort zich aan academici die “vanzelfsprekend vertrouwen op[eisen], terwijl vertrouwen nooit onvoorwaardelijk kan zijn en bovendien door nogal wat wetenschap met haar zucht naar geld of eer flink op de proef wordt gesteld.”

Je hoort het vaker en het klinkt op een bepaalde manier redelijk. Wie denken die academici wel dat ze zijn, dat zij wel zomaar mogen doen waar ze zin in hebben terwijl ieder ander de hele dag rapporten moet schrijven waarin hij verantwoord wat hij doet? Dehue maakt bovendien de kachel aan met sommige tegenwerpingen.
Ziekte

Als ik het goed zie, gaat dat in drieën. Zo vrij zijn in de eerste plaats veel onderzoekers ook weer niet: vaak laten ze zich leiden door ‘zucht naar geld of eer’. In de tweede plaats is het een illusie om te denken dat wetenschappers ‘de’ werkelijkheid blootleggen; zij geven deze eerder vorm. En in de derde plaats kunnen onderzoekers er wel steeds op wijzen dat veel grote ontdekkingen op een toevallige manier zijn ontstaan, maar het is “een reële vraag hoe lange tijd de kostbare belofte van toevalscreaties een belofte mag blijven”.

Ik geloof dat Dehue hierbij het belangrijkste argument voor de academische vrijheid over het hoofd ziet. Dat is ook niet zo vreemd, want het argument wordt betrekkelijk zelden genoemd: de noodzaak van tegenspraak. Een gezonde samenleving is gebaat bij het koesteren van enkelingen die de hele tijd morrelen aan alles wat iedereen denkt. Alles moet altijd op losse schroeven staan, juist omdat wij als mensheid nog lang niet zo ver zijn dat we ‘de’ werkelijkheid kennen, en juist omdat we die werkelijkheid doorlopend vorm moeten geven. Als daarbij af en toe bij toeval penicilline wordt ontdekt, is het meegenomen; van belang is vooral dat er soms iemand eens op een andere manier tegen ziekte aankijkt.

Tenure

Voor zulke tegenspraak heb je mensen nodig die net een beetje buiten de maatschappij kunnen staan, en die daar niet afhankelijk van zijn. Wetenschap is een van de instituties die een ontwikkelde samenleving daarvoor heeft ingericht; kunst is een andere.

Het mooiste systeem is daarom het Amerikaanse, van tenure: je stelt mensen die zich eenmaal bewezen hebben – jarenlang keihard gewerkt en daarbij mooie dingen gedaan – aan voor altijd zonder nog ooit aanvullende eisen te stellen. Je vertrouwt ze, jawel, en je vertrouwt ze onvoorwaardelijk, zodat ze ongehinderd kunnen zeggen wat ze willen.

Zulke tenure bestaat overigens in Nederland niet. Wetenschappers moeten zich ieder jaar keurig verantwoorden in een functioneringsgesprek en worden dan op allerlei criteria beoordeeld. Doordat de wetenschap voortdurend gereorganiseerd wordt, is bovendien niemand zijn baan echt zeker. (Ook in Amerika staat het systeem door de opkomst van het georganiseerde wantrouwen dat managerscultuur heet overigens onder druk.)

Uitzonderingspositie

Je zou dergelijke tenure misschien aan bepaalde kunstenaars kunnen geven. Ik denk dat je hem in ieder geval aan wetenschappers zou kunnen geven. Natuurlijk weten zij niet wat ‘de’ werkelijkheid is, maar wel is een groot deel van de westerse maatschappij opgebouwd op het relatieve succes van de wetenschap in het zo goed mogelijk benaderen van die wetenschap. Dat rechtvaardigt de uitzonderingspositie.

Jazeker, dat geeft een uitzonderingspositie aan een kleine groep mensen, die het dus nu juist niet met de meerderheid eens hoeven te zijn. De hoop is dat die mensen zoveel mogelijk dingen gaan doen waar andere mensen woedend van worden; dat ze onzinnige ideeën naar voren schuiven, waar een heel enkele keer penicilline uit voortkomt, en nog net iets minder vaak een totale verschuiving van ons wereldbeeld.

Ik durf te beweren dat die ene keer het waard is, ook al is zelfs professor Dehue dat niet met me eens.

Dit stukje stond gisteren op weblog Sargasso.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: wetenschapsbeleid

Lees Interacties

Reacties

  1. Lucas zegt

    30 december 2014 om 09:30

    Het probleem met tenure lijkt me nu weer dat het naar mensen gaat die zichzelf al bewezen hebben. Je moet dus volgens de normen van continue toetsing aan acute eisen een goed onderzoeker zijn, en dan na twintig jaar mag je vrij onderzoek doen. Maar op die manier stimuleer je dus juist niet het vrije denken. Tegen de tijd dat je tenure hebt, ben je al volledig onderdeel van de hier-en-nu-wetenschap. (Los nog van alle problemen die tenure met zich meebrengt op de arbeidsmarkt.)

    Dat zou dus eigenlijk moeten beginnen bij de post grads. Richt je op master- en PhD-studenten, die kunnen dan echt vier jaar ongestoord onderzoek doen met alleen een korte check of zo nog op schema liggen om ook daadwerkelijk binnen vier jaar een proefschrift af te leveren. Ik merk zelf ook dat zodra je echt kritisch durft te kijken naar wat anderen hebt gedaan, je oo dat moment misschien wel beter in staat bent om bij alles vraagtekens te zetten ( wat grappig genoeg ontraden wordt, want je komt pas net kijken). Valorisatie komt daarna wel.

    Beantwoorden
  2. Marc van Oostendorp zegt

    30 december 2014 om 10:30

    Ja, daar zit óók wel wat in. Een streng systeem van tenure track kan betekenen dat alleen de braven door de poort komen. Uiteindelijk moeten we natuurlijk naar een systeem waarin *iedereen* die vrijheid gegund wordt, dat is de enige oplossing – het ouderwetse anarchisme. Maar probeer dat er maar eens door te krijgen bij de professoren Dehue van deze wereld.

    Beantwoorden
  3. Joop Kiefte zegt

    1 januari 2015 om 23:47

    Ik heb ook tijden zo gedacht, maar ik denk dat een probleem voor werkende Anarchie de haalbaarheid van individuele zelfstandigheid is. Als je (bijvoorbeeld door een systeem als het basisinkomen) mensen zelfstandiger weet te maken (omdat een basisinkomen onvoorwaardelijk is), dan kan je dit meteen van de hele maatschappij verwachten, niet eens alleen van wetenschappers.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Joop KiefteReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d