Wat mensen ook goed kunnen: samen bidden en slogans roepen. Zet een groepje lieden bij elkaar en maak ze vroom of bijzonder verontwaardigd over het regeringsbeleid – binnen de kortste keren geven ze een demonstratie van dit wonderlijke vermogen.
Ik zag er afgelopen donderdag een demonstratie van, door de Britse psychologe Sophie Scott. Het was spectaculair en tegelijk heel simpel, jullie kunnen het best thuis ook eens proberen. Schrijf een paar zinnen op een stuk papier, geef dit aan een paar huisgenoten en vraag ze het tegelijkertijd voor te lezen.
Je zal iets opmerkelijks horen: ze kunnen het. Ze hebben het misschien nooit eerder samen gedaan, ze hebben jouw tekst nooit eerder gelezen, maar moeiteloos coördineren ze ineens hun ademhaling en komt iedere lettergreep er ongeveer tegelijkertijd uit. Kinderen kunnen het al; ik herinner me koude dagen op het schoolplein waar we het hele speelkwartier spontaan met zijn allen ‘wij eisen ijsvrij’ begonnen te roepen, tot er een leraar naar buiten keek en we er even spontaan bedremmeld het zwijgen toe deden.
Overdrijven
Dat is een wonderlijk menselijk vermogen waar ik nog nooit bij stil had gestaan. Het vereist grote precisie in het luisteren én in het spreken, een enorm gevoel voor timing en voor de ander – waarom heeft de mens zoiets ontwikkeld? Hoe vaak kwam het voor dat onze voorouders op de savannen allemaal tegelijkertijd moesten praten?
Er zijn een aantal taalkundige eigenaardigheden aan dat samen praten: mensen worden monotoon en beginnen bovendien grenzen tussen klemtonen en lettergrepen te overdrijven.
In koor spreken lijkt in oeromstandigheden al om die reden lastig omdat je een tekst moet delen. Het kan daarom alleen bij dingen die je al dan niet ter plekke uit het hoofd leert. Hoeveel teksten zijn dat ooit geweest? Daar komt bij dat de taal weinig geschikte middelen heeft om samen te praten. Ja, er is weliswaar een persoonlijk voornaamwoord van de ‘eerste persoon meervoud’, maar wanneer je zegt ‘we gaan naar buiten’, bedoel je toch eigenlijk meestal ‘ik en een aantal anderen’.
Reus
Volgens Scott is dat samen praten een uitvloeisel van een ander talent dat we hebben: dat van met elkaar praten. Dat vereist een al even precieze coördinatie: ervoor zorgen dat er enerzijds geen pijnlijke stiltes vallen (en een stilte van een halve seconde kan al pijnlijk zijn) en anderzijds dat je je gesprekspartner niet voortdurend in de reden valt. Ook daarvoor moet je heel precies je spraakorganen coördineren en je ademhaling. (Want ook dat doen mensen spontaan wanneer ze samen praten, let maar eens op: binnen de kortste keren halen ze tegelijkertijd adem.)
Toch is er meer: aan samen praten is een speciaal gevoel verbonden: je geeft je identiteit op om te bidden of te protesteren en wordt deel van de groep – een reus die monotoon en langzaam, maar overdonderend precies blijkt te kunnen spreken!
Gaston Dorren zegt
Ook een verband met ritmegevoel, dat dan weer ten nauwste met dans en muziek?
Gaston Dorren zegt
… eh, samenhangt.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, mogelijk. We kunnen natuurlijk ook heel goed andere dingen coördineren – samen op wandelen bijvoorbeeld. En dat zal vast een evolutionair voordeel hebben.