Door Lucas Seuren
Voorafgaand aan een feestje enkele jaren geleden had ik met wat vrienden een discussie over de actrice Jessica Alba. Waarom is me inmiddels ontschoten, maar we probeerden op dat moment met alle macht op haar naam te komen – je had nog niet standaard vijf smartphones en drie tablets binnen handbereik op het even op te zoeken. Na dertig minuten zwoegen schoot het me te binnen, en uit de rest van de groep kwam een zuchtend oh ja.
Herinneren
Dat gebruik van oh ja is een vrij bekende, en het is er een die we vaak tegenkomen in het dagelijks taalgebruik. Zie bijvoorbeeld het volgende dialoogje. B vertelt over een recent familiebezoek waar de familie voor het eerst met de auto kwam, waarna A vraagt of dat was omdat ze een nieuwe auto hadden.
A Hebben zij een nieuwe auto?
B Nou nieuwe auto, Wieneke is pas geslaagd!
A Oh jaaaaa! Oh, dat was ik helemaal vergeten joh.
A’s reactie op het antwoord is overduidelijk.
Dit is de oh ja zoals die werd ingezet bij onze Alba-discussie: A wist al dat Wieneke geslaagd was voor haar rijexamen, maar was het even vergeten – met dien verschil dat A niet wist dat ze iets vergeten was, waar de naam Alba bij ons op het puntje van de tong lag. Maar we zien oh ja ook op andere plekken in gesprekken voorkomen. Zo laat A hieronder zien dat ze nog iets moest vertellen en dat bijna was vergeten.
A Oh ja en Marjon die had ook terug gefacebooked zeg maar.
Voor haar oh ja, was A aan het vertellen over haar stage en dat onderwerp is nog niet afgesloten als ze begint aan iets nieuws. Door zo’n topicovergang te beginnen met oh ja laat A zien dat het een belangrijk onderwerp is, wat ze vergeten was in het gesprek in te brengen. Anders dan in het eerste gesprek wordt de herinnering van A hier niet opgewekt door iets wat haar gesprekspartner zegt. Toch is de betekenis ongeveer hetzelfde, in beide gevallen vermeldt A met haar oh ja dat ze iets was vergeten en het zich nu weer herinnert.
Teken van begrip
Een constructie zoals oh ja heeft nog het meeste weg van wat Erving Goffman een “response cry” noemde; een interjectie die geen volwaardig woord is, maar als uitroep wel een communicatieve functie heeft: het is een overstroming van ingehouden gevoelens. In andere talen zien we dat die gevoelens op een soortgelijke manier geuit worden. Duitsers zeggen Ach Ja, Finnen zeggen Ai Nii(n), Engelsen Oh Right, en Denen Nåja. De constructie is elke keer ongeveer hetzelfde: een responspartikel zoals oh gevolgd door een positief erkenningspartikel (“acknowledgement token”) ja. Desondanks functioneren ze niet helemaal gelijk. Zo is er een betekenis in het Nederlands die de andere talen niet lijken hebben: de spreker kan met oh ja laten zien dat hij begrepen heeft wat zijn gesprekspartner vertelt.
Zie bijvoorbeeld de onderstaande dialoog. A heeft net uitgebreid verteld over een vak dat ze volgt, waarin de studenten mythes uit de communicatie bespreken. Ze parafraseert de term mythe vervolgens, waarop B reageert met oh ja. Het is duidelijk dat B hier oh ja niet als teken van herinnering gebruikt, maar meer als een teken van begrip.
A ’t zijn van die fabels
van die broodjes aap, of is ’t echt waar
B Ooh ja.
Wederzijds begrip
Hoe weten gespreksdeelnemers nou wat zo’n oh ja betekent? Aan de ene kant ligt dat aan het moment waarop de oh ja geproduceerd wordt: bij de wat abrupte overgang naar een nieuw onderwerp kan het niet veel anders betekenen dan “ik moet je nog iets vertellen, en ik was het bijna vergeten.” Maar de manier waarop oh ja wordt uitgesproken lijkt eveneens van belang. Zo krijgt in het eerste dialoogje de ja relatief veel nadruk in vergelijking met het laatste fragment, waar alleen de oh gerekt is en het geheel wat zachter is. Bovendien wordt de gehele constructie in het eerste fragment veel luider uitgesproken; het is meer een uitroep.
Het is bijzonder dat zelfs voor dit soort bijna affectieve constructies er nog heel wat variatie mogelijk is, en dat die variatie ook van belang lijkt te zijn bij het duidelijk maken van de functie. Bovendien is het opmerkelijk dat we de constructie vrijwel letterlijk kunnen vertalen naar bijvoorbeeld het Deens of Fins en dan tot een betekenis komen die verdraaid weinig verschilt. Het belang van je kennis kunnen demonstreren zit zo verankerd in deze talen, dat we er dezelfde simpele oplossing voor hebben gevonden.
Laat een reactie achter