Door Leonie Cornips
Volgens het CBS leefden er in 2011 achtduizend Japanners in Nederland. De meesten wonen in Amstelveen, ook wel Japan aan de Amstel genoemd. De Japanners daar zijn expats die met hun gezin tijdelijk uitgezonden zijn om in de hoofdkantoren van grote Japanse bedrijven te werken.
Mijn collega Anna Strycharz heeft met een prestigieuze beurs twee jaar lang onderzoek verricht naar de effecten van taalcontact tussen Japanse dialectsprekers in Amstelveen. Japan is net als Limburg beroemd om de vele dialecten. Helaas kregen we van de Japanse school in Amsterdam geen toestemming om kinderen onder elkaar in hun Japans dialect op te nemen. Dus zijn we uitgeweken naar Maastricht waar Japanners om meer uiteenlopende redenen verblijven dan in Amstelveen. In Amstelveen wonen uitsluitend gezinnen van wie de echtgenoot een kort arbeidscontract heeft. In Maastricht wonen Japanse studenten die aan de universiteit studeren vanwege het internationale klimaat. Er zijn Japanse werknemers die voor een aantal jaren hier verblijven, en dan is er een groep die zich in Maastricht en omgeving permanent gevestigd heeft. Deze groep bestaat uit gezinnen met hoofdzakelijk een Limburgse en dialectsprekende echtgenoot en een Japanse echtgenote. Hun kinderen zijn in Japan en in Limburg geboren. Deze gezinnen zijn een typisch voorbeeld van de huidige samenleving waarin mobiliteit zo prominent is. De Limburgse mannen hebben zelf als expat in Japan gewerkt en spreken standaard Japans. Zij hebben in Japan hun vrouw leren kennen. De mannen zijn met hun vrouwen naar Limburg teruggekeerd omdat zij graag in Limburg willen wonen en werken.
De situatie in Amstelveen en Maastricht is totaal verschillend. In Amstelveen spreken de Japanse vrouwen geen Nederlands en alles is erop gericht om zo snel mogelijk naar Japan terug te keren. Maar omdat de mannen niet zeker weten hoe lang hun contracten duren, verblijven zij jaren in onzekerheid, soms wel tien jaar lang. De kinderen gaan allemaal naar de Japanse school in Amsterdam. Deze school is zo ingericht dat zij onmiddellijk weer het onderwijs en schoolleven in Japan kunnen oppakken als ze plotseling naar Japan teruggaan. De Japanse vrouwen leven geïsoleerd in Amstelveen; ze vormen onderling een hechte gemeenschap maar er is geen contact met de Nederlanders. Ze gaan wel naar de wekelijkse vrijdagmarkt in Amstelveen waar een visverkoper is die Japans spreekt. De gesprekken die Anna opneemt, laten horen dat deze vrouwen over het eten klagen. De vis wordt niet dun genoeg gesneden voor sushi en sashimi, en de wasmachines maken in Nederland veel meer lawaai dan in Japan.
In Maastricht ligt dat volkomen anders. De vrouwen spreken allemaal tot op zekere hoogte Nederlands. Hun kinderen gaan naar een gewone school en alleen op zaterdag naar de Japanse school. De kinderen spreken gewoon Nederlands, Limburgs dialect, Japans en verstaan Duits. Een van de families brengt hun zoon over de grens naar een Duitse voetbalvereniging. Een moeder vertelt dat haar kind ook Osaka dialect spreekt. Dit dialect heeft een beetje dezelfde connotaties als een Limburgs dialect. Degenen die Osaka dialect spreken zijn er trots op en iedereen elders herkent dit dialect omdat het zo afwijkend is, ook in de hoofdstad Tokio. Dit dialect vindt iedereen een beetje grappig zodat jongeren in Japan en cabaretiers talige vormen uit dit dialect oppikken als ze ‘cool’ willen klinken en humoristisch overkomen. De Japanse vrouwen voelen zich gelukkig in Maastricht. Ze kunnen zich niet voorstellen dat ze ergens anders zouden wonen. Denken ze er nog weleens over om terug te gaan naar Japan? Nee, niet echt. De meeste families wonen buiten Maastricht en waarderen de natuur waarin ze wonen en de vrijheid die hun kinderen hebben.
In het Meertens Instituut in Amsterdam is nu een kleine fototentoonstelling ‘Fragmenten van thuis’ te bewonderen van Anna en haar haar man, die fotograaf en cultureel antropoloog is. De foto’s drukken uit dat verbondenheid met thuis in de details zit: thee uit een Japanse ketel, Japans boeddha-beeldje, keukenmes, ornamenten en doeken. Kleine voorwerpen die dierbaar zijn en meegereisd vanuit Japan.
Laat een reactie achter