Iedere week bespreekt Michiel de Vaan een woord waarvan de verklaring in het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands ontbreekt (of onvolledig is).
Overtollig veronderstelt als basis een zn. *over-tol ‘bovenmaat, overvloed’, waarvan met -ig het bn. werd afgeleid (vgl. Vmnl. overmoed – overmoedig, overdaad – overdadig). Het element –tol komt waarschijnlijk overeen met tol ‘houten, kegelvormig speelgoed’ uit Proto-Germaans *tulla- of *tullan- m. ‘stukje hout, punt van een tak’, waarvan onder andere Duits Zoll ‘lengtemaat’ afstamt. Die verklaring houdt in dat reeds Oudnederlands *tol(l)– een lengtemaat moet hebben aangeduid. Aangezien een woord *overtol niet gedocumenteerd is valt als alternatieve verklaring te overwegen dat overtollig direct van tol werd afgeleid, naar het voorbeeld van moed – overmoedig, daad – overdadig.
Laat een reactie achter