Als het gisteren een tv-spelletje over taal was geweest, had je het kunnen zien aankomen: Vlaanderen zou wel weer winnen, en wel met ongeveer 10-0. Maar het was geen tv-spelletje, het was het verslag via YouTube van een vergadering van de Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie.
In die commissie zitten Nederlandse en Vlaamse parlementariërs die samen het beleid van de Taalunie moeten evalueren. Althans, de Nederlandse parlementariërs waren niet komen opdagen, of ze hadden zich onder de bankjes verstopt, of ze waren te verlegen. Ze kwamen in ieder geval niet aan het woord, behalve Martin Bosma, deze bloem van het vaderland, die zich totaal niet had voorbereid en zich daarom met een kluitje in het riet liet sturen.
Papiertje
Zoiets zag je ook bij de bewindspersonen. Officieel stuurt ieder land twee ministers, maar Jet Bussemaker had wel wat beters te doen, dus mocht Sander Dekker het opknappen. Die Dekker (die officieel al jaren bij de Taalunie betrokken was) bleek te moeten worden voorgesteld aan de parlementariërs (‘ik ga over het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs’) en had vooral allemaal van die algemene praatjes paraat die hij anders vertelt over het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs: dat de ouders zelf moeten bijdragen.
Vlaanderen had daarentegen allerlei parlementariërs gestuurd, de ene nog welbespraakter dan de ander, en allemaal hadden ze duidelijk in ieder geval kennisgenomen van hun dossiers. Zoals ook de Vlaamse ministers in ieder geval hun best deden om niet alleen maar zaken van een papiertje voor te lezen die ook over willekeurig welk ander dossier hadden kunnen gaan.
Taalpolitie
De topscorer was duidelijk Bart Caron van Groen. Hij zich duidelijk in allerlei zaken verdiept en deed ook steeds zijn best daar een echt onafhankelijke mening over te vormen – onafhankelijk zowel van de ministers als van de kritische stemmen.
(Vanwege dit laatste vind ik natuurlijk weer dat hij niet in alles gelijk heeft; hij deed bijvoorbeeld een oproep aan de Taalunie om meer als taalpolitie op te treden, en dat lijkt me een onzalige gedachte. Maar dat doet er niet toe, men kan van mening verschillen.)
Debat
Om het allemaal nog eens flink in te peperen, wees Caron er ook nog fijntjes op dat de meeste bezuinigingen door Nederland worden opgelegd. Zijn land wordt gedwongen in taalzaken samen te werken met een groep barbaren die dan ook nog eens, als Bosma, met misplaatste superioriteit flauwe grapjes maken over de zogenaamde onverstaanbaarheid van hun collega’s. Bovendien wees een andere parlementariër er al even fijntjes op dat er in het Vlaamse parlement al tien vragen waren gesteld over de Taalunie in de afgelopen periode en in Nederland nog geen één.
Het is interessant om te bedenken waarom dat zo zou zijn. Dat in Vlaanderen de taal een onderwerp is van politiek debat, is duidelijk. Maar waarom is dat in Nederland niet zo?
Marten zegt
Ik weet niet waarom taal in Vlaanderen wel onderwerp is van politiek debat, maar in Nederland niet. Er is natuurlijk allerlei anekdotisch over te zeggen (bv. de tweetaligheid in België zorgt voor meer relatie tussen taal en identiteit, of iets denigrerends over onze/hun politici) maar het lijkt me gewoon iets om te onderzoeken. Riep je niet vorig jaar een keer op tot het doen van meer folklinguistics? Dit lijkt me een schitterend onderwerp, en de enige manier om er een zinnige uitspraak over te doen.
J.Z. Herrenberg zegt
De Vlamingen hebben moeten vechten voor de erkenning van hun taal, en waar je voor hebt moeten vechten, dat koester je. Nederlanders hebben weinig taalliefde, die spreken liever de wereldtaal van het geld: Engels.
Redactie Neder-L zegt
Ja, zulke dingen zeggen mensen dan. Maar de huidige generatie Vlamingen heeft helemaal niet hoeven 'vechten' voor het Nederlands; en naar mijn indruk spreekt ze net zo graag en goed 'de wereldtaal van het geld'.
Redactie Neder-L zegt
Ik denk dat er wel een verband is met de verschillende manieren waarop er naar taal wordt gekeken tussen de twee landen. Maar het verband met hoe de politiek daar vervolgens mee omgaat is natuurlijk dan ook wel weer indirect.
Een belangrijk ander verschil is dat vrijwel alle publieke rumoer en ophef dan weer uit Nederland kwam. Vlamingen hebben zich in het debat buiten het parlement dan juist weer nauwelijks geroerd. Ook daar moet een verklaring voor worden gezocht.