De verkleuring van de Nederlandse klinkers is inmiddels een nieuw stadium ingetreden: dat van het rijm. Zo gaat het in de geschiedenis van de taal: klinkers beginnen steeds meer op elkaar te lijken, maar pas als mensen gaan vinden dat twee woorden op elkaar rijmen kun je zeggen dat ze echt gelijk zijn aan elkaar.
Dat stadium heeft de ee voor de l bereikt sinds op de radio het volgende spotje wordt uitgezonden:
Ja, je hoort het goed: grill rijmt op veel. Ik schreef veertien jaar geleden al over deze verkleuring, er is wat dat betreft niets nieuws onder de zon, maar in deze reclame lijkt me het rijm serieus zo bedoeld en ook niet verwrongen. Hij is dus nu echt tot in de kern van de taal doorgedrongen.
De verkleuring is op zich ook te begrijpen: ee, oo en eu worden voor een l-klank wat meer naar het midden van de mond uitgesproken, waarschijnlijk omdat de tong razendsnel erna moet worden gebruikt voor precies die l klank. Ze klinken daardoor als respectievelijk de klinkers in pit, bot en put, zij het in ieder geval meestal een beetje langer. Omdat in de spraak van veel mensen de l aan het eind zelf steeds meer verandert in een w-achtige klank, zelf een soort klinker, valt dat lengte-verschil echter ook steeds meer weg.
Vreemd genoeg klinkt de klinker in grill in de radiospot overigens wel degelijk anders dan die in veel. Ik vermoed dat de zanger zijn klinker veel minder doet verkleuren dan de schrijver van deze reclametekst.
Ik heb toevallig net een aantal artikelen gelezen waarin het rijm wordt gebruikt om aan te tonen hoe klinkers in de middeleeuwen moeten hebben geklonken: wanneer begon lijm te rijmen op geheim? Wanneer comen op droomen? Dat vertelt ons dan hoe die klinkers in de oren van de sprekers uit die tijd geklonken moeten hebben.
Dit reclamefragment zal in de toekomst een belangrijk stuk bewijsmateriaal zijn: in juli 2015 hoorden de medewerkers van een reclamebureau, de verantwoordelijke personen van een supermarktketen en heel veel luisteraars niets vreemds meer als iemand grill liet rijmen op veel.
Anoniem zegt
Interessant! Ik weet niet eens of het mij opgevallen zou zijn.
Er moet overigens ergens een d staan ipv een t (bedoelt).
Ben Salemans zegt
De d en t verkleuren tegenwoordig ook vaak
.. Grapje. Prachtig stukje, Marc!
Drabkikker zegt
Hah! Tjek ook die smatje ze uitspraak "sperrips".
Anoniem zegt
Naar mijn gevoel is het niet zozeer de 'ee' in 'veel' die verkleurd is maar de 'i' in 'grill'. Had ik er verder geen context bij gehad, ik had het woord 'grill' als 'greel' geïnterpreteerd.
Koen zegt
In straattaal is 'kerel' ook wel 'kill' (zelf een fantastisch voorbeeld van verkleuring én r-deletie), en bij de Jeugd van Tegenwoordig rijmt dat zowel op 'bil' ("Happen naar de baas") als op 'sentimenteel' ("Voor jou").
Maar:
ee, oo en eu worden voor een l-klank wat meer naar het midden van de mond uitgesproken, waarschijnlijk omdat de tong razendsnel erna moet worden gebruikt voor precies die l klank. Ze klinken daardoor als respectievelijk de klinkers in pit, bot en put, zij het in ieder geval meestal een beetje langer.
De werkelijkheid is iets subtieler, zoals aangetoond door Botma et al. (2012). ee, eu, oo worden allemaal verder naar achter in de mond uitgesproken, niet naar het midden (dan zou oo juist naar voren moeten komen, en dat gebeurt niet), én pit, put schuiven óók naar achteren. (De klinker in pot niet, want die is al maximaal achter.) Daarnaast krijgen zowel de lange als de korte set klinkers een tweeklankachtige verglijding, en valt het lengtecontrast tussen de twee grotendeels weg. Dáárom klinken ze zo gelijkaardig.
(In IPA: grill ~ veel is dus niet [xrɪɫ] ~ [vɪːɫ] maar eerder [xrɪ̠ᵊɫ] ~ [ve̠ᵊɫ])
Botma, E.D., Sebregts, K., Smakman, D. (2012). The phonetics and phonology of Dutch mid vowels before /l/. Laboratory Phonology 3(2).
Maarten van der Meer zegt
Als kind schreef ik 'vuilnisbuilt'. Ik hoorde geen verschil tussen de klinkers voor de twee l'en. In Google 606 resultaten voor vuilnisbuilt, 70 voor velnisbelt en zelfs nog 4 voor velnisbuilt.
Drabkikker zegt
Ha, die's fraai! Een kennis van mij vertelde dat ze als kindje (ergens halverwege jaren '80, schat ik) hiw fiw placht te schrijven.
Jaap van den Born zegt
Als het ongetalenteerde geklungel van tekstschrijvers op reclamebureaus in de toekomst als bewijs wordt gebruikt is de taalwetenschap in die tijd wel erg afgezakt. Maar gelukkig valt dat wel mee begrijp ik, want je zegt zelf dat in dit toekomstige bewijsmateriaal de zanger zich er niets van aantrekt en het met een verschillende uitspraak zingt. Ik herken in het volgende klassieke, want zojuist door mijzelf geschreven, kwatrijn geen monorijm en denk ook niet dat iemand dat zo zal zingen in welke reclamespot ook :
Zij zaten samen op de deel
Hun liefde was nog vers en pril
Toen uitte zij een luide gil:
"Wat was dat Piet!' 'Ach, weet ik veel'
Drabkikker zegt
"…is de taalwetenschap in die tijd wel erg afgezakt"
Misschien moet u even dit onvolprezen werkje lezen voor een beter beeld van waar taalwetenschap zich precies mee bezighoudt.
Jaap van den Born zegt
Jawel, maar dat doet niets af aan mijn opmerking dat geklungel van één reclameschrijver helemaal niets zegt.
Net zo min als dat het beroemde lied 'Alles wat je ziet in de indesit' de totale gelijkschakeling van de s en de z inluidde.
Marc van Oostendorp zegt
Dat beroemde lied laat juist zien dat de s en z niet gelijkgeschakeld zijn, anders zou het geen goed rijm zijn (zoals 'hij stond op van de bank / en liep naar de bank' ook niet rijmen).
Marc van Oostendorp zegt
Zo is het.
Jaap van den Born zegt
Je hebt helemaal gelijk
Jaap van den Born zegt
Wat dit punt betreft
Mient Adema zegt
Ik voel met Jaap mee, maar weet dat Marc op zijn terrein onverslaanbaar is. Ik las het stuk dan ook met een mengeling van bewondering en scepsis. Want het rijmen dat we deden en doen is afhankelijk van de trend, de mode, het gebruik. Was het vroeger -ijmen/-ijmen, later -eimen/-ijmen, nu -il/-eel, en straks misschien iets totaal ongerijmds als paard/ezelsoor: de vraag is of zo'n ontwikkeling iets zegt van klinkerverkleuring of van een zich ontwikkelende poëzienorm. Hoor maar eens wat die rappers doen, een minimum aan klankgelijkenis vormt al "rijm".
In dat hoorstukje viel me op dat als -il op -eel zou moeten rijmen dat wel vrij geraffineerd is gedaan door door tussen de regels een afleidingsmanoeuvre te plaatsen. Je bent de eerste klankkleur al bijna vergeten.
Jaap van den Born zegt
Ik heb een uurtje straatrapteksten zitten doorploegen, want als het tot het rijm doordringt zou je het daar verwachten, dus ik dacht wie weet, maar tot nu toe helemaal niets.
DirkJan zegt
Door de soundbyte ben ik niet helemaal meer onbevooroordeeld, maar als ik, Ik gril veel, een paar keer hardop uitspreek, dan hoor ik afwisselend ook, Ik greel veel, en, Ik gril vil. Maar zou dat dan honderd jaar geleden anders zijn uitgesproken dan nu? Zit deze verwantschap niet al in de klanken zelf opgesloten? Voor poëzie was en is het mogelijk ongeschikt om het visueel te laten rijmen.
Marc van Oostendorp zegt
Nee, maar Jaap van den Born heeft gelijk dat je het dan wel zou verwachten in wat hij straatrapteksten noemt. Dat het daar kennelijk niet voorkomt, is op zichzelf mogelijk veelzeggend.