Iedereen kent het Geuzenliedboek. De ouderen onder ons kennen het uit de Tachtigjarige Oorlog, en de jongste generatie heeft natuurlijk genoten van de rebelse verzen die in het Geuzenliedboek 1940-1945 staan afgedrukt. Maar dat er ook een nationaal-socialistisch Geuzenliedboek heeft bestaan, dát is velen ontgaan.
Ik heb het over Het Lied der Geuzen, een bloemlezing die in 1942 bij uitgeverij Lannoo te Tielt verscheen. De samensteller, de declamator Antoon van der Plaetse (1903-1973), koos uit de Nederlandse en Afrikaanse poëzie van toen en eerder, waarbij hij een groot aantal gedichten van een beperkt aantal collaborerende dichters uit Noord en Zuid mengde met enkele verzen van onnozele poëten als Anton van Duinkerken, Guido Gezelle, Paul van Ostaijen, A. Roland Holst en Albert Verwey.
Dit tot grote vreugde van A.F. Mirande, die in het eveneens collaborerende Nationale Dagblad (op 22 augustus 1942) jubelde dat de gedichten in dit boek ‘bijna alle sterk en bewogen’ zijn. Hij besloot zijn bespreking met deze ontroerende mededeling: “De Vlamingen, onze strijdende Zuidelijke broeders, zingen het lied van Groot-Nederland. Beschaamd hebben wij te erkennen, dat wij ontzaglijk veel van hen kunnen leren.”
Laat een reactie achter