Bijna vier jaar blog ik hier dag-in-dag-uit, bij regen en bij zonneschijn, vanuit Leiden en vanuit
Arielli, en nog nooit, nog geen enkele van al die 1300 dagen blijk ik over parasitaire gaten te hebben geschreven. En dat terwijl toen ik jong was en het hele fenomeen bloggen dus nog niet bestond, Teun Hoekstra ons vertelde: als je eenmaal weet wat parasitaire gaten zijn, wil je alleen nog maar syntaxis doen.
Gelukkig kwamen ze nu ineens voor in een artikel dat de Utrechtse taalkundigen Martin Everaert en Riny Huygbregts met een team anderen (waaronder Noam Chomsky) publiceerden in het tijdschrift Trends in Cognitive Sciences. De parasitaire gaten zijn terug, en wel met een Nederlands voorbeelden.
Het Nederlandse voorbeeld dat de Utrechters (ik neem in ieder geval aan dat dit niet door Chomsky bedacht is) geven, luidt als volgt:
- Ik ben er speciaal voor naartoe gereden.
Om te begrijpen wat hier aan de hand is, moet je de zin allereerst wat meer uitschrijven:
- Ik ben speciaal voor het klimaat naar de Provence toe gereden.
Je kunt die zin het klimaat vervangen door er, dat dan normaliter voor speciaal verschijnt:
- Ik ben er speciaal voor naar de Provence toe gereden.
Je kunt hetzelfde met de Provence doen, met een vergelijkbaar resultaat:
- Ik ben speciaal voor het klimaat er naartoe gereden.
Eigenaardig genoeg kun je ook zowel het klimaat en de Provence samen vervangen door één er. Dat geeft de eerstgenoemde zin, die misschien niet getuigt van het allerfijnste stijlgevoel, maar wel grammaticaal is, en in ieder geval veel beter dan enige variant waarbij je allebei de er‘en laat staan:
- Ik ben er speciaal voor er naartoe gereden. [vreemd]
- Ik ben er er speciaal voor naartoe gereden. [uitgesloten]
Tamelijk opvallend is dat ook de volgorde speciaal er een veel minder goed resultaat oplevert:
- Ik ben speciaal er voor naartoe gereden. [uitgesloten]
Everaert en anderen zeggen dus dat de grammaticale zin met slechts één er een ‘parasitair gat’ betreft. Die terminologie gaat uit van de metafoor dat de Provence en het klimaat niet zomaar verdwenen zijn, maar dat ze een (onhoorbaar) gaatje in de zin hebben achter gelaten, en dat dit gaatje er alleen mag staan omdat er ons vertelt dat het in orde is. Die gaatjes geef ik aan met een G:
- Ik ben er speciaal voor G naar de Provence toe gereden.
- Ik ben speciaal voor het klimaat er naar G toe gereden.
- Ik ben er speciaal voor G naar G toe gereden.
Dat twee van die gaten door één en hetzelfde vooropgeplaatste er worden goedgekeurd, is tamelijk uitzonderlijk. (We zeggen in dit geval dat het ene gat parasitair is op het andere.) Zoals uit de vreemde en uitgesloten voorbeelden al blijkt, hebben we er kennelijk een heel verfijnd taalgevoel voor ontwikkeld.
Het is alleen op de keper beschouwd onduidelijk waar we dat precieze gevoel vandaan hebben. Je hoort dit zinnen eigenlijk nooit en het is dus onwaarschijnlijk dat we in de loop van ons leven veel bewijzen hebben gehoord dat de Ik ben er speciaal voor naartoe gereden veel vaker voorkomt, of door de Schrijfwijzer wordt goedgekeurd, terwijl Ik ben speciaal ervoor naartoe gereden wel goed is.
Hoe weten we dat dan? Hier komt natuurlijk Noam Chomsky om de hoek kijken: we hebben een aangeboren gevoel voor hoe zinstructuur in elkaar moeten zitten. Hoe het precies zit, daarvoor moet je het artikel in Trends in Cognitive Sciences lezen, maar het komt erop neer dat dit aangeboren gevoel eigenlijk over iets betrekkelijk eenvoudigs gaat
Sylvia zegt
Interessant fenomeen. Die parasitaire gaten lijken een vorm van symmetrie in de taal. 🙂
Net als in andere contexten treedt symmetriebreking op bij de minste verstoring. In dit geval, door de nadruk op de ene dan wel de andere 'er' te leggen, waardoor je één 'er' door 'daar' kan vervangen. Voor mij klinkt het bijvoorbeeld heel natuurlijk om te zeggen:
"Ik ben er speciaal daarvoor naartoe gereden."
Het lijkt me wel dat 'speciaal' telkens naar iets anders verwijst:
– "Ik ben er speciaal voor naartoe gereden." (nadruk op de manier van reizen, bv met de auto gegaan in plaats van met de trein)
– "Ik ben er speciaal daarvoor naartoe gereden." (nadruk op de motivatie van de reis)
– "Ik ben er speciaal voor daarnaartoe gereden." (nadruk op de bestemming van de reis)
Voel je die betekenisverschuivingen ook zo aan?
mark zegt
Leuk. Heb net het artikel gelezen.
Wel opvallend dat het zo'n hoog "ex cathedra" gehalte heeft in juist die gedeelten waar ze het hebben over andere benaderingen, bijvoorbeeld waar het gaat over de "evolutionary puzzle" van taal. Een gemiste kans is dat ze andere belangrijke evolutionaire discontinuiteiten niet op z'n minst kort benoemen (bv. oogwit in de mens maar niet in andere primaten, van belang voor detectie van aandacht via blikrichting; wijsgebaren bij de mens maar niet in andere primaten, van belang voor het begin van gedeelde intenties nog vóór de eerste woorden; 'repair' in de mens maar niet in andere primaten, van belang voor zelfverwijzing in taal en voor cooperatieve communicatie). Dan zou meteen zichtbaar zijn dat structure dependency welzeker een interessante evolutionaire uitdaging is, maar niet de enige.
De puzzel is dus een stuk complexer (en interessanter) dan de auteurs hier doen vermoeden. Als het over evolutie gaat is het altijd opvallend als er maar één mogelijkheid serieus besproken wordt, zeker als dat precies de mogelijkheid is die past bij het onderzoeksprogramma dat de auteurs toevallig al een leven lang nastreven. Wat Louis C.K. zei over conservatisme vs liberalisme geldt ook hier: "I think when someone falls into one category for everything, I’m very suspicious. It doesn’t make sense to me that you’d have the same solution to every issue."
Marc van Oostendorp zegt
Ja, ik ben het daar wel mee eens. Het probleem zit in mijn ogen vooral in de definitie van 'taal'; min of meer stilzwijgend wordt er in dit artikel (en verwant werk) van uitgegaan dat daarmee bedoeld wordt 'taalstructuur'. Daar volgt bijvoorbeeld de conclusie uit dat de primaire functie van taal denken is, en dat externalisatie secundair is (voor de structuur van taal). Pragmatiek hoort volgens deze gedachtegang bij externalisatie. Dat betekent natuurlijk niet dat ze triviaal is, ook niet in evolutionair opzicht.
Ik denk dat jij en ik het wel eens kunnen zijn over het idee dat 'Chomsky' en 'Tomasello' aan verschillende kanten van de berg aan het boren zijn, en dat de retoriek die suggereert dat een van de twee de enig juiste is eigenlijk alleen maar afleidt van het echte werk: zo goed mogelijk onderzoek doen naar wat we weten. Ik verbaas me er eigenlijk over dat zo weinig mensen dat zo zien, dat er zoveel energie wordt verspild aan discussie over en weer.
Maar waar wij het over oneens zijn is over het uiteindelijke doel om wel te komen tot unificatie. Mij lijkt dat je wel degelijk in ieder geval moet streven naar één serieuze mogelijkheid, al weet ik niet of we die ooit zullen bereiken. Ik vind in ieder geval de relatie tussen recursie en het 'ik weet dat jij weet dat ik weet…' dat natuurlijk ten grondslag ligt aan gedeelde intentionaliteit intrigerend.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, het is heel intrigerend. Zoals uit het oorspronkelijke artikel blijkt nemen de auteurs aan dat een en ander het gevolg is van een bepaalde asymmetrie in de structuur (die anders is dan de links-rechtsasymmetrie, maar hiërarchisch: sommige woordgroepen zijn ingebed in andere).
De intuïties zijn heel subtiel, maar ik kan ze geloof ik wel navoelen.
Quaedam zegt
Voor mij klinkt: 'ik ben speciaal daarvoor ernaartoe gereden' ook nog goed.
Gosse Bouma zegt
zo uitzonderlijk is dit nu ook weer niet, 19 hits voor 'voor naartoe' in het nlcow corpus (webtekst, 4.5 miljard woorden), volgens mij allemaal goede voorbeelden.
Uitvoer:
Aantal: 19
Je hoeft er nergens voor naartoe , niks geen heilig makende rituelen voor te beheersen , je niet te bekeren …
NAC is het NAC van de mensen die er nu komen , jezus straks krijgen we een aantal dominees , pastoors en ik kweet niet wat die mij gaan vertellen wat NAC is , mijn hoela , een glas bier in hun … kunnen ze krijgen , ik ga naar NAC en ga daar op mijn manier voor naartoe , snappen jullie niet dat die hele cultuurdiscussie kan leiden tot Hereveense en Alkmaarse zaken !!!!
Hoewel ik sceptisch ben over de yogacursus schrijf ik me lustig in en ga ik er vol goede moed en met het beste beentje voor naartoe .
Meestal konden we deze klus combineren met een vakantie , dit keer moesten we er speciaal voor naartoe .
Ga er niet speciaal voor naartoe .
Maar dat kan niet door 10 euro te doneren vanuit je luie stoel , daar moet je er gewoon voor naartoe .
Ik hoefde er nergens voor naartoe .
Ik hoef er nergens voor naartoe .
Als je je vaktijdschriften goed bijhoudt hoef je er daar niet voor naartoe .
Ik kan het doen wanneer ik wil en zin heb , ik moet er nergens voor naartoe en ik kan het alleen .
Supportband Pain was wel aardig , maar niet echt iets waar ik speciaal voor naartoe ga .
De expositie over onderwijs was wel wat beperkt , zou ik niet speciaal voor naartoe gaan .
Op zich wel een stop waard , maar ik zou er niet speciaal voor naartoe gaan . het was erg fijn dat we nog even konden rusten en weer fris het vliegtuig in konden .
In de loop der eeuwen werd de hele aarde bereisd en ' ontdekt ' , per ongeluk of doordat men er speciaal voor naartoe ging .
Morgen gaan we doen waar iedereen hier voor naartoe komt namelijk , tuben over de rivier .
Er speciaal voor naartoe rijden hoefde niet , ik zou er vanzelf langskomen voor de huur van een auto voor een kennis die voor enkele dagen over kwam uit Bali .
Beetje ver om er speciaal voor naartoe te rijden , maar als je toch onderweg bent tussen Orlando en Miami is het wel een stopje waard .
Zo , ik ben net ( alweer ) terug van de Ring ( we waren er al ivm doorreis dus hoefden er niet voor naartoe te rijden ) .
De Turken waren hier al geweest en zeiden dat het er uit de bus hetzelfde uitzag als toen zij er speciaal voor naartoe waren gereisd .
vorige | volgende
Gosse Bouma zegt
De meeste gevallen bevatten bij nader inIen 2 r-pronouns, maar er zijn toch ook een paar bona fide gevallen.
Marc van Oostendorp zegt
Dank je wel. Het is interessant, maar is het inderdaad veel? Laten we even stellen dat het aantal bona fide voorbeelden de helft is, namelijk 10. Ik denk dat je toch wel zou moeten zeggen dat je al die voorbeelden nodig hebt om als leerder tot de conclusie te komen dat hier een patroon in zit. (Eigenlijk lijkt het me zelfs nog weinig.) Op basis van minder zouden het altijd nog vergissingen kunnen zijn, dat verklaart de tamelijk sterke intuïties over grammaticaliteit niet.
Maar dat betekent dat je dus 4,5 miljard woorden moet horen voor je voldoende voorbeelden hebt voorbij zien komen. Stel je hoort 100,000 woorden per dag (dat lijkt mi =j nogal veel). Dan ben je zo'n 125 jaar bezig voordat je voldoende voorbeelden van deze constructie hebt gehoord. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik heb die tijd nog niet gehad.
Marc van Oostendorp zegt
Excuus voor het door mekaar gebruiken van een Amerikaanse en een Nederlandse komma in getallen.
mark zegt
Inderdaad, iets wat me altijd ergert aan beide zijden is wat Hockett in zijn geweldige boekje* de "eclipsing stance" noemt. Er zijn allerlei goede sociologische en historische redenen voor die houding, maar de wetenschap lijdt eronder. Heb laatst Bruner's intellectuele autobiografie gelezen (uit mijn geboortejaar… en de man leeft nog steeds!) — een mooi tegengif daarvoor van een geleerde die zelf ook meehielp aan de cognitieve revolutie.
Volgens mij zijn we het in deze discussie zelfs helemaal met elkaar eens. Natuurlijk willen we als wetenschappers uiteindelijk zien waar beide benaderingen elkaar raken, en willen we één verhaal over de oorsprong van taal. Hoe simpel of complex dat verhaal is, is vooralsnog een open vraag denk ik.
Wel weten we dat het aanwijzen van één factor meestal een extreme vereenvoudiging is. Neem bijvoorbeeld het langlopende experiment van Lenski en collega's met de E. coli bacterie. Toen ze een variant hadden die ineens citraat kon eten, konden ze teruggaan naar eerdere generaties om de precieze mutatie te vinden. Ze vonden een genverdubbeling die verantwoordelijk was voor het aanzetten van een transport-eiwit voor citraat. De smoking gun! Maar toch ook niet: de machinerie om citraat te verwerken was al aanwezig in deze bacteriesoort (en niet in alle andere). Als de eerste mutatie de sleutel was, was dit het slot: minstens zo belangrijk voor het eindresultaat.**
Taal is een oneindig veel complexer fenomeen dan de mogelijkheid van E. coli om te groeien op citraat. Het is dus een stuk onwaarschijnlijker dat we ooit de éne verandering aan kunnen wijzen die de sleutel was; en dan nog moeten we zien uit te puzzelen hoe het slot in elkaar steekt. En dat is nou waarom die eclipsing stance zo jammer is: dat grotere project verliezen we maar al te makkelijk uit het oog.
* Hockett, Charles Francis. 1987. Refurbishing Our Foundations: Elementary Linguistics from an Advanced Point of View. John Benjamins Publishing.
** Blount, Zachary D., Jeffrey E. Barrick, Carla J. Davidson, and Richard E. Lenski. 2012. “Genomic Analysis of a Key Innovation in an Experimental Escherichia Coli Population.” Nature 489 (7417): 513–18. doi:10.1038/nature11514.
Lucas Seuren zegt
De voorbeelden van Gosse helpen al, want ik vind uitspraken als "ik ben er speciaal voor naartoe gegaan" en "ik ben speciaal ervoor naartoe gegaan" nou ook weer niet zo vreemd, laat staan uitgesloten. De tweede is wel opmerkelijk, maar ik zou niet zeggen dat ie uitgesloten is. Ik deel de taalintuïtie van de auteurs dus niet. Ja oké, voor "ik ben er er speciaal voor naartoe gereden", daar haak ik ook af.
Ik zou graag zeggen, kijk in het CGN naar wat er daar gebeurt. Maar dat is taal in gebruik, en dat valt volgens de auteurs, zoals Marc hierboven ook al zegt, niet onder taal. (Gosses data natuurlijk dan ook niet.)
Marc van Oostendorp zegt
Even voor de duidelijkheid: het verschil tussen 'ik ben speciaal er …' en 'ik ben er speciaal …' wordt niet besproken in het artikel, dat heb ik eraan toegevoegd, evenals het oordeel voor de eerste. De tweede wordt door de auteurs goedgekeurd, en ook door mij.
Ik ben erg benieuwd hoeveel voorbeelden je vindt in CGN. Het is denk ik niet waar dat de frequentie van deze uitdrukking "in gebruik" geen rol speelt voor de auteurs. Het feit dat parasitaire gaten heel marginaal zijn is altijd als een argument gebruikt in deze literatuur: hoe kun je hier solide intuïties over opdoen als het eigenlijk nauwelijks voorkomt? Vergelijk mijn berekening hierboven: als die klopt heb je 125 jaar nodig om als leerder voldoende gegevens te verzamelen om te kunnen concluderen dat dit een geldige constructie is.
Marc van Oostendorp zegt
Oké, we zijn het inderdaad helemaal met elkaar eens. Dat is natuurlijk ook weer niet de bedoeling, maar vooruit, wat moet dat moet!
Lucas Seuren zegt
Ah zo. Ik weet niet of je het per se zo moet leren – sterker nog, het lijkt me erg onhandig als we louter op die manier taal kunnen leren. Je zou verwachten dat je op een regelmatige abstraheert van de patronen die je aanleert, en mogelijk dat die gaten daar een logisch gevolg van zijn. Maar misschien werkt het ook wel volstrekt anders, taalverwerking is niet mijn expertise.
En ik heb helaas geen CGN tot mijn beschikking, dus ik laat die eer aan iemand anders.
Johan Bolhuis zegt
Dank voor deze leuke post!
Wbt de 'gemiste kans' betreffende evolutie: Welnu dit artikel gaat over de structuur van taal. Over taal evolutie hebben we onlangs een ander (open access) artikel gepubliceerd: http://journals.plos.org/plosbiology/article?id=info:doi/10.1371/journal.pbio.1001934
Re evolutie, Norbert Hornstein had laatst nog een leuke post op zijn blog waarin hij liet zien dat zelfs 'Mr. Natural Selection', Richard Dawkins, het met Chomsky (& co) eens is:
http://facultyoflanguage.blogspot.nl/2015/10/chomsky-dumb-evolutionary-conjecture.html
Gosse Bouma zegt
Ik kan morgen even kijken, maar cgn lijkt me niet erg kansrijk, met slechts 10 m woorden. Ik heb nog wel 2 miljard tweets, dat biedt misschien meer perspectief.
Overigens ben ik het geloof ik bij nader inzien toch met marc eens dat dit gezien de omvang van het corpus niets voorstelt. Daar staat tegenover dat ze lastig te vinden zijn, dus wellicht zijn er andere combinaties van er plus voorzetsels die frequenter zijn… Combinaties met toe en mee zijn goede startpunten voor een zoekpatroon omdat je dan al zeker weet dat er een r pronoun in het spel moet zijn.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, het zou interessant zijn als iemand dit eens beter kon uitzoeken. Natuurlijk moet je dan ook andere combinaties van voorzetsels in de beschouwing betrekken. Intrigender is nog de rol van de relatieve plaatsing van het bijwoord ('ik ben er speciaal voor naartoe…' vs. 'ik ben speciaal ervoor naartoe…'). Maar om dat te onderzoeken moet je corpus, neem ik aan, al wel heel precies getagd zijn.
mark zegt
Ik heb het gezien, ja. Focus op één aspect is natuurlijk een goed idee om de onderzoeksvraag aan te scherpen; maar het blijft jammer wanneer het grotere plaatje aan het oog onttrokken wordt.
De parallel zou zijn als Lenski et al. zouden claimen dat die ene mutatie die ze vonden alles verklaart over het wonderbaarlijke feit dat strain 12 in hun experiment plotseling ook het citraat uit de voedingsbodem kon gebruiken. Maar dat doen ze niet: ze stoppen daar niet, maar laten zien dat voor citraatverwerking een transportmechanisme aangeslingerd moet worden dat citraat kan aanbieden aan de chemische machinerie in de cel. De sleutelmutatie zette het transportmechanisme aan, maar zonder de chemische machinerie (die in strains 1-11 ligt te slapen) is dat nog niets.
Om dat terug te brengen naar taal: het kan goed zijn dat Merge een belangrijke sleutel vormt in de puzzel voor taalstructuur, maar zonder andere voorwaarden voor taal en taalgebruik —bijvoorbeeld de dingen die ik in mijn eerdere commentaar noemde, die ook duidelijke evolutionaire discontinuïteiten vormen met non-human primates— heb je er mogelijk weinig aan, dus het lijkt me belangrijk die niet over het hoofd te zien.
En wat betreft Hornstein, ik snap dat 'ie blij is maar het komt uiteindelijk toch neer op een argument from authority; hoewel ik ook groot fan ben van Dawkins (ik heb al zijn boeken gelezen) ben ik niet onder de indruk van zijn greep op taal en taalkunde.
Taalprof zegt
Met het kwantitatieve 'er' kun je nog wel spectaculairder gevallen construeren, zoals 'Ik heb er speciaal drie voor mee naartoe genomen.' Maar die kom je vast niet zomaar tegen.
Johan Bolhuis zegt
W.b.t the bigger picture, begin volgend komt er een boek uit van Berwick & Chomsky over taal en evolutie (MIT Press, zie refs van het TICS artikel). Je kunt niet verwachten dat we in een artikel over syntactische structuur in detail over evolutie gaan praten.
Wbt non-human primates, in het PLoS Biol stuk hebben we het ook over de aard van het evolutionare proces, e.g common descent vs convergentie. Het is de vraag hoe relevant niet-humane primaten zijn voor taal evolutie. Ik denk niet erg.
Re Hornstein en Dawkins, nee de laatste is geen taalkundige, maar 'he knows a thing or two about evolution'. Daar gaat het hier om, dat DE 'champion of natural selection' het nu ineens eens likt te zijn met 'Chomsky's dumb evolutionary conjecture' (dixit Hornstein). De door u bewonderde Dawkins zegt dat Chomsky's suggestie zo gek nog niet is. Goed gezien, vind ik.
mark zegt
Benieuwd naar dat boek, dank. Het is niet verwonderlijk dat niet-humane primaten onbelangrijk lijken voor "taalevolutie" wanneer "taal" in dat woord eigenlijk syntax betekent. De puzzel lijkt misschien eenvoudiger op die manier (dat is waarom het Dawkins ook aanstaat), maar dat is alleen maar omdat we naar één puzzelstukje aan het kijken zijn.
Anoniem zegt
Zijn er nog andere voorbeelden van parasitaire gaten, voorbeelden die met andere dingen te maken hebben dan "er"? Nu lijkt het een wel erg grote term voor een heel klein verschijnseltje…
Berthold van Maris
Johan Bolhuis zegt
In welk opzicht zijn apen dan WEL relevant voor de evolutie van taal?
Taalprof zegt
Klassieke voorbeelden in het Nederlands zijn zinnen als 'Welke stukken kun je zonder te lezen weggooien?' of 'Deze boeken moet je na gelezen te hebben meteen terugbrengen.' Veel gevallen met parasitaire gaten worden als marginaal beoordeeld.
Het voorbeeld in dit artikel heeft ook te maken met het samenvallen van verschillende soorten 'er,' maar in voorbeelden als 'Wie heb je zonder mee te praten al afgeschreven?' is het er-gat (bij 'mee') gelicenseerd door 'wie.' In alle gevallen gaat het om een 'cross-over' van een verplaatst element over een lege plaats heen. Cross-over is dan weer een breder verschijnsel, dat bijvoorbeeld ook bij anaforische verwijzing effect heeft (zoals in 'Je moet iemand die allergisch voor pinda's is ze nooit voorzetten' tegenover 'Je moet ze iemand die allergisch voor pinda's is nooit voorzetten' waarbij de mogelijkheid dat 'ze' 'pinda's' is in de tweede zin verdwijnt).
mark zegt
Dat lijkt me (komend van u) een rhetorische vraag. Wie niet slechts geïnteresseerd is in taal als syntax, maar breder licht wil werpen op de evolutie van menselijke taal, van cognitieve tot culturele aspecten, van spraak tot taalgebruik, en van betekenis tot het delen van intenties, zal zijn voordeel willen doen met allerlei methoden, waaronder natuurlijk ook diermodellen.
Ik kan me vinden in de volgende opmerking in een review over "vocal imitation" in 2010, u welbekend: "Although language may indeed have a unique cognitive architecture, language has evolved in a biological substrate that is largely shared with other animals, making it plausible that certain aspects of human language can be studied through animal models." Dat artikel bepert zich tot zangvogels in relatie tot vocal imitation (en mogelijke mechanismen van convergente evolutie); op dezelfde manier zijn informatieve vergelijkingen mogelijk met vleermuizen (turn-taking), geiten (vocal tract dynamics), apen (gestures), mensapen (cooperation & joint intentionality), enzovoort, enzovoort. Niets van wat ik hier zeg is controversieel; het enige punt dat ik wil maken is dat één puzzelstukje niet verward moet worden met de hele puzzel.
Anoniem zegt
dank je
Berthold