Aan terminologische discussies heb ik meestal een broertje dood. Is een walvis een vis? Is Mark Rutte een liberaal? Mag je om vijf over twaalf nog ‘goedenavond’ zeggen? Wat maakt mij het uit; zolang we mekaar maar begrijpen, zeg ik dan.
Maar in de wetenschap is het handig om goede, helder afgebakende definities te hebben. Vandaar dat ik met verbazing de blogpost gelezen heb die Mark Dingemanse hier gisteren plaatste en waarin hij ervoor pleit om het begrip ’taal’ zodanig op te rekken dat ook bijvoorbeeld ‘emoji’s’ erin passen. Ja, hij gaat in reactie op een stukje van Lucas Seuren zelfs zo ver dat hij ze woorden wil noemen.
Onder traditionele definities – Dingemanse doet net of hij die niet kent maar dat geloof ik niet – is pakweg de lachende drol waarmee sommigen hun Whatsapp-berichten opsieren, geen woord. Woorden zijn namelijk tekens met een bijzondere vorm én een bijzondere, afgebakende betekenis.
Het eenvoudigst is dit te zien aan de hand van de vorm. Een woord in een bepaalde taal is altijd volgens bepaalde regels gevormd uit een betrekkelijk kleine verzameling primitieven. In een gesproken taal als het Nederlands zijn de primitieven klinkers en medeklinkers als w, r, m en a, en bepalen de regels dat wmra geen goed woord is, maar warm wel (en dat wram ook een Nederlands woord had kunnen zijn). In het geval van gebarentaal zijn de primitieven een beperkte lijst bepaalde manieren om je vingers uit te spreiden, of je hand te bewegen, enzovoort.
In het geval van emoji’s is van dit alles geen sprake. Het zijn plaatjes die door bepaalde socialemediabedrijven gecreëerd worden, en zij hoeven zich daarbij niet aan enige welgevormdheidsregel te houden. Ieder tweedimensionaal plaatje kan een emoji zijn.
Ook met de betekenis is iets aan de hand. Emoji’s drukken bij mijn weten meestal niet de gewone betekenissen uit van zelfstandig naamwoorden of werkwoorden, maar geven een bepaalde emotionele lading aan de inhoud. Ze lijken daarom meer op intonatie dan op woorden. En ook van een vragende zinsmelodie zeg je nu eenmaal niet dat het woorden zijn.
Dingemanse lijkt te denken dat een dergelijk terminologisch onderscheid een kwestie is van territoriumdrift of een beperkte geest. Hij pleit ervoor dat ieder teken dat mensen bewust gebruiken als ’taal’ wordt gezien, maar mij lijkt dat een heilloze weg. Er bestaat al een vakgebied dat al die tekens analyseert — de semiotiek —, maar het is juist een interessante bevinding dat bepaalde menselijke tekensystemen vrij nauwkeurig kunnen worden afgebakend. Die tekensystemen noemen we taal en hun tekens woorden.
Taalprof zegt
Los van de terminologische kwestie denk ik dat emoji's dichter bij tussenwerpsels en modaalpartikels zouden liggen dan bij inhoudswoorden. Bij tussenwerpsels heb je een soortgelijke discussie (is 'au' of 'br' een woord?), en Mark heeft eerder al een punt gemaakt voor 'huh?' als woord. Naar mijn idee is het interessante van de discussie welke kenmerken je zou willen inzetten om het punt te maken. Want dat woorden en andere tekens voor een deel overeenkomende kenmerken hebben lijkt me evident. Ik denk dat je erop uit zou komen dat sommige woorden minder een woord zijn dan andere (minder 'woordkenmerken' hebben), en dat sommige tekens dichter bij woorden liggen dan andere. Waar je vervolgens een grens trekt, dat ben ik graag met je eens, is dan van minder belang.
mark zegt
Haha, geweldig! Ik moet bekennen dat ik niet aan de lachende drol dacht toen ik schreef dat emoji's een vrij goed afgebakend paradigma vormen, dat ze syntagmatische eigenschappen hebben en dat ze wel wat weg hebben van ideofonen en intonatiepatronen die we meestal best onder 'taal' willen scharen.
Ik dacht eerder aan de meestgebruikte emoji's, die veel overlap vertonen met de al langer bekende emoticons (gezichtjes dus). Die set vertoont een zekere compositionaliteit (met en zonder tranen, met open vs. dichte ogen, etc.) en biedt dus systematische betekeniscontrasten zoals we die ook in woorden kennen. De door OED verkozen emoji is een goed voorbeeld van dat paradigma; de lachende drol minder goed. 😉
Het is overigens een misverstand dat emoji's slechts plaatjes zijn die door social media-bedrijven gemaakt worden. Dat idee stamt uit de tijd dat je je computer kon laten hacken door zo'n 'gratis' pakket nieuwe emoticons te downloaden voor gebruik in MSN Messenger. Emoji's zijn wat nieuwer dan dat, al langere tijd ingeburgerd in Japan en vervolgens zo wijdverbreid geraakt dat ze zelfs in Unicode opgenomen zijn.
Dat laatste is een formidabele stap (en ongetwijfeld één van de redenen voor de keus van OED). Unicode richt zich al twintig jaar op het afbakenen en beschikbaar maken van historische of veelgebruikte schriften (zoals Arabisch, het Latijnse alfabet, Japanse Kanji, Koreaanse Hangul, maar ook Lineair B, spijkerschrift, Nubisch, enzovoort). Dat brengt toch hoe dan ook emoji's plotseling een stuk dichterbij de systematische taaltekens dan de bizarre Messenger emoticons ooit waren.
Maar laat ik helder zijn: ik ben het met je eens dat het geen goed idee is om een lachende drol een woord te noemen. Daarvoor is het te vroeg en gebruiken we dat plaatje te weinig. Ik blijf echter van mening dat we taal en woorden te kort doen door impliciet (of expliciet) te verwachten dat woorden arbitraire en symbolisch zijn en dat alles wat maar iets wegheeft van iconiciteit (of 'plaatjesachtigheid') daarmee minder woord is.
mark zegt
Dit lijkt me een productieve manier van werken, en daar wilde ik met met stuk ook heen: een fascinatie met het begrenzen van fenomenen ('territoriumdrift') leidt vaak af van belangrijke vragen over wat voor kenmerken er in het spel zijn. Als je iets weggeclassificeerd hebt als 'plaatje', nodigt dat niet meer uit om na te denken over de aspecten waarin sommige van die plaatjes iets weghebben van meer canonieke woorden. Daarom noemde ik Peirce, Bühler, Okrent, Goffman en (impliciet) De Saussure: allemaal leveren ze nuttige dimensies die ons helpen om preciezer te zijn over de verschillende redenen waarom we sommige dingen een woord zouden willen noemen en anderer niet.
Lucas Seuren zegt
Maar zelfs bij de meer iconische emoji's kun je nog een onderscheid aanleggen. Je hebt emoji's die misschien bijna een woord zoals een interjectie uitdrukken; een change-of-state emoji om maar even bij mijn eigen onderzoek te blijven. Maar daarentegen heb je ook emoji's die, zoals ik al argumenteerde en Marc hier ook doet, veel meer de toon van de boodschap coderen en daarmee op het niveau van intonatie of gezichtsuitdrukkingen.
Hoe kunnen we met die enorme diversiteit vasthouden aan een definitie waarbij we alles op één hoop gooien? Vanuit een functionele benadering is het vreemd om ze op een gelijke manier te categoriseren. We doen woorden niet tekort door emoji's apart te bestuderen, we doen – om maar lekker in de herhaling te vallen – emoji's tekort.
mark zegt
De kern van mijn voorstel is dan ook niet om ze op één hoop te gooien, of die hoop nu 'woorden' is of 'emojis'. Mijn voorstel is om minder bezig te zijn met het trekken van grenzen (die ons verleiden te denken dat we al begrepen hebben hoe de fenomenen in elkaar steken), en meer bezig te zijn met de dimensies waarin tekens in alle soorten en maten soortgelijk of verschillend kunnen zijn.
Zodra je dat doet, zo merkt ook de taalprof op, begin je te zien dat ook binnen woorden een grotere diversiteit is dan vermoed, net als binnen emoji's. Marc's lachende drol is een goed voorbeeld van een emoji die ik niet snel een woord zou noemen. Sommige andere lijken meer op interactionele partikels. En weer andere zijn qua effect vergelijkbaar met prosodie (zoals ik ook al in mijn stuk opmerkte). Kortom, ik probeerde juist de simplistische categorieën te problematiseren; mijn argument is dat alleen dimensies die fijnmaziger zijn dan 'woord' versus 'emoji' kunnen helpen om de diversiteit recht te doen.
Hans van der Gugten zegt
Mannen (ik kan er niet anders van maken), dank voor de boeiende discussie. Ik werd er mede door herinnerd aan het bijna fobische gevecht dat ik iemand een decennium geleden, vergeefs, zag voeren (in een yahoogroep) tegen het gebruik van emoticons.
Opeens snap ik veel meer van het fenomeen. En van mijn eigen, zeer spaarzame, gebruik van emoticons. Inderdaad intonatie enzo. Daarstraks dit gelezen: http://www.peterhanchak.com/blog/2014/6/27/unicode-emoji-icons Vond ik leerzaam.