Andreas Burnier was waarschijnlijk een van de slimste Nederlanders van de vorige eeuw: scherp, geestig en zeer geleerd. Voor mij was ze – toegegeven – een van de eerste literaire auteurs die ik ontdekte: Het jongensuur stond in de schoolbibliotheek. Maar ook als ik het nu herlees zie ik de gloed van dat boek.
Het kan niet makkelijk zijn om van zo iemand een biografie te schrijven; je moet toch wel een beetje in de buurt komen van haar intelligentie. Probeer maar eens grip te krijgen op een geest die zo ver uitwaaiert, van wiskunde via een heel positivistisch beeld van de criminologie tot en met de antroposofie en het tibetaans boeddhisme. Ik vind dat het Elizabeth Lockhorn niet gelukt is.
Om Burnier – die geboren was en professor werd onder de naam C.I. (Ronnie) Dessaur – te begrijpen, zou je minstens grip moeten zien te krijgen op haar wetenschappelijke loopbaan, haar literaire werk en haar persoonlijke leven. Maar alle drie ontsnappen ze, in mijn ogen, de biograaf.
In de thee
Neem eerst de wetenschappelijke loopbaan. Een van de raadselen is daar dat Burnier begon als een zeer strenge positivist, die vond dat je wiskundige modellen moest gebruiken en die niet per se afkerig was van biologische verklaringen voor sommig misdadig gedrag, maar die op een bepaald moment vrijwel 180 graden draaide en waarschuwde tegen wat ze de Kerk van de Rede noemde.
Lockhorn wijst er terecht op dat de draai nu ook weer niet absoluut was – dat er altijd al tekenen waren van scepsis voor dogmatisch rationalisme, in ieder geval in het literaire werk, en dat ze aan de andere kant later eerder de ratio met het niet-rationele wilde verzoenen – maar toch valt er niet te ontkennen dat er een draai plaatsvond. We weten zelfs wanneer dat gebeurde: toen ze een tijdje verbleef aan de Amerikaanse westkust. Maar wat is daar dan precies gebeurd? Dat komen we niet te weten. Ja, de geleerde maakte er een grapje over tegenover haar al even geleerde vriend Kees Schuyt, namelijk dat ze ‘daar iets in de thee hadden gedaan’. Maar echt op zoek naar de intellectuele wortels van het probleem gaat de biografe niet.
duits
Zoiets geldt ook voor het literaire werk: het wordt maar oppervlakkig beschreven. Bij de meeste romans gaat er vooral grote aandacht uit naar wat Aad Nuis, K.L. Poll en andere recensenten in hun kranten schreven en een enkele keer wordt er gewezen op een parallel tussen zo’n roman en gebeurtenissen in Burniers leven – die parallellen liggen er dan ook meestal nogal dik tegenop. Maar er wordt geen poging gedaan een echte ontwikkeling in het oeuvre te schetsen, of een karakterisering te geven van haar schrijverschap.
Of zelfs haar stijl. Lockhorst wijst regelmatig op het feit dat Burnier duits consequent met een kleine letter schreef, als een soort wraak omdat in de oorlog Joods werd tot joods. Maar uiteindelijk lijkt mij dat in het geheel van de stijl toch niet meer dan een detail, en veel verder komt het boek eigenlijk niet.
Lijnen
Dat geldt dan ook nog eens keer voor het persoonlijke leven. Burnier is getrouwd geweest met een man van wie ze twee kinderen kreeg, heeft daarna een aantal relaties met vrouwen gehad, waarvan er één zeventien jaar heeft geduurd en sommige andere ook langer stand hebben gehouden. Maar eigenlijk komt alleen de man een beetje uit de verf – ik denk eigenlijk omdat hij van al die relaties het meest een publieke figuur was. Met de kinderen had ze een verstoorde relatie – en dus valt daar misschien niet veel over te zeggen – maar van de liefdes krijg je nauwelijks een beeld.
Het ís natuurlijk ook allemaal vreselijk ingewikkeld geweest in dat leven, en precies daarom had Burnier een biograaf verdiend die zich intellectueel met haar kon meten. Die het werk nu eens goed kon evalueren, die alle verschillende aspecten duidelijk tegen elkaar had afgezet, die het had gedurfd lijnen aan te wijzen die Burnier zelf niet gevonden had.
Je kunt beter Het jongensuur herlezen.
Cees Renckens zegt
Ik heb een grote afkeer van antroposofie en soortgelijk spiritualisme, maar schrijven kon ze wel en ook polemiseren, o.a. met Kousbroek, die ze Rudy Panty noemde. Geestig bedacht!
j. Aartsen zegt
https://www.literairnederland.nl/recensie-elisabeth-lockhorn-andreas-burnier-metselaar-van-de-wereld-2/